Informatie over Zweden
Feiten over Zweden
De (nationale) vlag | |
Officiële naam | Konungariket Sverige (Koninkrijk Zweden) |
Oppervlakte | 449.964 km² (10x Nederland) |
Aantal inwoners | 9,88 miljoen (2016) |
Bevolkingsdichtheid | 22 mensen per km² |
Hoofdstad | Stockholm |
Munteenheid | Zweedse krona (SEK); In een referendum in september 2003 stemden de Zweden tegen deelname aan de Euro. Eén kroon is ongeveer € 0,10. € 1 = 9,5 SEK. |
Wegennet | De wegen zijn over het algemeen erg goed. In het noorden kunnen ze wat smaller en slechter zijn. |
Brandstofprijzen | Zie de website van de ANWB |
Code auto kentekenplaat | S |
Telefoon landcode | 46 |
Internet landcode | .se |
Tijdsverschil | GMT+1; hetzelfde als in Nederland |
Geografische gegevens
Zweden (officiële naam: Konungariket Sverige oftewel het Koninkrijk Zweden) is het grootste land van Scandinavië met 450.000 km2. In het noordoosten grenst Zweden aan Finland en in het westen aan Noorwegen. De uiteindelijke vormgeving van het landschap van Zweden kwam tot stand door de ijstijden. De kustlijn van 7000 km. kent veel fjorden, voornamelijk aan de westkust en rond Stockholm. De Zweedse kust bestaat uit duizenden kleine eilandjes en rotspunten, die net boven water uitsteken.
Zweden is een langgerekt land en wordt meestal in 3 delen opgesplitst: Norrland, het noordelijke deel, beslaat 60% van het land en is dunbevolkt. Dit gebied is enigszins bergachtig (de bescheiden bergketen Skanderna), vol meren en wouden. Svealand beslaat midden-Zweden en heeft een wat opener en lichtglooiend karakter. In dit gebied ligt ook de hoofdstad Stockholm. Het zuidelijke deel van Zweden heet Götaland en heeft een zeer gevarieerd landschap met o.a. in de zuidelijkste provincie Skåne bloeiende landbouwgebieden en beukenbossen. Verder vindt men er uitgestrekte wouden op stenige grond, nauwelijks geschikt voor landbouw. De westkust is vlak met soms lange zandstranden die niet onder doen voor de Spaanse costa's. De kust kent veel eilandjes en inhammen. In dit gebied liggen ook de grote meren Vänern en Vättern. Vänern is het op twee na grootste meer van Europa.
Naast de vele kleinere eilandjes horen ook de grotere eilanden Gotland en Öland tot Zweden. Zweden is een zeer langgerekt land. Het noordelijkste punt is Treriksröset (een soort van drielandenpunt), dat boven de poolcirkel ligt: het meest zuidelijke punt is Smygehuk tegenover de Duitse Oostzeekust. Het hoogste punt is de berg Kebnekaise (2111 meter) en ligt in Lapland.
Ruim de helft van het land wordt bedekt met bossen en wouden, terwijl bijna 10% uit meren bestaat. De kultuurgrond beslaat slechts 11%.
Zweden is een langgerekt land en wordt meestal in 3 delen opgesplitst: Norrland, het noordelijke deel, beslaat 60% van het land en is dunbevolkt. Dit gebied is enigszins bergachtig (de bescheiden bergketen Skanderna), vol meren en wouden. Svealand beslaat midden-Zweden en heeft een wat opener en lichtglooiend karakter. In dit gebied ligt ook de hoofdstad Stockholm. Het zuidelijke deel van Zweden heet Götaland en heeft een zeer gevarieerd landschap met o.a. in de zuidelijkste provincie Skåne bloeiende landbouwgebieden en beukenbossen. Verder vindt men er uitgestrekte wouden op stenige grond, nauwelijks geschikt voor landbouw. De westkust is vlak met soms lange zandstranden die niet onder doen voor de Spaanse costa's. De kust kent veel eilandjes en inhammen. In dit gebied liggen ook de grote meren Vänern en Vättern. Vänern is het op twee na grootste meer van Europa.
Naast de vele kleinere eilandjes horen ook de grotere eilanden Gotland en Öland tot Zweden. Zweden is een zeer langgerekt land. Het noordelijkste punt is Treriksröset (een soort van drielandenpunt), dat boven de poolcirkel ligt: het meest zuidelijke punt is Smygehuk tegenover de Duitse Oostzeekust. Het hoogste punt is de berg Kebnekaise (2111 meter) en ligt in Lapland.
