Dinsdag 17 september, de abdij van Dryburgh
De zon schijnt vanochtend nog uitbundiger dan gisteren en de hemel is strakblauw. Met 15 a 16 graden prima te doen en de verwachting is dat het de komende dagen nog wat warmer wordt. Je hoort ons niet klagen, tot nu toe hebben we voornamelijk droog weer gehad, wat niet altijd vanzelfsprekend is in Schotland.
We rijden naar het oosten en zien een bordje dat verwijst naar een standbeeld van Willam Wallace, de bekende Schotse vrijheidsstrijder uit de 13e eeuw die vooral bekend is geworden door de film Braveheart. Het bekendste monument van hem staat in de buurt van Stirling maar hier liet een excentrieke graaf (David Stuart Erskine, 11e graaf van Buchan met een grote passie voor alles wat Schots was) in 1814 een beeld van deze held maken, de eerste in Schotland. Een korte wandeling door het bos brengt ons tot aan de voet van het beeld dat uitkijkt over de rivier de Tweed.
Het gezicht is gebaseerd op een portret van hem dat in Frankrijk was gevonden en het beeld is ruim 7 meter hoog. William Wallace maakte zelf echter niet mee dat Schotland zijn onafhankelijkheid terugkreeg, hij werd verraden en op een lugubere manier ter dood gebracht.
Het gezicht is gebaseerd op een portret van hem dat in Frankrijk was gevonden en het beeld is ruim 7 meter hoog. William Wallace maakte zelf echter niet mee dat Schotland zijn onafhankelijkheid terugkreeg, hij werd verraden en op een lugubere manier ter dood gebracht.
Iets verderop rijden we langs Scott's view dat een breed uitzicht geeft op de vallei waardoor de Tweed stroomt en gedomineerd wordt door de drie toppen van de Eildon heuvels. Het was een geliefd plekje van Sir Walter Scott en hij stopte hier zo vaak met zijn koets dat het verhaal gaat dat zijn paarden hier vaak uit zichzelf stilstonden. Dit zou ook tijdens zijn uitvaart gebeurd zijn, en de begrafenisstoet stond inderdaad hier een tijdje stil maar dat kwam in werkelijkheid door een ongeluk.
We rijden nog een stuk verder in de richting van de Tweed en zien ook hier diverse landgoederen langs de oevers. Tweed is een oude Keltische benaming voor 'grens' en een deel van de rivier, meer naar het oosten, is lange tijd de natuurlijke grens tussen Engeland en Schotland geweest. De vallei met de heuvels waardoor de rivier stroomt is in de laatste ijstijd uitgesleten door een gletsjer en wordt ook wel een drumlin genoemd. Het geeft nu een lieflijk glooiend landschap dat zo karakteristiek is voor de Borders.
Met een boog keren we terug naar Dryburgh waar we de abdij bezoeken. We zien een bordje dat we nog niet eerder hebben gezien, namelijk een verbodsbord voor drones. Officieel moet je volgens de Schotse wet al minstens 50 meter afstand houden van mensen of gebouwen en er ook niet overheen vliegen maar blijkbaar houdt niet iedereen zich daaraan en het lijkt me ook wel verleidelijk want je kunt erg mooie beelden schieten van de vele historische plekken in Schotland. Andere borden geven informatie over de abdij en haar geschiedenis.
De abdij werd rond 1150 gesticht als een norbertijnse abdij maar net als andere abdijen en kastelen in de buurt kreeg men ook hier te maken met invallen door de Engelsen en in 1322 werd het gebouw voor het eerst in brand gestoken. Dankzij giften van edelen, waaronder Robert de Bruce, werd direct begonnen met de herbouw maar in 1385 gebeurde hetzelfde na een invasie van Richard II. Maar ook nu begon de wederopbouw vrijwel meteen. In de 15e eeuw beleefde de abdij haar bloeitijd totdat ze in 1544 grondig vernietigd werd door een Engels leger.
