Maandag 17 maart, naar het noorden, Loch Shin, Sutherland

Iedere ochtend staat de zon weer stralend aan een helderblauwe hemel en de temperaturen gaan langzamerhand omhoog tot ruim boven de 10 graden. Na een rustig ontbijt gaan we vandaag naar het noorden, richting Loch Shin.
In de bergen komen we nog door 2 dichte wolken heen en even lijkt het erop dat we de zon niet meer terug zullen zien. Maar zodra we weer wat zakken verdwijnen de wolken al snel.

Rond Loch Shin kijken we uit naar de beroemde Harrodswinkel van Mohamed Al Fayed. Iain heeft ons verteld dat er een vestiging is, maar we weten niet zeker of we hem wel kunnen geloven. We zien niets onderweg, maar wel weer een mooi optrekje vlakbij Loch Shin.
Later blijkt dat de Harrods gevestigd is in het Visitors centre bij de watervallen van Shin, waar wij per ongeluk aan voorbij gereden zijn. Iets voor de volgende keer.

Na 50 km. single road track en maar een paar tegenliggers zitten we op de brede kustweg die in het noorden naar Durness gaat. Wij rijden naar het zuiden en bezoeken het kleine woest schiereiland met onder andere de plaats Tarbet. De hellingen zijn soms supersteil (één van 25%!) en vaak is niet te zien welke bocht de weg zal nemen na de volgende helling.

Gelukkig komen we geen verkeer tegen op de smalle paadjes want dat kan best lastig zijn in dit berggebied.
Het landschap is fenomenaal, soms waan je je op de maan, maar dan heb je weer uitzicht op de zee of een verscholen loch. Er zitten heel wat plekjes bij waar wij zo wel een huisje zouden willen neerzetten...

Maar het is uiteraard niet altijd zulk mooi weer als nu en zeker wanneer het stormt of flink sneeuwt zal het niet altijd prettig zijn. Toch heeft het wel iets aantrekkelijks voor ons, zulke afgelegen plekjes die je helemaal voor jezelf lijkt te hebben.

Bij Loch Asynth komen we langs Ardvreck Castle, een ruïne uit het einde van de 16e eeuw. Ondanks het feit dat het een ruïne is, kun je er wel trouwen.

In Ullapool, het belangrijkste stadje in het noordwesten, vinden we eindelijk een restaurant dat open is voor een drankje. Het is een redelijk modern stadje dat is gesticht in 1788 en heeft een regelmatige plattegrond. Het is duidelijk aangelegd en niet door de eeuwen heen gegroeid. Een prima plek als startpunt om de noordelijke Hooglanden te verkennen.

Op de terugweg stoppen we even bij de Corrieshalloch Gorge, een smalle kloof van 60 meter diep. Een wankele loopbrug (maximaal 5 personen tegelijk toegestaan) loopt boven de Falls of Measach.
's Avonds kletsen we weer heel wat af met Iain en Cathy en we ontmoeten nog enkele oude bekenden. Teije probeert een projector van Iain te koppelen aan tv, video en dvd-speler, maar we hebben niet de juiste kabels, we krijgen alleen maar zwart-wit op de muur. Maar we hebben beeld, dus dat vraagt om een pint bier om het te vieren. De gezelligheid in de kroeg maakt dat het weer laat wordt, maar we kunnen hier uitslapen wat we willen, dus geen nood. We praten o.a. een hele tijd met een Duitser die hier in de jaren 80 arriveerde en onmiddelijk besloot te blijven.
Wij zouden ook wel willen, maar dankzij het geld dat we nu in Nederland verdienen kunnen we juist zoveel meer plekken van de wereld zien. Deze droom blijft nog even liggen.
Dinsdag 18 maart 2003, een tochtje naar het zuiden, Glen Nevis en Loch Leven

Hoewel we vorige week al naar de Ben Nevis zijn geweest, hadden we toen geen tijd over om de Glen Nevis te verkennen, het dal dat ten oosten van Fort William het bergmassief ingaat. Het is maar iets meer dan een uur rijden erheen dus gaan we vandaag naar het zuiden. We zijn regelmatig langs Fort William gekomen, maar hebben deze Glen nog nooit bezichtigd. In het smalle dal loopt één smal weggetje met een paar extreem steile hellingen en de gebruikelijke vele bochten. De thermometer in de auto laat zien dat de temperatuur buiten snel stijgt tot maar liefst 18 graden! In Schotland, in de zon, is dat een heerlijke temperatuur.

Vanaf het einde van het dal gaat een wandelpad de bergen in en je kunt vanaf hier lange tochten maken. Wel is het oppassen geblazen, want het weer kan hier snel omslaan en het pad is af en toe verraderlijk. Er sterven jaarlijks meer mensen op de Ben Nevis dan op de Mount Everest. Maar hier komen natuurlijk ook veel meer mensen.

Na een flinke wandeling door het mooie dal met z'n vele kloven en watervallen rijden we verder naar het zuiden, om Loch Leven heen.
Naar het zuiden hebben we zicht op de bergen die de Glen Coe vormen. De naam betekent 'Vallei van het wenen' en herinnert aan de massamoord die hier in 1692 plaats vond.
Na een pauze in Fort William gaan we weer naar het noorden. Bij Fort Augustus slaan we af om via de oostkust van Loch Ness richting Inverness te rijden. Er lopen diverse smalle wegen in dit gebied en hier en daar ligt een klein dorpje.

Na het maken van de foto links horen we ineens een soort van geblaf en zien 2 beesten wegrennen. Het blijken 2 japanse herten te zijn die hier wel meer in het wild leven. Na heel goed inzoomen konden we ze inderdaad op de foto zien.
Het landschap varieert enorm: soms zit je in dichte bossen waar de zon vrijwel nooit schijnt en de temperatuur flink zakt, dan weer bevind je je op een kale hoogvlakte zoals hiernaast.

In de bossen ligt er zelfs af en toe nog wat sneeuw langs de weg en is het soms glad. Oppassen geblazen dus met al die bochten.
We komen bijna niemand tegen en we rijden kriskras wat heen en weer. Dit gebied wordt vaak overgeslagen door toeristen die zich bijna allemaal richten op de westkust van het loch waar ook de toeristische plekken zich bevinden zoals Drumnadrochit met de monster-tentoonstellingen en de prachtige ruïne van Urquhart Castle. De oostkant van het meer biedt meer rust en volop natuur om van te genieten.
Tegen zonsondergang zijn we terug in Beauly en brengen de avond door in de pub. Er is onder andere een Ier die in Glasgow woont en fantastisch moppen kan vertellen; hij houdt ons de hele avond bezig.