Ruim de helft van het land wordt bedekt met bossen en wouden, terwijl bijna 10% uit meren bestaat. De kultuurgrond beslaat slechts 11%.
Bevolking
Zweden heeft bijna 10 miljoen inwoners. Zo´n 600.000 mensen zijn buitenlander, waarvan een derde Fin.
Zweden is een van de dunst bevolkte landen van Europa, met een gemiddelde van 22 mensen per km2. Maar er bestaan grote verschillen in de verspreiding van de bevolking. Zo is de dichtheid in het uiterste noorden van het land maar 3 inwoners per km2, terwijl dat rond Stockholm 250 per km2 is. In de stedelijke gebieden van Stockholm, Göteborg en Malmö woont ruim een derde van de totale bevolking. Zweden is opgedeeld in 24 provincies en telt in totaal 280 gemeenten. De hoofdstad van Zweden is Stockholm. Hier wonen anderhalf miljoen mensen (inklusief voorsteden). De andere grote steden van Zweden zijn o.a. Göteborg, Malmö, Uppsala, Nörrköping en Orebro. Steden in het noorden hebben zelden meer dan 20.000 inwoners.
De enige autochtone minderheid van betekenis wordt gevormd door de ongeveer 15.000 Samen (Lappen) in het noorden, die zowel naar lichaamskenmerken als naar taal en cultuur van de overige Zweden verschillen. De Samen leven sinds de prehistorie in het noorden van Zweden.
De gemiddelde levensverwachting van mannen in Zweden is 75 jaar en van vrouwen 81 jaar.
Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw emigreerden bijna 1 miljoen Zweden, waarvan de meesten naar de VS.
Zweden is een van de dunst bevolkte landen van Europa, met een gemiddelde van 22 mensen per km2. Maar er bestaan grote verschillen in de verspreiding van de bevolking. Zo is de dichtheid in het uiterste noorden van het land maar 3 inwoners per km2, terwijl dat rond Stockholm 250 per km2 is. In de stedelijke gebieden van Stockholm, Göteborg en Malmö woont ruim een derde van de totale bevolking. Zweden is opgedeeld in 24 provincies en telt in totaal 280 gemeenten. De hoofdstad van Zweden is Stockholm. Hier wonen anderhalf miljoen mensen (inklusief voorsteden). De andere grote steden van Zweden zijn o.a. Göteborg, Malmö, Uppsala, Nörrköping en Orebro. Steden in het noorden hebben zelden meer dan 20.000 inwoners.
De enige autochtone minderheid van betekenis wordt gevormd door de ongeveer 15.000 Samen (Lappen) in het noorden, die zowel naar lichaamskenmerken als naar taal en cultuur van de overige Zweden verschillen. De Samen leven sinds de prehistorie in het noorden van Zweden.
De gemiddelde levensverwachting van mannen in Zweden is 75 jaar en van vrouwen 81 jaar.
Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw emigreerden bijna 1 miljoen Zweden, waarvan de meesten naar de VS.
Talen
De talen, die in Zweden gesproken worden, zijn: Zweeds, Laps en Fins, maar ook de Engelse taal kent men bijna overal in Zweden. Het Zweeds behoort tot de Noordgermaanse taaltak. Sporadisch wordt in sommige Finnmark-dorpjes Fins gesproken, maar de Samen hebben hun eigen taal (het Sami) met tenminste 5 verschillende dialekten. Het Zweedse alfabet kent behalve de gewone letters ook nog de å, ä en ö. In het alfabet komen deze letters na de z.
Geschiedenis
Na de laatste ijstijd verschenen de eerste mensen in Zweden, rond 10.000 tot 8.900 v.C. Het waren jager-verzamelaars, waarschijnlijk afkomstig uit Denemarken. Daarna werd Noord-Zweden zowel vanuit het oosten (Finland) als vanuit het westen (de Noorse kust) gekoloniseerd. De eerste boeren verschenen rond 4.000 v.C., die de eerste megalithische graftombes bouwden. In de vroege bronstijd werden zeer veel rotstekeningen gemaakt in het midden en zuiden van Zweden. In de Mälaren vallei werden de vroegst bekende handelsposten gesticht en verschenen monumenten met Runenopschriften.
Er zijn verschillen van mening over het tijdstip waarop het land een verenigde natie werd. Volgens sommigen al in de 9e eeuw, anderen leggen dit punt rond het jaar 1000. Bewaard gebleven geschriften dateren pas uit de latere middeleeuwen. Maar het aantal versterkingen, vergaderplaatsen, graven en versierde plekken uit die tijd is indrukwekkend.
