Woensdag 30 mei, naar Helmsdale, een hele natte dag
Na een erg laat ontbijt kletsen we eerst even bij met Iain en Cathy. Dat gaat persoonlijk toch gemakkelijker dan per email. Vandaag moeten we toch echt een beetje invulling gaan geven aan deze Schotlandreis. We hebben al bedacht dat we een paar dagen naar het echte hoge noorden willen, zo rond Wick en Thurso, maar we hebben nog niets geregeld. Iain belooft wat telefoontjes te plegen en zelf gaan we ook op pad, eerst maar eens naar het TIC (tourist information center) in Inverness, de grootste van de Hooglanden om te kijken of we daar wat kunnen regelen.
We kennen Inverness ondertussen redelijk en parkeren in de parkeergarage vlakbij het station en lopen eerst wat door het centrum. Het is alweer vrij kil en al snel beginnen de eerste druppels te vallen. Snel lopen we richting VVV en passeren daarbij dit bord in een etalage, 'we accept euros'. We hebben vorig jaar eens gelezen dat de Schotten, in tegenstelling tot de Engelsen, graag de euro zouden willen invoeren, maar dat kan niet zolang ze tot het Verenigd Koninkrijk behoren. Er gaan echter steeds meer stemmen op om Schotland weer onafhankelijk te maken (vooral de Engelsen vinden dit in meerderheid omdat er zoveel belastinggeld naar het noorden zou gaan), dus wie weet...
Bij de VVV worden we niet veel wijzer. In eerste instantie wilden we ergens een huisje huren voor een hele week, maar dat valt niet meer te regelen. Ook de prijzen van hotels zijn weer behoorlijk omhoog gegaan en we besluiten zelf maar een eind noordwaarts te gaan rijden om iets te regelen. Misschien ergens rond Helmsdale.
Onderweg begint het water nu met bakken uit de lucht te vallen en blijkbaar is dat de afgelopen dagen ook al gebeurd want de kleine beekjes zijn gezwollen tot snelstromende en brede rivieren. Schotland staat bekend als 'regen-land', maar op de afgelopen 2 jaar na hebben wij wat dat betreft behoorlijk geluk gehad. Zoals het nu regent hebben we nog niet vaak eerder meegemaakt, op zich dus ook een nieuwe ervaring. Na 8 jaar vakanties in Schotland maken we eindelijk eens mee hoe de meeste mensen denken dat het weer in Schotland altijd is!
Onze speurtocht in Helmsdale naar accommodatie is nogal onsuccesvol, vooral omdat de VVV ter plaatse dicht is. We besluiten dan maar te genieten van een rondrit door het onherbergzame gebied rond Helmsdale en een eindje de Strath of Kildonan in te rijden langs de rivier die vast spectaculair moet zijn met deze regen.
Al snel komen we ons eerste wild tegen: herten. Ieder jaar lijkt het wel of we er steeds meer te zien krijgen. We weten niet of er steeds meer herten bij komen, dat er misschien minder afgeschoten worden of dat ze zich juist steeds meer durven vertonen langs dit soort afgelegen weggetjes. Of misschien zijn wij het wel die steeds vaker op weggetjs rijden waar veel herten wonen. Maar hetzelfde geldt voor konijnen en fazanten, ook die zien we steeds vaker.
Bij Bail an Or stoppen we voor een mooi uitzicht op de rivier Helmsdale bij een plek waar een caravan naast een auto staat. Hier vond aan het einde van de 19e eeuw een ware goldrush plaats en er werden in 1869 twee complete nederzettingen neergezet met bijna 600 goudzoekers. Goud wordt er nog steeds gevonden, in hele kleine hoeveelheden, maar de huizen zijn allang verdwenen en de regels voor goudzoeken die op het bord staan zijn erg streng. Een vergunning ervoor kun je wel gratis afhalen in Helmsdale.
Het begint steeds harder te regenen, maar ik stap toch uit voor een foto en al snel komt er een man uit de caravan tevoorschijn. Hij ziet aan ons nummerbord dat we Nederlanders zijn en vraagt ons of we 'the Dutch golddiggers zijn'. Nee hoor, vertel ik hem, we stoppen alleen voor een foto. Gelukkig, antwoordt Douglas, de afgelopen jaren zijn er een paar Nederlandse goudzoekers die berucht zijn omdat ze vaak meer vinden dan anderen. Hij stapt zijn caravan weer binnen en haalt een potje met allemaal miniscule goudklompjes. We raken in gesprek en het gesprek wordt steeds fantastischer. Hij beweert de enige goudzoeker te zijn die alle (meer dan 600!) vindplaatsen in Groot-Britannië kent en hij komt overal. Dit is één van zijn favoriete plekken, als die 2 rothollanders maar niet steeds weer kwamen.
