Maandag 17 september, een tocht rond Stirling
Brrr, wat is het weer koud. Het regent lichtjes wanneer we op pad gaan maar gelukkig wordt het al snel droog. Teije heeft vooral wat langere doorgaande wegen op de kaart uitgekozen waar we nog niet geweest zijn. We hebben nog heel wat af te rijden en ik hoop iedere keer maar dat het de moeite waard is want dat is niet altijd het geval.

In de buurt van Falkirk zien we vanaf de weg twee grote paardenkoppen, 30 meter hoog en blikvanger voor het Helix project dat een grote groene ruimte wil creëren waardoor de lokale gemeenschappen verbonden worden. Er is een bezoekerscentrum waar je zelfs binnen in de paarden kunt komen. Wij bewaren dat bezoek aan de Kelpies, een watergeest uit de Schotse mythologie die zich meestal vertoont in de vorm van een onschuldig paard, voor een andere keer. Het Zijn trouwens niet zulke aardige wezens, ze eten namelijk mensen. Mocht je ontvoerd worden probeer dan de teugels te grijpen, dan heb je macht over de Kelpie.

We volgen de A905 langs de zuidkust van de Firth of Forth, een brede zeearm die diep in het land snijdt, en passeren diverse stadjes waar we wat rondkijken en uiteraard weer leuke gebouwen zien zoals de Bridgeness tower die midden in een woonwijk staat. De toren is oorspronkelijk als molen gebouwd rond 1750 maar werd later voor bewoning gebruikt en na een grondige restauratie is het nu ook weer bewoond.

Tegenover deze wijk is een grasveld waar een verlaten torenruïne staat. Het is onderdeel van de muur van Antonius die de nieuwe grens van het Romeinse rijk moest aangeven in plaats van de muur van Hadrianus die zo'n 160 kilometer zuidelijker ligt. Om de 2 mijl werd een fort geplaatst waarvan deze toren onderdeel was en ook werden 18 gedenkstenen geplaatst waar men de verovering van een deel van Schotland herdacht ter ere van keizer Antonius. De muur heeft niet lang als grens gediend, al snel moesten de Romeinen zich weer terugtrekken uit Schotland achter de muur van Hadrianus. Het waren woestelingen, hier in Schotland!

Dit gebied hebben we tot nu toe overgeslagen, meestal proberen we de lijn Edinburgh-Glasgow zo snel mogelijk over te steken op weg naar het noorden of zuiden. Toch zijn er veel bezienswaardigheden zoals kasteel Blackness waarvan de vorm aan de noordooostzijde driehoekig is zodat het op en schip lijkt. Het is er erg druk en we worden verzocht een stuk verder te parkeren. Maar we hebben al zoveel kastelen van binnen gezien dat we verder rijden en zien dan een toren op een heuvel in de verte, daar maar eens kijken. En het blijkt onderdeel te zijn van the House of the Binns (genoemd naar de twee heuvel waar het landgoed op ligt, dus niet het vuilnisbakkenhuis).

Het huidige landhuis dateert uit de 17e eeuw maar er zijn sporen van bewoning gevonden die teruggaan tot de prehistorie. De familie Dalyell heeft er eeuwen gewoond en de beruchtste inwoner was generaal Tam o' the Binns over wie het verhaal gaat dat hij regelmatig kaart speelde met de duivel op een marmeren tafel. Meestal verloor hij maar op één avond won Tam en de duivel gooide de tafel in zijn woede naar Tam. Hij mistte en de tafel kwam in de vijver buiten terecht, waar 200 jaar later inderdaad een marmeren tafel werd gevonden toen de vijver opdroogde. En zo heeft bijna ieder oud huis of kasteel wel een paar mooie verhalen in Schotland.

Het huis wordt nog bewoond maar een klein deel is te bezoeken. Wij wandelen echter naar de andere heuvel waar de Binns tower staat die we vanuit de verte zagen. Het is een folly (een dwaasheid oftewel een gebouw zonder functie) en er wordt verteld dat het het resultaat was van een weddenschap om te kijken wie uit de buurt voor £ 100 het meest zinloze maar geestige manier. En zo liet Sir James Dalyell het in 1825 bouwen en irriteerde daarmee bewust ook nog eens zijn buren die van alle kanten de toren zagen. Tegenwoordig waart de geest van generaal Tam er nog rond en huist er een kwaadaardige watergeest in de vijver. Dat je het maar weet.