In 1389 werd de Kalmar Unie gevormd, waarbij Zweden, Denemarken en Noorwegen één werden en geregeerd door de Deense koningen. De Zweden wilden echter al snel de unie verbreken en na diverse pogingen lukte dit in 1523. De jonge edelman Gustav Vasa, die de opstand leidde na het zogenaamde 'bloedbad van Stockholm', werd tot koning gekroond door de Rijksdag.
Sinds de 13e eeuw bestaat het Zweedse parlement (riksdagen) uit vertegenwoordigers uit alle lagen van de vrije bevolking, het oudste parlement met zo'n brede vertegenwoordiging.
Door diverse oorlogen, gevoerd van de 16e tot de 18e eeuw, verkreeg Zweden de kontrole over grote gebieden en werd het de dominerende macht in het noorden van Europa. Behalve het huidige Zweden hoorden ook Finland, delen van Rusland, Estonia, Letland en veel Noord-Duitse steden en gebieden tot het rijk.
In een oorlog tegen Rusland (1808 - 1809) verloor Zweden Finland. Ook werd in 1809 een nieuwe grondwet opgesteld waarin de verdeling van de wetgevende macht tussen de koning en het parlement werd geregeld. Het ambt van ombudsman ontstond om de bureaucratische machten te kontroleren. In 1813 en 1814 nam Zweden deel aan de kampagne tegen Napoleon. Op de vredesconferentie verkreeg Zweden Noorwegen in ruil voor de gebieden in het noorden van Duitsland. Dit was tevens de laatste oorlog waar Zweden aan deelnam.
De unie met Noorwegen werd in 1905 vreedzaam beëindigd.
In 1996, 10 jaar na de moord op Palme, beschuldigde een leider van een Zuid-Afrikaans doodseskader een voormalige Rhodesische soldaat van de moord op Palme, volgens hem in dienst van de Zuid-Afrikaanse inlichtingendienst. Palme was een fervent tegenstander van de apartheid in Zuid-Afrika.
Vikingen tijdperk, 800 - 1050
Het Vikingen tijdperk begon in de 9e eeuw en schatplaatsen met grote hoeveelheden Romeinse, Byzantijnse en Arabische munten tonen de pracht en de macht die de Zweedse Vikingen bezaten in die tijd. De Zweedse Vikingen richtten zich (in tegenstelling tot de Deense en Noorse) voornamelijk op het oosten (Rusland) en handelden met het Byzantijnse rijk (en plunderden het eveneens). Het christendom kreeg pas in de 11e eeuw enige betekenis in Zweden, maar de bevolking bleef nog lang de oude goden trouw.Er zijn verschillen van mening over het tijdstip waarop het land een verenigde natie werd. Volgens sommigen al in de 9e eeuw, anderen leggen dit punt rond het jaar 1000. Bewaard gebleven geschriften dateren pas uit de latere middeleeuwen. Maar het aantal versterkingen, vergaderplaatsen, graven en versierde plekken uit die tijd is indrukwekkend.
Middeleeuwen
In de 12e eeuw begon de kolonisatie van Finland, tot het aan het einde van de 13e eeuw geheel deel van Zweden uitmaakte.In 1389 werd de Kalmar Unie gevormd, waarbij Zweden, Denemarken en Noorwegen één werden en geregeerd door de Deense koningen. De Zweden wilden echter al snel de unie verbreken en na diverse pogingen lukte dit in 1523. De jonge edelman Gustav Vasa, die de opstand leidde na het zogenaamde 'bloedbad van Stockholm', werd tot koning gekroond door de Rijksdag.
Sinds de 13e eeuw bestaat het Zweedse parlement (riksdagen) uit vertegenwoordigers uit alle lagen van de vrije bevolking, het oudste parlement met zo'n brede vertegenwoordiging.
1523 - 1905
In 1527 verbrak Zweden de relatie met de katholieke kerk en begon de reformatie.Door diverse oorlogen, gevoerd van de 16e tot de 18e eeuw, verkreeg Zweden de kontrole over grote gebieden en werd het de dominerende macht in het noorden van Europa. Behalve het huidige Zweden hoorden ook Finland, delen van Rusland, Estonia, Letland en veel Noord-Duitse steden en gebieden tot het rijk.
In een oorlog tegen Rusland (1808 - 1809) verloor Zweden Finland. Ook werd in 1809 een nieuwe grondwet opgesteld waarin de verdeling van de wetgevende macht tussen de koning en het parlement werd geregeld. Het ambt van ombudsman ontstond om de bureaucratische machten te kontroleren. In 1813 en 1814 nam Zweden deel aan de kampagne tegen Napoleon. Op de vredesconferentie verkreeg Zweden Noorwegen in ruil voor de gebieden in het noorden van Duitsland. Dit was tevens de laatste oorlog waar Zweden aan deelnam.