Als ik hem vraag of ik een foto mag maken komen de verhalen pas echt los. Nee, dat mag ik niet en hij gaat me precies vertellen waarom. Ooit is hij zo vriendelijk geweest onderdak te verschaffen aan een andere Nederlander en die heeft een website waar hij als fantast wordt omschreven, met een foto erbij. Dat wil hij niet weer hebben. Of ik ene Ramon kende? Nee, die ken ik niet. Terwijl hij erover vertelt krijg ik door dat het over de jongen gaat die met de website letmestayforaday probeerde de hele wereld gratis over te reizen. Het kwartje valt en ik besluit na terugkomst snel op die site te kijken. Daar lees ik later hetzelfde verhaal dat Douglas mij ook vertelt, over zijn verleden als geheim agent, inlichtingenofficier voor de geheimste instanties en hoe hij tenslotte permanent goudzoeker is geworden. Hij was al achterdochtig als spion, maar na wat Ramon op internet heeft vertelt is hij pas echt paranoïde geworden! Hij is schatrijk, maar dat mogen we niemand vertellen, uiteraard.
Als ik hem vraag of ik een foto mag maken komen de verhalen pas echt los. Nee, dat mag ik niet en hij gaat me precies vertellen waarom. Ooit is hij zo vriendelijk geweest onderdak te verschaffen aan een andere Nederlander en die heeft een website waar hij als fantast wordt omschreven, met een foto erbij. Dat wil hij niet weer hebben. Of ik ene Ramon kende? Nee, die ken ik niet. Terwijl hij erover vertelt krijg ik door dat het over de jongen gaat die met de website letmestayforaday probeerde de hele wereld gratis over te reizen. Het kwartje valt en ik besluit na terugkomst snel op die site te kijken. Daar lees ik later hetzelfde verhaal dat Douglas mij ook vertelt, over zijn verleden als geheim agent, inlichtingenofficier voor de geheimste instanties en hoe hij tenslotte permanent goudzoeker is geworden. Hij was al achterdochtig als spion, maar na wat Ramon op internet heeft vertelt is hij pas echt paranoïde geworden! Hij is schatrijk, maar dat mogen we niemand vertellen, uiteraard.
Ik wilde dat ik het gesprek had kunnen opnemen als een echte undercoveragent, maar helaas... Aan de ene kant weet je natuurlijk dat je met een fantast te maken hebt, maar toch mag ik zo iemand wel. Hij gelooft duidelijk in zijn eigen verhaal en hij zorgt voor zichzelf en zijn 2 honden. Ik heb altijd een zwak gehad voor dat soort mensen; er is een gedrevenheid en bezieling die zoveel 'normale' mensen missen en hij duikt niet weg als een zielig hoopje na de ellende die hij mogelijk heeft meegemaakt, maar maakt zichzelf tot een koning van zijn eigen rijk, zijn goudrijk en loopt gewoon vrij door de wereld rond, dat al een gesticht op zich is. Ik lach hem niet uit, luister naar zijn verhaal en ben blij dat ik dit meemaak in de regen; z'n honden roept hij af en toe de caravan weer in en hij blijft herhalen dat hij zo blij is dat wij niet die 'Dutch golddiggers' zijn. Het liefst had ik onze hele conversatie hier verteld, maar die duurt wel een half uur en dan krijgt Douglas ineens haast omdat hij weer op pad moest, naar een nieuw plekje dat hij omlangs heeft ontdekt. Alleen is het zo moeilijk er te komen met deze regen. Voor mij is het een wonderbaarlijk half uur en ik vertel verder niets, want ik weet nu heel wat geheimen van de FBI, CIA, MI5 en MI6 en de NSA. En waar het goud ligt, natuurlijk...
Maar ondanks al zijn fantastische verhalen (waar ik van genoten heb) heb ik ook respect voor zijn manier van leven, je moet het maar kunnen; alles beter dan wegkwijnen!
Maar ondanks al zijn fantastische verhalen (waar ik van genoten heb) heb ik ook respect voor zijn manier van leven, je moet het maar kunnen; alles beter dan wegkwijnen!