Na de reformatie in 1560 mochten er geen nieuwe broeders intreden in de gemeenschap en tegen 1600 woonde er niemand meer. De ruïne werd in 1786 door de 11e graaf van Buchan (die ook het William Wallace standbeeld liet oprichten) aangekocht en legde een grote tuin aan rond de restanten van de gebouwen die verder bleven zoals ze waren. Zelf werd hij in 1829 begraven in de voormalige sacristie en ook de beroemde schrijver Sir Walter Scott is op het terrein begraven samen met zijn familie. Het schijnt dat zijn begrafenisstoet meer dan een mijl (1,6 km) lang was.
Achter de ruïnes zien we een kleine obelisk met figuren van koning James I en II en Hugh de Moreville, de stichter van de abdij. De obelisk werd gemaakt in opdracht van de graaf van Buchan in 1794 ter nagedachtenis aan zijn voorvaderen. De koningen hebben een militair tenue aan maar wij vinden James II er meer als een hofnar uitzien met zijn hoofddeksel.
Op een zonnige dag als vandaag is het prettig toeven op deze plek en je kunt er lange wandelingen maken langs de Tweed. Er zijn meerdere mensen die een lunchpakket mee hebben genomen en picknicken bij een van de bankjes in het park. De entreeprijs is 6 pond per persoon maar wij vinden het wel de moeite waard.
Op een zonnige dag als vandaag is het prettig toeven op deze plek en je kunt er lange wandelingen maken langs de Tweed. Er zijn meerdere mensen die een lunchpakket mee hebben genomen en picknicken bij een van de bankjes in het park. De entreeprijs is 6 pond per persoon maar wij vinden het wel de moeite waard.
Van Dryburgh rijden we naar de Smailholm Tower, een woontoren van 4 verdiepingen dat nog grotendeels intact is. Ook dit is een van de plekken die verbonden is met Sir Walter Scott. Op zijn 2e werd hij naar zijn grootouders gestuurd om aan te sterken na een polio-aanval. Ze woonden in de schaduw van de toren en die speelde een rol in één van zijn gedichten waardoor zijn oom werd gemotiveerd om de toren op te knappen. De toren speelt ook een rol in een jeugdroman (In the keep of time door Margaret Anderson) waar 4 kinderen door de tijd reizen met behulp van een sleutel van het kasteel.
Vandaar is het niet ver rijden naar Hume, waar Hume Castle het gehucht domineert. Van afstand ziet het er blokkerig uit, de muren vormen een vierkant rond een binnenplaats en ook de kantelen zijn rechthoekig. Geen torentjes en geen ronde vormen te bekennen. Teije loopt even de heuvel op naar de ruïne om wat foto's te maken van het kasteel dat vooral diende om te waarschuwen voor invallen door de Engelsen.
Naast de ingang staat een kleine leisteen met een gedicht voor iemand van de Hume clan die het kasteel nog steeds als hun spirituele thuis beschouwen. Dit soort gedenktekens zijn vaak ontroerender dan vele grote monumenten.
Naast de ingang staat een kleine leisteen met een gedicht voor iemand van de Hume clan die het kasteel nog steeds als hun spirituele thuis beschouwen. Dit soort gedenktekens zijn vaak ontroerender dan vele grote monumenten.
Via ons nog onbekende wegen rijden we de Borders uit naar Midlothian, het gebied ten zuiden van Edinburgh, en bij Crichton zien we in de verte het 14e eeuwse Crichton kasteel liggen, een eindje voorbij een kerk. Het hele gebied staat vol geparkeerde auto's dus er zal wel een bruiloft of begrafenis aan de gang zijn. We vinden nog net een plekje om te parkeren en lopen richting het kasteel. Maar ik ben een beetje slordig en kijk meer op het schermpje van mijn mobiel om de foto's te bekijken dan dat ik op het ongelijke terrein let.
Voor ik het weet lig ik op de grond en gil ik het uit van de pijn. Mijn enkel is zwaar gestuikt of verzwikt. Het duurt even voor ik kan opstaan en met moeite naar de auto kan hinkelen. De pijn wordt niet minder maar gelukkig lijk ik alles te kunnen bewegen. We rijden nu toch maar rechtstreeks naar huis waar ik natte koude zwachtels op de steeds dikker wordende enkel en voet leg. Dat is een flinke tegenvaller, de rest van de vakantie kan ik bijna niet lopen. Maar er is in ieder geval niets gebroken.