De unie met Noorwegen werd in 1905 vreedzaam beëindigd.
1905 - heden
Zweden verklaarde zichzelf neutraal bij het uitbreken van de 1e wereldoorlog en werd geregeerd door een liberale regering tot 1917. Voedseltekorten leidden echter tot onlusten en voor de eerste keer kwam een sociaal demokratische regering aan de macht. De sociaal demokraten domineerden de politiek na 1932, en volgden het beleid van de liberalen in de jaren 20 om ekonomische interventie te verenigen met het invoeren van de welvaartsstaat. Dit ging vrijwel onafgebroken door tot in de jaren 70. De sociale doelstellingen kwamen echter onder druk te staan van een teruglopende ekonomie. De steun voor de sociaal demokraten werd minder, helemaal na de moord op minister-president Olof Palme.In 1996, 10 jaar na de moord op Palme, beschuldigde een leider van een Zuid-Afrikaans doodseskader een voormalige Rhodesische soldaat van de moord op Palme, volgens hem in dienst van de Zuid-Afrikaanse inlichtingendienst. Palme was een fervent tegenstander van de apartheid in Zuid-Afrika.
Klimaat
Zweden is een groot, langgerekt land (1500 km. van noord naar zuid) en kent grote verschillen in natuur en klimaat.
De zomers, die meestal in juni beginnen en tot september lopen, kunnen erg warm zijn, onder meer door de lange dagen. Zweden heeft voor het grootste deel een landklimaat: warme, droge zomers en strenge winters. Skåne in het zuiden heeft nog een enigszins maritiem klimaat, mede door de Warme Golfstroom. In het noorden (Lapland) en de oostelijke gebieden langs de Botnische Golf kan het erg koud worden.
Het zuiden heeft vier tot vijf zomermaanden, het midden drie tot vier en het noorden een tot drie. Van noord naar zuid zijn er met name in de winter grote verschillen in de gemiddelde temperatuur. In januari b.v. is de gemiddelde temperatuur in Lapland -14°C en kan dalen tot meer dan -35°C. Aan de zuidkust is het dan gemiddeld -1°C. De neerslag is ongelijk verdeeld over het land. De westkust tussen Malmö en de Noorse grens krijgt de meeste regen, ± 700 mm per jaar. Het oosten van Zweden heeft maar 300-400 mm per jaar.
Evenals in Noorwegen en Finland zijn er in Zweden twee bijzondere fenomenen waar te nemen: de middernachtzon en het noorderlicht.
De zomers, die meestal in juni beginnen en tot september lopen, kunnen erg warm zijn, onder meer door de lange dagen. Zweden heeft voor het grootste deel een landklimaat: warme, droge zomers en strenge winters. Skåne in het zuiden heeft nog een enigszins maritiem klimaat, mede door de Warme Golfstroom. In het noorden (Lapland) en de oostelijke gebieden langs de Botnische Golf kan het erg koud worden.
Het zuiden heeft vier tot vijf zomermaanden, het midden drie tot vier en het noorden een tot drie. Van noord naar zuid zijn er met name in de winter grote verschillen in de gemiddelde temperatuur. In januari b.v. is de gemiddelde temperatuur in Lapland -14°C en kan dalen tot meer dan -35°C. Aan de zuidkust is het dan gemiddeld -1°C. De neerslag is ongelijk verdeeld over het land. De westkust tussen Malmö en de Noorse grens krijgt de meeste regen, ± 700 mm per jaar. Het oosten van Zweden heeft maar 300-400 mm per jaar.
Evenals in Noorwegen en Finland zijn er in Zweden twee bijzondere fenomenen waar te nemen: de middernachtzon en het noorderlicht.
Flora en fauna
Flora
Zweden is voor ruim 55% bedekt met bossen, voornamelijk met dennen, sparren en lariksen. In het zuiden overheerst de beuk en de eik komt nog tot in Midden-Zweden voor. De berk kan nog noordelijker gevonden worden en in de noordelijkste streken de dwergberk. De boomgrens daalt van 900 à 1000 m. boven zeeniveau in Dalarna tot ca. 500 m boven zeeniveau aan de grens tussen Zweeds en Noors Lapland.
