Dinsdag 10 mei, langs de oostkust van The Borders
Na een lekker ontbijt gaan we niet al te laat op pad en hoewel het zonnetje schijnt is het niet al te warm. Vandaag gaan we een stukje naar het noorden en dat betekent dat we vanavond dus weer een hotel moeten zoeken, het minst leuke van zo'n dag; de afgelopen jaren hebben we gemerkt dat het steeds drukker wordt in Schotland en we dus steeds langer op zoek zijn voordat we iets vinden. En het wordt prijziger. Voor de afgelopen twee nachten hebben we 140 pond betaald (zo'n 160 euro).
Maar eerst gaan we rondrijden door het groene landschap. In dit gebied liggen nog heel wat weggetjes waar we nog nooit geweest zijn en het is Teije's obsessie om ooit alle wegen die op de kaart staan ooit gereden te hebben. Gelukkig staan de straten in de dorpen en steden er niet op, dus dat scheelt, pfff...
Deze streek langs de grens met Engeland is vooral agrarisch gebied, hoewel ook de textielindustrie (vroeger heel groot) nog steeds belangrijk is.
Deze streek langs de grens met Engeland is vooral agrarisch gebied, hoewel ook de textielindustrie (vroeger heel groot) nog steeds belangrijk is.
En langs de kust is er nog steeds wat visserij, hoewel niet meer zo grootschalig als vroeger. Ieder dorpje heeft wel een haventje, sommige piepklein en wanneer het eb is valt de haven droog. In Eyemouth zien we een veel grotere haven waar ook veel pleziervaartuigen liggen.
Er komen ook steeds meer windmolenparken in de Borders maar men maakt zich nu zorgen of dat de (weinige) toeristen mogelijk verjaagt.
Er komen ook steeds meer windmolenparken in de Borders maar men maakt zich nu zorgen of dat de (weinige) toeristen mogelijk verjaagt.
Het zonnetje schijnt fel als we in St. Abbs uitstappen en we wagen het erop buiten in de zon te gaan zitten. Een paar minuten later komt een serveerster snel parasollen neerzetten, niet om ons tegen de zon te beschermen maar zodat we droog blijven als er een stevige bui naar beneden komt. En die komt! En als er een bui valt in Schotland zakt de temperatuur ook meteen 5 tot 10 graden en zelfs in de zon moesten we de truien nog aan.
Als we weer wegrijden uit het havendorpje zien we dit bord (rechts) met meertalig de tekst dat je links moet rijden. We zijn benieuwd wie voor de Nederlandse vertaling heeft gezorgd: Aandriving op de linkerzijde. Maar ok, ons Gaelic is ook niet zo goed. Zeker als je hier niet zo vaak rijdt is het handig om er even aan herinnerd te worden. Vooral als je een tegenligger op een smalle weg tegenkomt herken je de buitenlander meteen: die willen nog wel eens naar rechs uitwijken in plaats van naar links.
We rijden nu weer een stukje het binnenland in en bij Dun gaan we wandelen. Daar komen we een monument tegen ter herinnering aan de bloedige tijden van vroeger. De Covenanters (Presbyteranen, de calvinisten van Schotland) heersten in de 17e eeuw in Schotland enige tijd, sloten een overeenkomst met o.a. Engeland en vochten in de Engelse Burgeroorlog. Dit veroorzaakte later weer een Schotse burgeroorlog. Er is waarschijnlijk maar weinig Schotse bodem waar geen bloed heeft gevloeid!
En bij de tweede foto (rechtsboven) hoort toch ook een verhaal: Teije wil een oude steencirkel in de buurt ook bekijken, maar die ligt midden op een heuvel in een wei waar koeien loslopen. En raar maar waar, die stoere jongen is bang voor koeien. Als ik de koeien fluit rent hij snel weg, richting hek, op weg naar de veiligheid. Ik lachen, maar hij was 'not amused'.
We wandelen door het natuurreservaat rond Duns Castle. In de 16e eeuw stond hier het dorp Duns maar werd tot 3 keer totaal door brand verwoest (oorlog met de Engelsen, wat anders) en in 1588 herbouwde men het dorp op een iets veiliger plek.
Nu ligt het park er idyllisch bij.
Nu ligt het park er idyllisch bij.
Bij de poort van het kasteel hangt een groot bord 'no right of access, strictly private' zoals wij dat trouwens ook zouden ophangen als we zo'n kasteeltje hadden. Maar je kunt er wel overnachten en trouwen als je er het geld voor hebt.
Een eindje verderop komen we een losstaande poort tegen. Hoewel we nieuwsgierig zijn wat er achter ligt respecteren we de privacy van de bewoners en gaan niet kijken.
En we gaan ons ook niet meer afvragen of een bepaald kasteel of huis te koop staat, want begin dit jaar kregen we een mailtje van de zoon van een kasteelheer die vroeg of we dat alsjeblieft van de site wilden halen want zijn vader werd steeds vaker lastig gevallen door buitenlanders die vroegen of het te koop was en bleek dat ze dat op onze website hadden gelezen. Dat doen we dus alleen nog voor kasteelheren en -vrouwen die hun stekkie wel te koop aanbieden, maar dan willen we het natuurlijk wel eerst zelf inspecteren!Een eindje verderop komen we een losstaande poort tegen. Hoewel we nieuwsgierig zijn wat er achter ligt respecteren we de privacy van de bewoners en gaan niet kijken.
Dan rijden we weer naar de kust en rijden van dorpje naar dorpje met overal kleine, vaak drooggevallen haventjes.
Van Dunbar rijden we naar Musselburgh waar we beginnen te zoeken naar een hotel langs de kust van de Firth of Forth. Iedereen wil ons wel helpen en als we niets vinden gaan we een pub in om te vragen. Maar alles zit vol en uiteindelijk belanden we weer opnieuw in Dunbar waar we een nieuw hotel weer willen uitlopen omdat men 90 pond voor een kamer vraagt. Als het meisje zegt dat we hem kunnen krijgen voor 70 pond doen we het toch maar want we zijn al 2,5 uur op zoek. En we krijgen wel een fantastisch ruime kamer.
Van Dunbar rijden we naar Musselburgh waar we beginnen te zoeken naar een hotel langs de kust van de Firth of Forth. Iedereen wil ons wel helpen en als we niets vinden gaan we een pub in om te vragen. Maar alles zit vol en uiteindelijk belanden we weer opnieuw in Dunbar waar we een nieuw hotel weer willen uitlopen omdat men 90 pond voor een kamer vraagt. Als het meisje zegt dat we hem kunnen krijgen voor 70 pond doen we het toch maar want we zijn al 2,5 uur op zoek. En we krijgen wel een fantastisch ruime kamer.