Ik stap weer in de auto en begin Lies het hele, ongelooflijke verhaal te vertellen. Een paar honderd meter verder stappen we weer uit voor de volgende waterval in de aanzwellende rivier (op aanraden van Douglas). Ondertussen is het wat droger geworden, maar je ziet de rivier gewoon groter worden terwijl we erbij staan.
Omdat ik geen foto's van Douglas en zijn plekje heb kunnen maken en na het verhaal dat ik aan Lies vertel, moet ze toch even van afstand een foto ervan maken. Voor ons is dit nu een plekje met een eigen verhaal: ik heb wel even de beroemdste goudzoeker van Groot-Britannië ontmoet! Ok, ik ben kletsnat geworden in de regen terwijl hij op de rand van z'n caravan bleef staan, maar zo'n belevenis had ik nooit willen missen.
Bij Kildonan Lodge gaan we weer naar het zuiden, Glen Loth in en daar komen we zomaar een treinoverweg tegen. Om geologische redenen gaat de spoorlijn naar het noorden hier het binnenland in, in plaats van de kustlijn te volgen.Een ritje per trein van Inverness naar Wick gaat dus door een heel mooi gebied, vooral als het flink geregend heeft want we komen nu de ene na de andere stroomversnelling tegen.
Zo halverwege stoppen we nog even voor een waterval, maar het regent nu echt pijpestelen en het is behoorlijk fris. Op een mooie dag is dit een heerlijk plekje om te picknicken en even te zitten, maar dan is de waterval en de rivier vast lang niet zo mooi. En zo genieten we ook van een regendag in Schotland.
We hebben al snel door dat Glen Loth een prachtige vallei is waar maar heel weinig mensen komen. We zien overal grote kuddes herten, mist die zich aan ons opdringt en wat verdwaalde prehistorische 'standing stones', uit de tijd dat het hier vruchtbaar en leefbaar gebied was. Af en toe moeten we voorzichtig rijden in verband met de vele regenval, maar het is een prachtige rit. Overal zijn stroompjes die zich samenvoegen en zich verbreden tot beken en rivieren.
Soms is de weg ook overstroomd en hopen we maar dat er geen diepe gaten in de weg zitten, maar over het algemeen zijn de wegen hier redelijk goed. In al die jaren dat we in Schotland zijn geweest hebben we nog nooit zoveel water uit de lucht zien vallen als vandaag over de hele dag, maar water hoort natuurlijk helemaal bij Schotland. 'Uisge beatha' is het keltisch woord voor levenswater en daar is later het woord whisky van afgeleid. Water is een levensbehoefte, levenswater voorziet je in alles. Dat is een beetje de waarheid over whisky in een notendop. Er zal vast wel een mop bestaan over Schotten die whisky als water drinken, maar wij kennen die in ieder geval niet.
Nadat we eindelijk Glen Loth weer uitkomen is het al laat in de middag en besluiten we direct door te rijden naar Beauly, dat kost ons toch minstens nog twee uur. We houden best van mooi weer, maar vandaag hebben we Schotland op zijn best gezien in de regen. Voor ons gevoel hadden we nergens anders een rit als deze kunnen maken en er toch zo van genieten.
Vandaag is gewoon een echte waterdag! Eén van de weinige dagen die we in Schotland hebben doorgebracht zonder een zonnestraaltje. Als we de laatste twee uur naar Beauly terug rijden gaat het nog harder regenen en we zijn best wel blij als we het warme en droge hotel binnenstappen. Maar ondertussen hebben we nog niets voor de komende dagen geregeld. Gelukkig heeft Iain meer geluk gehad met zijn contacten. Hij heeft wat tips gekregen en belt nu samen met ons diverse hotels op en uiteindelijk is er een hotel in Thurso waar we vanaf zaterdag terecht kunnen voor 50 pond per nacht, een speciaal prijsje. Pas later komen we erachter dat het normale tarief van het hotel 85 pond per nacht is voor een 2-persoonskamer, dus dat is een hele mooie besparing!
We zitten de hele avond in de bar en de 'locals' die voorbijkomen begroeten ons hartelijk en wij hen, want tenslotte horen we na al die jaren er een klein beetje bij. We hebben al heel wat verschillende mensen gezien in de afgelopen jaren in de bar en sommigen komen nog steeds; anderen zijn gebanned of zijn gestopt met drinken wat vrij uniek is in Schotland. Maar die komen we in het dorp op straat wel weer tegen. Wij hebben in ieder geval een hele gezellige avond met heerlijk avondeten en leuke gesprekken.
