Zaterdag 02 juni, langs de noordkust van Caithness
In tegenstelling tot de afgelopen twee dagen is het vandaag grijs buiten, erg grijs. Het is ook weer een stuk koeler en we houden de trui aan en de jas binnen handbereik. Eerst maken we een wandeling door Thurso, de kleine binnenstad, de haven en de buitengebieden. De VVV is helaas gesloten ondanks de openingstijden die op de deur zijn geplakt. Gelukkig hebben we onze eigen reisgidsen bij ons, maar vaak vind je lokaal toch meer informatie over het gebied dan in de gidsen staat vermeld. Thurso is dan wel één van de grotere plaatsen in het noorden, het is niet echt een levendige stad, merken we al snel.
Het leukste gedeelte is wel rond de Old st. Peter's Church en de haven. De ruïne van deze kerk dateert uit de 13e eeuw en is de moeite waard om te bezoeken. De haven zelf is voorbijgestreefd door die in het vlakbij gelegen Scrabster waar ook de ferry naar de Orkney eilanden van vertrekt. Er is ook een 'nieuw' gedeelte in Thurso dat planmatig is aangelegd en waar ook het Thurso castle staat, maar dat kan ons niet echt boeien.
Na het verkennen van het stadje vertrekken we richting John 'o Groats waar ik niet echt goede herinneringen aan heb. Op zich is de kustweg best leuk om te rijden en het uitzicht is best wel mooi, zoals hier op Dunnet's head vanuit de verte, het meest noordelijke punt van het 'vasteland' van Groot Britannië.
Het is vanavond minder mooi weer dan gisteren en een stuk kouder, dus hebben we ook veel minder last van de jeugd die met hun auto's de stad op stelten wil zetten. Een mooi boek erbij en lekker vroeg naar bed!
Het landschap in het binnenland is vooral agrarisch: grote lappen weidegrond met vooral koeien (en ook wel schapen natuurlijk), licht glooiend, op zich best mooi maar niet als je naast iemand zit die per sé alle weggetjes op de kaart wil rijden, want dan zie je al diezelfde weiden van ongeveer 8 verschillende kanten. En na een tijdje wordt dat toch wel saai... (sorry Teije).
Wel krijgen we zo natuurlijk alles van Schotland te zien en stuitten onder andere op een paar rare bouwwerken, onafgemaakte muren lijken het wel, zoals links op de foto. Net alsof men is begonnen te bouwen maar geen vergunning kreeg. Of zou het zijn om de wind vanaf de kust te breken zodat dieren een schuilplaats kunnen vinden? Er wordt hier veel leisteen gedolven en de platen worden ook gebruikt om de hekken tussen weiden te versterken.
En natuurlijk zien we weer de nodige leuke huisjes zoals Dunnet Estate waar met vette letters aangegeven wordt dat het 'private' is (zou ik ook doen!). En er staan zoveel bordjes die ons verwijzen naar Mary Ann's cottage dat we daar wel even naar toe moeten, alsof het een Schots wereldwonder is. In werkelijkheid is het een erg leuk huisje dat bijna anderhalve eeuw bewoond is geweest totdat de Caithness Heritage Trust het beheer op zich nam voor dit huisje als een document van de recente geschiedenis.
Als we bij Dunnet Head aankomen worden we bijna de weg afgeblazen als we zijn uitgestapt. Het uitzicht op de kliffen en de 19e eeuwse vuurtoren is schitterend, maar we zijn niet zulke zeemensen. De zee vinden we prachtig als er maar een heleboel land voor zit. We trotseren de wind een paar minuten en gaan dan snel weer naar de auto, want het is behoorlijk fris, veel meer dan 12 of 13 graden zal het niet zijn.
Langs de kust rijden we alle weggetjes die we maar kunnen vinden en hier en daar treffen we een verlaten haventje en schuurtjes. De lucht wordt steeds wat grijzer en uitstappen is helemaal niet meer zo prettig, zo koud is het.
