Woensdag 19 juli, naar Beauly, Inverness, Plockton en de westkust
Nog minder dan een week hebben we, en vooral de laatste helft van de vakantie gaat altijd zo snel. We hebben Schotland doorgereden, duizenden kilometers gemaakt en nu willen we terug naar gebieden die we graag nog eens wilden zien of verder verkennen: de Hooglanden. We rijden nog even om via het dorpje Killin waar de rivier de Dochart na de Falls of Dochart uitwaaiert en uitmondt in Loch Tay. Een lekker rustig plekje voor een picknick.
Het autogas is alweer op, dus we rijden via Oban. Gisteren heeft het tanken al lang geduurd, maar vandaag duurt het nog langer. Uiteindelijk blijkt dat de gastank leeg is en ze zijn vergeten op tijd bij te bestellen. Dan maar op benzine verder.
Via Fort William en de Great Glen, langs Loch Ness en Castle Urquhart komen we uiteindelijk weer aan in Beauly, want we hebben besloten terug te gaan naar het hotel waar we ons het prettigst hebben gevoeld, The Caledonian bij eigenaren Iain en Cathy. We hebben niet aangekondigd dat we zouden komen, want er zijn weinig toeristen in Schotland dit jaar en reserveren is vrijwel nergens nodig. Ze zijn erg verrast en vooral enthousiast dat we onverwacht nogmaals langskomen. Voor we het weten zitten we uren te kletsen alsof we oude, goede vrienden zijn. Ja, het bevalt ons hier prima.
Donderdag 20 juli 2000, naar Inverness
Na ons ontbijt met scrambled en fried eggs vertrekken we naar Inverness, om allereerst gas te tanken. Van Iain hebben we de eerste week al een lijst met adressen van pompstations gekregen waar ze gas verkopen en bij deze man in Inverness zijn we al veel vaker geweest: 5 minuten tanken, een half uur kletsen, zo'n aardig type. Onze auto heeft al een tijdje een vreemd piepje bij de wielen dat steeds erger wordt, de remschijven waarschijnlijk. We vragen de pomphouder of hij misschien iemand weet die ons hierbij kan helpen en hij verwijst ons naar een garage aan de rand van de stad. Daar laten we de wagen achter en worden naar het centrum van de stad gereden. Over een paar uur bellen we wel even.
Inverness is de grootste stad in de Hooglanden en ligt aan de monding van de rivier Ness. Voor één dag is er voldoende te zien, zoals bijvoorbeeld het zandstenen kasteel in het centrum. En uiteraard zie je ook hier doedelzakspelers.
Na heel wat gewandel zijn we aan een rustpauze toe, wat goed mogelijk is in 1 van de parken langs de Ness. Terwijl we wat zitten te drinken, vindt Teije ineens in de struiken achter zich een penny. Lies ook meezoeken en voor we het weten hebben we een heel pond aan kleingeld bij elkaar. Een verdienstelijke rustpauze!
De auto is klaar wanneer we terug zijn bij de garage en we moeten £ 20,- betalen, voor het bijstellen van de remschijven voor, remschoenen achter en nog 2 liter olie (dat wisten we al, dat de wagen olie slorpte). Dat valt ons reuze mee, gezien de prijzen en dus waarschijnlijk ook de uurlonen hier.Na heel wat gewandel zijn we aan een rustpauze toe, wat goed mogelijk is in 1 van de parken langs de Ness. Terwijl we wat zitten te drinken, vindt Teije ineens in de struiken achter zich een penny. Lies ook meezoeken en voor we het weten hebben we een heel pond aan kleingeld bij elkaar. Een verdienstelijke rustpauze!
Het is al na drieën, dus een lange rit zit er niet meer in. We rijden wat in de buurt rond, zien nog enkele kastelen en oudheden, maar we weten niet precies meer welke aangezien we geen foto's hebben genomen. Maar we zullen ons vast wel vermaakt hebben!