Donderdag 31 mei 2007, een rustige dag in Beauly
De dag begint met een stralend zonnetje en we zitten lang op het balkon waar we genieten van het mooie weer. We hebben een heerlijk ontbijt gehad en kunnen eindelijk weer eens uitgebreid bijpraten met Iain en Cathy zonder al te veel gestoord te worden. Hoewel, ze hebben het altijd druk en Teije helpt Iain met zijn computer en website. Een hotelreserveringssysteem blijft altijd ingewikkeld en nu zoeken ze uit hoe het is om de kosten te drukken van mensen die wel via internet zonder borgsom boeken maar vervolgens niet komen opdagen.
Teije gaat daarna met Iain naar Lossiemouth om zijn oude jeep op gas te laten repareren. Ik vermaak me ondertussen prima met Cathy en Aneta, de Tsjechische hulp die ze momenteel hebben. We bekijken onze reisfoto's van het afgelopen jaar en ik word weer helemaal bijgepraat over het laatste nieuws uit de regio, iedereen passeert de revue.
Na terugkomst vertelt Teije wat hij zoal heeft meegemaakt: Iain kon zijn jeep op gas niet meer op benzine starten omdat er ergens een lek was; bij een garage in de buurt werd een opvangbakje onder de benzinetank gelegd, benzine bijgevuld, vervolgens gestart en nadat de motor op gas liep werd snel de zekering voor de benzinepomp eruit getrokken. Nu nog even gas tanken. En echt, met de motor aan gaat Iain gewoon gas tanken, want de motor mag immers niet afslaan! Net als in Nederland kent Schotland een overdaad aan regeltjes wat milieu betreft, maar dit kan blijkbaar nog steeds. Daarna gooit hij Teije's tank ook nog vol zonder eerst zelf te betalen. Mensen die zelf op gas rijden weten dat je eerst moet afrekenen als je de gasknop bij een benzinestation loslaat, maar hier is dat blijkbaar geen probleem.
Terwijl zij zich zo vermaken en ook nog een lekker ijsje eten in Lossiemouth, praat ik de hele dag met Cathy en lees lekker een boek als ze bezig is. Ik heb al wel door dat ik nooit een hotel zal kunnen runnen, veel te veel werk, eigenlijk heb je nooit echt vrij. En dan moet je ook nog kunnen koken...
Na de vele regen van gisteren schijnt er nu af en toe nog een zonnetje, maar echt lekker warm is het niet. Gelukkig voor de jeugband die 's avonds op het plein een muziek- en dansuitvoering geeft op het plein is het dan voornamelijk droog. Het valt me steeds weer op hoeveel jeugd zich hier nog bezighoud met de traditionele muziek, want veel plaatsen hebben een lokale pipeband en vaak een redelijk grote jeugdafdeling.
De kinderen beginnen er vaak al vroeg mee, waarschijnlijk is het net zoiets als in Nederland naar de muziekschool gaan. Maar hier gaan ze meteen in groepsverband ook optreden. Zelfs de hele jonge kinderen staan om half negen 's avonds nog buiten te dansen.
Maar bij Schotse festivals in Nederland en België kun je zien dat ook in onze landen steeds meer mensen belangstelling krijgen voor de doedelzak en Schotse muziek want er zijn ondertussen tientallen pipebands.
Na een tijdje buiten te hebben gestaan wordt het toch wel fris en we gaan terug de warme pub in. Daar raken we in gesprek met de vier Nederlanders die we gisteren al even gezien hebben: Zijn jullie soms Lies en Teije, is hun eerste vraag. Als we ja zeggen, is hun eerste opmerking: goh, jullie zien er ouder uit dan op de website! En bedankt! Maar ze hebben wel gelijk, de foto's op de voorpagina zijn alweer 5 tot 7 jaar oud. Gelukkig zijn wij niet zo snel aangebrand en hebben we daarna een leuk gesprek. We vinden het wel grappig dat ze hier zijn terecht gekomen juist door onze website. Ze wilden de sfeer in het Caledonian hotel wel eens proeven na onze beschrijvingen ervan. Maar bij Schotse festivals in Nederland en België kun je zien dat ook in onze landen steeds meer mensen belangstelling krijgen voor de doedelzak en Schotse muziek want er zijn ondertussen tientallen pipebands.
Toch grappig om in je eigen stamkroeg herkend te worden!