Natuurlijk komen we ook weer langs Castle of Mey, het kasteel waar de Queen Mother Elizabeth tot haar dood enkele weken per jaar doorbracht. We hebben het kasteel in 2005 bezocht en dat was zeer de moeite waard, een kasteel waar een sfeer heerst alsof er nog steeds gewoond wordt en dat is ook een beetje zo omdat prins Charles er ieder jaar nog wel een tijdje verblijft.
En dan zijn we in John 'o Groats, genoemd naar Jan de Groot die hier in de 15e eeuw al een veerdienst naar de Orkneys opzette. Het dorp is nogal bekend maar eigenlijk stelt het helemaal niets voor. Dit keer is het weer iets beter dan de vorige keer dat we er waren en we lopen er een tijdje rond. Leuk is het verlaten hotel (Groats inn) en gezien de bekendheid van het dorp snappen we niet dat het niet langer in bedrijf is (maar tja, ik zou hier ook niet willen wonen en werken). Verder is alles op toerisme gericht: voor een paar pond kun je je eigen plaats (met de afstand ernaartoe) op een bewegwijzering zetten voor een foto.
Bij Duncansby Head is het uitzicht heel wat spectaculairder ook al wordt het steeds mistiger. Indrukwekkende kliffen rijsen hier tot 60 meter uit de zee. Zonder mist hadden we waarschijnlijk de Orkneys wel kunnen zien liggen. Eerder vandaag hebben we al wel het eiland Stroma gezien maar dat hoort officieel niet tot de Orkneys.
De wind is nog verder aangewakkerd en de zee gaat woest te keer. We gaan nu langs de kust naar het zuiden en rijden ieder weggetje op dat weer naar de kust leidt. Naar de rotsen op de linkerfoto hebben we wel 10 minuten zitten turen, want volgens de tomtom zou daar een interessant iets te zien zijn; een zogenaamd point of interest dat we zelf geïnstalleerd hebben, maar we weten niet precies wat. na wat zoeken en uitproberen komen we erachter dat de tomtom denkt dat daar een tankstation met lpg is! Als we de instructie geven dat we het als eindbestemming willen gebruiken is de afstand ineens ruim 20 mijl en ligt het tankstation in Wick (wat inderdaad klopt). En wij maar fantaseren over een in zee begraven prehistorische nederzetting of iets dergelijks!
Op onze weg naar het zuiden komen we wel heel wat kastelen tegen, de meeste alleen vanuit de verte zichtbaar: Bucholly, Freswick, Keiss, Wick, Ackergill en Sinclair Girngoe. En dan missen we er misschien nog een paar. Je zou hier vooral kastelen van de Vikingen verwachten maar deze zijn voornamelijk uit een wat later tijdperk (14e, 15e eeuw). Als je op een wereldbol kijkt ligt dit stukje Schotland het dichtst bij Noorwegen.
Iets ten zuiden van Wick beëindigen we onze tocht langs de kust en gaan via allerlei binnenweggetjes (die we nog nooit gereden hebben) terug richting Thurso. Regelmatig komen we een 'bekend' weggetje tegen waar een schaap dan ook helemaal terecht ons schaapachtig aanstaart. Maar 'gelukkig' weet Teije altijd wel weer een nog onverkend weggetje te vinden.
We zijn laat terug in Thurso waar een gedeelte van het plein waar we op uitkijken is afgesloten. De hele avond loopt er een pipeband heen en weer, we weten niet ter ere van wat, maar misschien is het gewoon een oefenavond waar het publiek van mag meegnieten. Ik ben dol op doedelzakmuziek, al is het maar vanwege het 'Schotse' gevoel dat het me geeft.Het is vanavond minder mooi weer dan gisteren en een stuk kouder, dus hebben we ook veel minder last van de jeugd die met hun auto's de stad op stelten wil zetten. Een mooi boek erbij en lekker vroeg naar bed!