Wel hebben we het schiereiland ten noordwesten van Inverness en de kust langs de Cromarty Firth nog verkend, maar dat is niet zo spektakulair met al die boortorens. Via deze brug rijden we vanuit Inverness recht naar het noorden. Terug in Beauly krijgen een uitgebreid maaltijd voorgeschoteld en verpozen ons daarna nog uren in de pub.
Vrijdag 21 juli 2000, Plockton en de westkust
Vandaag willen we nog één keer naar de westkust en eventueel naar Skye. Ook hebben meerdere mensen ons aangeraden vooral langs Plockton te gaan, het subtropische 'paradijs' in Schotland. Door de Wester Ross (o.a. Glen Docharty) met z'n hooggelegen smalle en bochtige wegen, langs de verschillende zee-inhammen komen we aan in Plockton.
Het is inderdaad een plaatsje dat je niet mag missen wanneer je in de buurt bent: schilderachtig, pittoresk en een prettig klimaat dankzij de warme Golfstroom uit Mexico.
Het is inderdaad een plaatsje dat je niet mag missen wanneer je in de buurt bent: schilderachtig, pittoresk en een prettig klimaat dankzij de warme Golfstroom uit Mexico.
Langs de waterkant en door het dorp verspreid staan palmbomen en het vee loopt overal los. Vooral ook het landschap en de omgeving maken dit dorp zo idyllisch: de zee aan de ene kant en een onherbergzaam landschap met kale rotsen, heide en dennenbossen op de achtergrond.
Het is een uiterst prettige plek om een paar uur door te brengen, te wandelen of gewoon langs de waterkant te zitten.
Na deze verkwikkende rustpauze rijden we tot aan de Skye Bridge. Sinds kort is Skye ook direkt per auto te bereiken maar men vraagt ca. £ 6,- voor een enkeltje aan tol en voor een paar uurtjes waarin we toch niet alles kunnen zien, hebben we dat niet over. Weer iets om te bewaren voor een volgende keer.
Na deze verkwikkende rustpauze rijden we tot aan de Skye Bridge. Sinds kort is Skye ook direkt per auto te bereiken maar men vraagt ca. £ 6,- voor een enkeltje aan tol en voor een paar uurtjes waarin we toch niet alles kunnen zien, hebben we dat niet over. Weer iets om te bewaren voor een volgende keer.
In plaats daarvan bezoeken we Eilean Donan Castle, een zeer imposant kasteel dat tussen drie Lochs in ligt. Het schijnt het meest gefotografeerde kasteel in Schotland te zijn, wat ons niet verbaast want het ligt er prachtig. Oorspronkelijk gebouwd in de 13e eeuw, maar wat er nu nog staat dateert uit het begin van de 20e eeuw toen het kasteel volledig opnieuw is opgebouwd. Wees voorzichtig in het kasteel zelf, de treden kunnen nogal glad zijn. Stukken uit de film Braveheart en Highlander zijn hier opgenomen.
Iets voor Eilean Donan Castle steken we een zijweggetje in dat langs Loch Long loopt. Een zeer smal weggetje en af en toe erg steil. Tot we vlak voor het dorpje Killilan een houten bruggetje tegenkomen dat er wel erg gammel uitziet. We besluiten maar om te keren en de Glen Shiel in te rijden, een prachtig berglandschap. Na een mooie rit tussen de bergen door komen we weer bij Loch Ness uit en de weg naar Beauly wordt steeds bekender.
In het hotel en in de pub is het een drukte van belang. Het is Domino-night, een jaarlijks terugkerend kampioenschap waar het halve dorp aan deelneemt en dat zeer luidruchtig wordt gevierd. Er heerst een ware feeststemming waarin we opgenomen worden en we vermaken ons opperbest.
Ook krijgen we eindelijk antwoord op de vraag wat er onder de kilt gedragen wordt: niets; tenminste wanneer een echte Schot hem draagt. Het schijnt perfekt te zitten en heerlijk warm te zijn. Wat de toeristen ermee doen weten we niet. Zo treffen we op de boot terug een dronken en zeer luidruchtige Duitser met een kilt aan en hem stond het absoluut niet.