Vanaf het landgoed zagen we de 3 bruggen over de Forth of Firth bij Queensferry al liggen en nu rijden we erheen. Vroeger waren er alleen de Forth (Rail) Bridge en de Forth Road bridge, sinds 2017 is echter ook een nieuwe brug geopend, de Queensferry Crossing, kosten: meer dan een miljard pond. Het vervangt de oude brug die in 1964 werd geopend maar nu alleen nog voor openbaar vervoer wordt gebruikt. Voor die tijd kon men alleen met de trein naar de overkant of de ferry. Queensferry is zo genoemd omdat koningin Margaret (11e eeuw) hier regelmatig met pelgrims overstak.

De oude stalen spoorbrug uit het einde van de 19e eeuw wordt nog steeds gebruikt en er schijnt continue een ploeg schilders aan het werk te zijn. Met ruim 2,5 kilometer lengte was het voor die tijd een behoorlijke prestatie om dit gevaarte te bouwen waarin maar liefst 7 miljoen klinknagels zouden zijn verwerkt. Wel vielen er 54 doden tijdens de bouw ervan. De brug is nu een soort symbool van Schotland en is gekozen tot Schotland's grootste door mensen gebouwd wereldwonder.

Maar wij zijn hier ook omdat we naar Deep Sea World willen, een aquarium dat bijna onder de pijlers van de spoorbrug ligt. Zo doen we ook nog wat anders dan alleen maar rondrijden. De folders zagen er leuk uit maar de toegangsprijs is wel pittig, bijna £ 16. Er is wel een 110 meter lange onderwatertunnel waaardoor je door het aquarium lijkt te lopen. Of eigenlijk is het een rolband, dus we hoeven niet eens te lopen. Om ons heen zwemmen de haaien, roggen en andere vissen en vooral kinderen vinden het fantastisch.

Ook zijn er een aantal bijzondere dieren zoals de bijtschildpad die er als een prehistorisch monster uitziet. Ik heb nooit geweten dat er schildpadden waren met zulke sterke kaken dat ze zefs krokodillen kunnen vangen en opeten. Om het halve uur wordt bij een terrarium een informatiepraatje gehouden of worden dieren gevoerd. Toen we binnenkwamen en na de onderwatertunnel hadden we de indruk dat het een behoorlijk grote expositie was maar dat valt tegen, eigenlijk zijn het maar een paar ruimtes en beslaat de onderwatertunnel het grootste deel.

Buiten zwemmen nog een paar zeehonden maar dat was het dan ook wel. Het is mooi ingericht en opgezet (laat dat maar aan Engelsen en Schotten over, die kunnen dat goed) maar na iets meer dan een uur zijn we wel uitgekeken. En we vinden het zonde van de tijd om nog een uur te wachten voor een volgende show.

Dan maar even naar het restaurant maar hier wordt heel duidelijk gemaakt dat mijn electronische sigaret niet welkom is en dat is juist zo lekker bij een kopje koffie. Dan alleen maar naar de wc. Teije ziet in de herenwc een speciaal kinder-urinoir, niet een lagere, zoals je die wel vaker ziet, maar een normale met een krukje er voor. Slimme jongens, die Schotten.

Buiten miezert het en we rijden nog een stuk rond, met Teije's kaart als wegaanwijzer. Zo komen we onder andere langs Callander House wat je rustig een flink kasteel kunt noemen. Het park eromheen biedt allerlei attracties zoals activiteiten voor kinderen en er is een stukje van de muur van Antonius te zien. In de keuken van het kasteel lopen gekostumeerde suppoosten die vertellen over het eten aan het begin van de 19e eeuw.
Het wordt steeds donkerder en de regen wordt harder weer dus het park slaan we maar over. Teije zoekt nu nog wat kleinere onbekende weggetjes maar het is niet leuk meer om zo door de regen te rijden en we gaan op tijd terug naar ons hotel waar we de kachel moeten aanzetten om het aangenaam te krijgen.