In de zomer is praktisch het hele land bedekt met bloemen, vooral klaprozen, korenbloemen, margrieten en allerlei soorten veldbloemen. In Zweden komen ongeveer 2000 plantensoorten voor. Bosbessen en frambozen komen veel in het wild voor. Op de eilanden Öland en Gotland treft men een aparte vegetatie aan. De kalksteengrond houdt de zonnewarmte goed vasthoudt waardoor er soms een subtropische plantengroei ontstaat. Zo groeien op beschutte plaatsen perzik, moerbij en walnoot. Ook zo'n dertig soorten orchideeën zijn zeer bijzonder.
Fauna
Elanden, rendieren en vossen komen veel voor door heel Zweden. In Lapland zwerven grote kudden rendieren die behoren aan Lappenfamilies. Zeldzame dieren zijn de bruine beer, de wolf, de lynx en de veelvraat. In Midden- en Zuid-Zweden leeft vrij veel klein wild als marters, wezels en vossen. In het noorden leven sneeuwhazen, poolvossen en lemmingen. Zweden kent meer dan 300 vogelsoorten. Aan de zeekust leven allerlei soorten meeuwen, eenden en sterns. Bij de meren leven kiekendieven, futen en talingen. In de bossen komen auerhoen, korhoen, spechten en uilen voor. Veel voorkomende roofvogels zijn arenden, valken, uilen, buizerds en sperwers. In de naaldwouden leven spechten, goudvinken, raven en bonte kraaien. Zweden is zeer belangrijk als broedgebied van talrijke vogelsoorten van het noorden; hiervan is de Europese kraanvogel ongetwijfeld de meest opvallende. Zweedse rivieren en meren zitten barstensvol met vis. In de noordelijke wateren veel baars, snoek, zalm en forel. Langs de kusten tonijn, haring, makreel, kabeljauw en strömming (Oostzeeharing). Verder komen er drie soorten slangen (waaronder de adder), en drie soorten hagedissen in Zweden voor.
Een groot aantal nationale parken en reservaten liggen verspreid over het land; het bekendste is het in Lapland gelegen Abisko Nationale Park.
Zweden is voor ruim 55% bedekt met bossen, voornamelijk met dennen, sparren en lariksen. In het zuiden overheerst de beuk en de eik komt nog tot in Midden-Zweden voor. De berk kan nog noordelijker gevonden worden en in de noordelijkste streken de dwergberk. De boomgrens daalt van 900 à 1000 m. boven zeeniveau in Dalarna tot ca. 500 m boven zeeniveau aan de grens tussen Zweeds en Noors Lapland.
In de zomer is praktisch het hele land bedekt met bloemen, vooral klaprozen, korenbloemen, margrieten en allerlei soorten veldbloemen. In Zweden komen ongeveer 2000 plantensoorten voor. Bosbessen en frambozen komen veel in het wild voor. Op de eilanden Öland en Gotland treft men een aparte vegetatie aan. De kalksteengrond houdt de zonnewarmte goed vasthoudt waardoor er soms een subtropische plantengroei ontstaat. Zo groeien op beschutte plaatsen perzik, moerbij en walnoot. Ook zo'n dertig soorten orchideeën zijn zeer bijzonder.
Fauna
Elanden, rendieren en vossen komen veel voor door heel Zweden. In Lapland zwerven grote kudden rendieren die behoren aan Lappenfamilies. Zeldzame dieren zijn de bruine beer, de wolf, de lynx en de veelvraat. In Midden- en Zuid-Zweden leeft vrij veel klein wild als marters, wezels en vossen. In het noorden leven sneeuwhazen, poolvossen en lemmingen. Zweden kent meer dan 300 vogelsoorten. Aan de zeekust leven allerlei soorten meeuwen, eenden en sterns. Bij de meren leven kiekendieven, futen en talingen. In de bossen komen auerhoen, korhoen, spechten en uilen voor. Veel voorkomende roofvogels zijn arenden, valken, uilen, buizerds en sperwers. In de naaldwouden leven spechten, goudvinken, raven en bonte kraaien. Zweden is zeer belangrijk als broedgebied van talrijke vogelsoorten van het noorden; hiervan is de Europese kraanvogel ongetwijfeld de meest opvallende. Zweedse rivieren en meren zitten barstensvol met vis. In de noordelijke wateren veel baars, snoek, zalm en forel. Langs de kusten tonijn, haring, makreel, kabeljauw en strömming (Oostzeeharing). Verder komen er drie soorten slangen (waaronder de adder), en drie soorten hagedissen in Zweden voor.
Een groot aantal nationale parken en reservaten liggen verspreid over het land; het bekendste is het in Lapland gelegen Abisko Nationale Park.
