Woensdag 18 juni, een rit door onherbergzaam gebied, de Hooglanden
Het ziet er half somber uit als we opstaan, maar gelukkig is het droog. Vandaag gaan we een rondje door de Hooglanden maken en we rijden eerst naar Ullapool, de grootste plaats aan de noordelijke westkust van Schotland. Een plek waar het zelfs in het hoogseizoen redelijk rustig is terwijl er zoveel prachtige dingen te doen en te zien zijn. Scheepjes dobberen nu rustig in Loch Broom, maar het schijnt dat de heuvels op de achtergrond in de loop van de ijstijden 70 kilometer hierheen zijn gereisd.
Wij volgen vooral weggetjes die we nog niet kennen, afslagen die vaak doodlopen. We hebben dit rondje nu al een keer of 3 gereden in de afgelopen jaren, maar het verveelt nooit; de onherbergzaamheid van het gebied maakt het prachtig en we komen meer schapen tegen dan mensen. Tot de 19e eeuw woonden hier veel meer mensen maar de landeigenaren kwamen erachter dat het goedkoper was en meer winst opleverde om de mensen (pachters die een stukje grond huurden) weg te jagen en er schapen te laten lopen, de zogenaamde Clearances. Nu wonen er inderdaad meer schapen dan mensen.
Bij Knockan Crag is een bezoekerscentrum met informatie over de omgeving, en vooral de geologische eigenschappen van het gebied. Vooral gletsjers tijdens de ijstijden hebben het landschap gevormd tot wat het nu is: de harde rotsen zijn overgebleven als bergen en heuvels, de rest is uitgesleten tot lange valleien.
Bij Ledmore junction gaan we weer naar het westen en volgen de weg door het mooie landschap. Zelfs de zon komt af en toe even voorbij de wolken kijken, maar echt warm is het niet. Af en toe stappen we even uit voor een korte wandeling, maar ook vanuit de auto genieten we volop van de rust en de natuur.
De weg volgt de Oykel rivier waar af en toe een verlaten hotel of telefooncel naast staat of een bruggetje zoals hier op de foto. Bij Rosehall is echter een vallei, Glen Cassley, die we nog nooit verkend hebben.
En Teije heeft best gelijk (af en toe) om dit soort doodlopende wegen in te rijden, want al heel snel zien we op de top van een heuvel een kasteeltje dat op geen enkele kastelenkaart staat. Privé-bezit zoals duidelijk wordt aangegeven. Wat lijkt me het heerlijk om op zo'n plekje in een kasteeltje te kunnen wonen. Af en toe zo'n ellendige toerist die langsrijdt, maar verder alleen maar rust en veel dieren in het wild. Ik zou de hele dag een verrekijker bij me hebben.
Glen Cassley is best een lange vallei, met hier en daar een watervalletje. Aan het einde van de weg staat een eenzaam landhuis hoewel we nauwlettend in de gaten worden gehouden door een auto die het terrein oprijdt. Mensen die niet van pottenkijkers houden, dat is wel duidelijk.
Op de terugweg naar Beauly komen we nog langs Carbisdale kasteel, eentje met spoken terwijl het niet eens zo oud is want het werd gebouwd tussen 1906 en 1917. Nu is het waarschijnlijk de meest chicque jeugdherberg van het Verenigd koninkrijk.
Wij hebben een mooie tocht gemaakt, maar voor de mensen die er wonen en werken moet het wel moeilijk zijn om een bestaan op te bouwen. Het leven in Schotland is al niet goedkoop, maar hoe noordelijker je komt, des te duurder alles wordt vanwege de transportkosten. Op de westelijke eilanden is dat al helemaal het geval. Ook de verhalen die we in de pub horen vertellen van een hard leven waarin veel gewerkt moet worden en het bestaan altijd onzeker is.