Zaterdag 09 september, met omwegen door Cowal terug naar de bewoonde wereld
Lies voelt zich nog niet echt lekker maar de ergste pijn is gelukkig achter de rug. Tegen 10 uur is de tent helemaal droog en een tijdje later zijn we klaar om te vertrekken. Er dwarrelt af en toe nog een wolkje mist door de lucht maar die is ook zo weer weg. De campinggrond is ook behoorlijk droog door de hogere temperaturen overdag en we zijn blij dat we de boel droog kunnen inladen.
Vanavond moeten we in een hotel in Motherwell, in de buurt van Hamilton, zijn maar we hebben de hele dag nog voor ons en Lies geeft aan dat ze weer prima in de auto kan zitten. We moeten wel regelmatig plasstops inlassen.
Allereerst rijden we door Dunoon naar het zuiden en volgen de lange doodlopende weg om de zuidpunt van het schiereiland heen. Bovenop een met gras begroeide rots staat Dunoon Castle, midden in het centrum en nog geen 200 jaar oud. Dunoon is de hoofdstad van Cowal hoewel er veel minder mensen wonen dan vroeger. Er was ooit een atoomonderzeebootbasis in de buurt (Holy Loch) maar die werd in 1992 gesloten wat de economie natuurlijk niet veel goed deed.
De weg rond de zuidpunt is lang maar vrij rustig. We hebben vanaf hier een mooi uitzicht op Bute en weten nu dat we daar zeker nog een keer opnieuw naar toe moeten. Ook hier zijn uitgestrekte landerijen maar we komen ook nog een militaire basis tegen, bijna aan het einde van de weg. Op de terugweg hebben we een mooi uitzicht op de kust van Ayrshire en op Dunoon. Op zich een leuk plaatsje, maar het ziekenhuisbezoek gisteren was even voldoende en we rijden snel naar een volgend gebied.
We gaan weer door de mooie Glen Lean naar het westen en dan op dit nieuwe uitsteeksel van het schiereiland Cowal naar het zuiden en we gaan steeds verder omhoog. Iets ten noorden van Tighnabruaich hebben we dan ineens een geweldig uitzicht over Loch Riddon en de Kyles of Bute. Er is maar een kleine parkeerplaats en we kunnen er nog net bij. Het is duidelijk weekend en mooi weer, anders waren er vast niet zoveel zeilboten op zee.
We staan hoog boven het water en de rotsen schijnen een populaire klimbestemming te zijn. Wij bewonderen vooral het uitzicht dat ieder moment verandert als er af en toe wat vage mist in de lucht komt te hangen. In het nabije Tighnabruaich is een zeilschool en een aantal botenverhuurbedrijven, misschien verklaart dat ook wel de grote hoeveelheid zeilschepen die we zien.
Met een temperatuur ver boven de 20 graden is het in ieder geval heerlijk om buiten te zijn. We moeten het altijd nog eens doen, wat langere tijd met een boot over een loch, kyle, sound of wat voor water dan ook varen in Schotland. Maar dan wel met mooi weer!
Dan gaan we verder naar het zuiden over single road tracks en de meest tijd blijven we een fantastisch uitzicht op het water hebben. Ook hier hebben de mensen het druk met bramen plukken.
Dan gaan we verder naar het zuiden over single road tracks en de meest tijd blijven we een fantastisch uitzicht op het water hebben. Ook hier hebben de mensen het druk met bramen plukken.
Het gebied is hier in het zuiden heuvelachtig en licht glooiend, maar meer naar het noorden komen de weer wat hogere bergen. Langs de westkust rijden we noordwaarts, langs Portavadie en bij Otter Ferry nemen we de steile weg waar ik gisteren alleen over ben gereden. Alleen vanaf deze kant lijkt het allemaal veel minder steil en zeker minder spannend, maar zeker niet minder mooi.
Bij Glendaruel zoeken we een tijdje naar de Kilmodan Sculptured Stones die uiteindelijk op de begraafplaats blijken te staan. Er wijzen grote borden heen totdat je zo'n 200 meter er vandaan bent, het laatste stukje mag je zoeken.
Een eenzaam weggetje, parallel aan de hoofdweg, brengt ons dan naar het noorden waar we vanuit de verte een glimps zien van Dunans Castle.
Een eenzaam weggetje, parallel aan de hoofdweg, brengt ons dan naar het noorden waar we vanuit de verte een glimps zien van Dunans Castle.
Daar rijden we nog maar even heen en men is er druk bezig met een groot renovatieplan om de tuinen tot een park om te toveren en ook het kasteel wordt gerestaureerd. Het is nog niet af, maar lijkt erg mooi te worden met goede wandelpaden door de wilde tuin. Ook maken we nog een praatje met een bejaard Engels paar dat net als ons helemaal weg is van Schotse kastelen en hun best doet om er zoveel mogelijk te bezoeken.
Maar het is al 5 uur, wat gaat de tijd weer snel, en we moeten nu echt richting Glasgow want we zijn nog wel een aantal uren onderweg voor we in ons hotel bij Motherwell zijn en Lies begint weer wat rugpijn te krijgen. Langzamerhand verdwijnt de mooie natuur achter ons, hoewel de bergen pas echt verdwijnen als we nog maar zo'n 20 kilometer bij Glasgow vandaan zijn. En net als vorig jaar raakt de Tomtom ook dit keer hier in de war en moeten we zelf de files maar proberen te ontwijken van alle terugkerende dagjesmensen die ook van het mooie weer en de omgeving hebben genoten
Uiteindelijk lukt het wel maar dan laat de Tomtom ons in Motherwell alsnog in de steek. De straat van het hotel ligt volgens het apparaat echt midden in het centrum maar bij navraag bij een aantal mensen blijkt dat we in een naburig park moeten zijn. Men is erg behulpzaam, maar een al aardig aangeschoten man in een woonwijk gaat na 5 minuten uitleg zelfs op de bestuurdersplaats zitten om de route aan Lies uit te leggen. Na een minuut beseft hij ineens dat hij achter het stuur zit en dat hij met dubbele tong de route aan de bijrijder aan het uitleggen is. Wij vinden het wel grappig, zeker omdat de beste man helemaal niet vervelend is, anders hadden we hem nooit toegestaan zomaar te gaan zitten.Het is 9 uur als we eindelijk in het hotel zijn, een Holiday Inn en alweer een perfecte kamer. Hoewel, het is nu nog steeds zo warm dat kamperen ook aangenaam zou zijn geweest, beter dan de kou die we de afgelopen 2 nachten hebben gehad. Jammer dat onze reis bijna voorbij is, met zulk weer willen we nog wel een weekje blijven!