Economie
Zweden heeft zich de laatste honderd jaar ontwikkeld van een betrekkelijk arm agrarisch land tot een moderne, geïndustrialiseerde samenleving. Zweden is nu een van de welvarendste landen ter wereld, met hoge inkomens en goede sociale zekerheden.
Zweden heeft een vrijemarkt economie waarin het particuliere bedrijfsleven de grootste rol speelt. Bijna 90% van de bedrijven is in particuliere handen. De industrie is voornamelijk gebaseerd op de rijke minerale voorraden, uitgestrekte wouden en een aantal Zweedse uitvindingen aan het begin van de 20e eeuw. Zweden is een van de voornaamste exportlanden ter wereld van ijzererts en houtprodukten (papierpulp en papier). Staal van topkwaliteit is een andere Zweedse specialteit.
Bosbouw
Sinds het midden van de 19e eeuw heeft de bosbouw een belangrijke rol gespeeld in de Zweedse industrie. Geen wonder met meer dan 55% van het land bedekt met uitgestrekte bossen. De meeste produkten (hout, papier, papierpulp) worden geëxporteerd. In de jaren 50 van de 20e eeuw bestond de helft van alle export (in geld uitgedrukt) uit bosbouwprodukten. De Zweedse bosbouw is erg modern en gericht op lange termijn doelen waarbij zoveel mogelijk rekening met de omgeving en het milieu gehouden wordt.
Mijnbouw
Zweden is rijk aan bodemschatten. Het belangrijkste mijnbouwproduct is ijzererts, dat in het noorden in Lapland gewonnen wordt. 90% van de mijnbouwproduktie wordt geëxporteerd, voornamelijk naar Duitsland (staalindustrie). Sinds de 1975 is de uitvoer verminderd, maar nog steeds behoort Zweden tot de top 10 exporteurs van ijzererts ter wereld. Ook de staalindustrie exporteert de meeste produkten en richt zich op kwaliteitsstaal. Meer dan de helft van de uitvoer bestaat uit duurdere staalsoorten die gebruikt worden voor precisie-instrumenten en kogellagers, etc.
Verder worden nog koper, lood, zink en kleine hoeveelheden goud en zilver gedolven. Arsenicum wordt ook in grote hoeveelheden aangetroffen en de grootste loodreserves bevinden zich in Zweden. Er bevinden zich belangrijke uraniumvoorraden in Västergötland (Zuid-Zweden), ongeveer 80% van de totale Europese voorraden.
Industrie
De metaalverwerkende industrie werkt op een high-tech nivo en is de grootste industrie in Zweden, dat ook wereldwijd een goede naam heeft op dit gebied. Auto's, vrachtwagens en vliegtuigen zijn bekende Zweedse produkten. De elektrotechnische industrie heeft ook een grote vlucht genomen en vrijwel alle produktieprocessen zijn geautomatiseerd, meer dan waar ook ter wereld. De belangrijkste industriële centra liggen in Midden-Zweden en aan de zuidkust.
Dienstensektor
De dienstensektor is ruimschoots de grootste sektor wat werkgelegenheid betreft (74% van de beroepsbevolking). Grote delen van de Zweedse dienstensektor horen bij de publieke sektor: bijna alle ziekenhuizen, scholen en kinderopvangcentra zijn van de staat. Langzamerhand worden echter steeds meer onderdelen geprivatiseerd, zoals Posten (de post), Telia (telekommunikatie) en SJ (de spoorwegen).
Chemische industrie
Chemische produkten worden al meer dan 100 jaar in Zweden geproduceerd. In het begin waren het voornamelijk explosieven en lucifers maar na de 2e wereldoorlog werden verf en plastic belangrijke produkten. De farmaceutica is ook een snel groeiende industrie.
Landbouw, veehouderij en visserij
Nog geen 2% van de bevolking werkt in de landbouw, maar wel wordt daarmee in 80% van de binnenlandse behoefte voorzien. De landbouw en veehouderij is geconcentreerd in het zuiden en iets minder in het midden van Zweden. Het belang van de visserij voor de economie is sinds de jaren zestig voortdurend minder geworden. De totale visvangst per jaar bedraagt ongeveer 200.000 ton, waarvan de helft bestaat uit kabeljauw en haring.
Energievoorziening
Het energieverbruik in Zweden is zeer groot door het klimaat, de hoge levensstandaard, de grote afstanden en de relatief lage energieprijzen.
Waterkracht levert 44% van de energiebehoefte, kernenergie 46% en de overige 10% van de benodigde energie wordt geleverd door olie- en kolengestookte centrales. Al voor de kernramp van Tsjernobyl in 1986 was er een diskussie op gang gekomen over de uitbreiding van het aantal kerncentrales. Dit heeft ertoe geleid dat men besloten heeft vanaf het begin van de 21ste eeuw het aandeel van de kernenergie te verminderen en uiteindelijk afschaffing daarvan binnen Zweden te komen. Streefdatum was uiterlijk 2010, maar van de 12 centrales is pas 1 gesloten en de publieke opinie lijkt nu grotendeels voor voortzetting van kernenergie te zijn.
Handel
De belangrijkste uitvoerproducten zijn: elektrotechnische apparatuur, transportmiddelen, telecommunicatiemiddelen, papierpulp, hout, papier, textiel, aardewerk en meubelen. De belangrijkste afnemers zijn: Duitsland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Denemarken, Finland en Noorwegen. Ingevoerd worden: voedingsmiddelen, aardolie, ijzer en staal. De belangrijkste leveranciers zijn: Duitsland, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Finland, Denemarken en noorwegen. Zweden is lid van de Europese Unie, maar doet (nog) niet mee aan de Euro.
Transport
Zweden beschikt met name in het zuiden en midden over een goed onderhouden en uitgebreid wegennet. De belangrijkste verbindingen met het dunbevolkte noorden worden gevormd door twee spoorlijnen en een autoweg. Het autotransport is het belangrijkste middel voor personen- en goederenvervoer.Zweden heeft één van de grootste spoorwegnetten van Europa (totale lengte 9930 km). De spoorlijnen zijn vooral belangrijk voor het goederenvervoer.
Voor de binnenscheepvaart, van belang voor het vervoer van ertsen, olie en steenkool, is een uitgebreid net van kanalen aangelegd. Göteborg, Hälsingborg, Malmö en Stockholm zijn de belangrijkste zeehavens. Zweden neemt met Noorwegen en Denemarken deel aan het Scandinavian Airlines System (SAS), dat ook het binnenlands luchtverkeer in Zweden voor zijn rekening neemt. Internationale vliegvelden liggen bij Stockholm, Göteborg en Malmö.
Zweden heeft een vrijemarkt economie waarin het particuliere bedrijfsleven de grootste rol speelt. Bijna 90% van de bedrijven is in particuliere handen. De industrie is voornamelijk gebaseerd op de rijke minerale voorraden, uitgestrekte wouden en een aantal Zweedse uitvindingen aan het begin van de 20e eeuw. Zweden is een van de voornaamste exportlanden ter wereld van ijzererts en houtprodukten (papierpulp en papier). Staal van topkwaliteit is een andere Zweedse specialteit.
Bosbouw
Sinds het midden van de 19e eeuw heeft de bosbouw een belangrijke rol gespeeld in de Zweedse industrie. Geen wonder met meer dan 55% van het land bedekt met uitgestrekte bossen. De meeste produkten (hout, papier, papierpulp) worden geëxporteerd. In de jaren 50 van de 20e eeuw bestond de helft van alle export (in geld uitgedrukt) uit bosbouwprodukten. De Zweedse bosbouw is erg modern en gericht op lange termijn doelen waarbij zoveel mogelijk rekening met de omgeving en het milieu gehouden wordt.
Mijnbouw
Zweden is rijk aan bodemschatten. Het belangrijkste mijnbouwproduct is ijzererts, dat in het noorden in Lapland gewonnen wordt. 90% van de mijnbouwproduktie wordt geëxporteerd, voornamelijk naar Duitsland (staalindustrie). Sinds de 1975 is de uitvoer verminderd, maar nog steeds behoort Zweden tot de top 10 exporteurs van ijzererts ter wereld. Ook de staalindustrie exporteert de meeste produkten en richt zich op kwaliteitsstaal. Meer dan de helft van de uitvoer bestaat uit duurdere staalsoorten die gebruikt worden voor precisie-instrumenten en kogellagers, etc.
Verder worden nog koper, lood, zink en kleine hoeveelheden goud en zilver gedolven. Arsenicum wordt ook in grote hoeveelheden aangetroffen en de grootste loodreserves bevinden zich in Zweden. Er bevinden zich belangrijke uraniumvoorraden in Västergötland (Zuid-Zweden), ongeveer 80% van de totale Europese voorraden.
Industrie
De metaalverwerkende industrie werkt op een high-tech nivo en is de grootste industrie in Zweden, dat ook wereldwijd een goede naam heeft op dit gebied. Auto's, vrachtwagens en vliegtuigen zijn bekende Zweedse produkten. De elektrotechnische industrie heeft ook een grote vlucht genomen en vrijwel alle produktieprocessen zijn geautomatiseerd, meer dan waar ook ter wereld. De belangrijkste industriële centra liggen in Midden-Zweden en aan de zuidkust.
Dienstensektor
De dienstensektor is ruimschoots de grootste sektor wat werkgelegenheid betreft (74% van de beroepsbevolking). Grote delen van de Zweedse dienstensektor horen bij de publieke sektor: bijna alle ziekenhuizen, scholen en kinderopvangcentra zijn van de staat. Langzamerhand worden echter steeds meer onderdelen geprivatiseerd, zoals Posten (de post), Telia (telekommunikatie) en SJ (de spoorwegen).
Chemische industrie
Chemische produkten worden al meer dan 100 jaar in Zweden geproduceerd. In het begin waren het voornamelijk explosieven en lucifers maar na de 2e wereldoorlog werden verf en plastic belangrijke produkten. De farmaceutica is ook een snel groeiende industrie.
Landbouw, veehouderij en visserij
Nog geen 2% van de bevolking werkt in de landbouw, maar wel wordt daarmee in 80% van de binnenlandse behoefte voorzien. De landbouw en veehouderij is geconcentreerd in het zuiden en iets minder in het midden van Zweden. Het belang van de visserij voor de economie is sinds de jaren zestig voortdurend minder geworden. De totale visvangst per jaar bedraagt ongeveer 200.000 ton, waarvan de helft bestaat uit kabeljauw en haring.
Energievoorziening
Het energieverbruik in Zweden is zeer groot door het klimaat, de hoge levensstandaard, de grote afstanden en de relatief lage energieprijzen.
Waterkracht levert 44% van de energiebehoefte, kernenergie 46% en de overige 10% van de benodigde energie wordt geleverd door olie- en kolengestookte centrales. Al voor de kernramp van Tsjernobyl in 1986 was er een diskussie op gang gekomen over de uitbreiding van het aantal kerncentrales. Dit heeft ertoe geleid dat men besloten heeft vanaf het begin van de 21ste eeuw het aandeel van de kernenergie te verminderen en uiteindelijk afschaffing daarvan binnen Zweden te komen. Streefdatum was uiterlijk 2010, maar van de 12 centrales is pas 1 gesloten en de publieke opinie lijkt nu grotendeels voor voortzetting van kernenergie te zijn.
Handel
De belangrijkste uitvoerproducten zijn: elektrotechnische apparatuur, transportmiddelen, telecommunicatiemiddelen, papierpulp, hout, papier, textiel, aardewerk en meubelen. De belangrijkste afnemers zijn: Duitsland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Denemarken, Finland en Noorwegen. Ingevoerd worden: voedingsmiddelen, aardolie, ijzer en staal. De belangrijkste leveranciers zijn: Duitsland, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Finland, Denemarken en noorwegen. Zweden is lid van de Europese Unie, maar doet (nog) niet mee aan de Euro.
Transport
Zweden beschikt met name in het zuiden en midden over een goed onderhouden en uitgebreid wegennet. De belangrijkste verbindingen met het dunbevolkte noorden worden gevormd door twee spoorlijnen en een autoweg. Het autotransport is het belangrijkste middel voor personen- en goederenvervoer.Zweden heeft één van de grootste spoorwegnetten van Europa (totale lengte 9930 km). De spoorlijnen zijn vooral belangrijk voor het goederenvervoer.
Voor de binnenscheepvaart, van belang voor het vervoer van ertsen, olie en steenkool, is een uitgebreid net van kanalen aangelegd. Göteborg, Hälsingborg, Malmö en Stockholm zijn de belangrijkste zeehavens. Zweden neemt met Noorwegen en Denemarken deel aan het Scandinavian Airlines System (SAS), dat ook het binnenlands luchtverkeer in Zweden voor zijn rekening neemt. Internationale vliegvelden liggen bij Stockholm, Göteborg en Malmö.
Toerisme
Veel mensen gaan naar Frankrijk of Engeland voor historische monumenten en kastelen, maar ook Zweden heeft een rijk historisch verleden. Veel overblijfselen zijn nog steeds te zien zijn zoals 1140 kastelen, 2500 runenstenen en 25.000 beschermde graven uit het IJzeren tijdperk. Het cultuurcentrum van Zweden is Stockholm, dat dan ook de meeste toeristen trekt. Ystad en Båstad zijn bekende badplaatsen. De Oostzee-eilanden Gotland en Öland zijn toeristisch populair door hun milde klimaat en subtropische plantengroei.
Er komen jaarlijks zo'n 6 miljoen bezoekers naar Zweden.
Er komen jaarlijks zo'n 6 miljoen bezoekers naar Zweden.