Lies & Teije's reis website
Een regenachtig begin, daarna de zoutmijnen van Wieliczka in en naar Zakopane
Vrijdag 20 juni, een regenachtig begin, daarna de zoutmijnen van Wieliczka in en naar Zakopane
Het goedkope motel blijkt erg luidruchtig en we zijn niet echt uitgerust wanneer we weer op pad gaan. We zitten een half uurtje rijden bij Krakow vandaan, ons eerste reisdoel. Wanneer we de stad binnenrijden begint het flink te plensen. We hebben geluk dat we midden in het centrum kunnen parkeren en we nemen de paraplu mee.
Vanaf een overdekt terrasje kijken we uit op het plein waaraan onder meer de Mariakerk en de lakenhal te zien zijn. We genieten van een lekkere bak koffie terwijl de regen steeds erger wordt.
Zodra het een beetje droog wordt, lopen we verder en ook dit Pools orkestje speelt door. Toch lijkt de stad lang niet zo mooi als wanneer de zon zou schijnen: gebouwen zien er somber uit en er zijn weinig mensen op straat. Ook de foto's zijn erg donker.
Toch blijft deze stad, die 600 jaar lang de hoofdstad van het Poolse rijk was, erg indrukwekkend met alle monumentale en historische gebouwen. 6000 stuks volgens onze reisgids. Onze wandeling voert ons door de binnenstad waardoor we er een stuk of 60 te zien krijgen, voornamelijk paleizen en kerken.
Het huidige stadsplan (van het centrum) dateert uit 1257 en heeft de lakenhal in het centrum van het grote plein. Binnen zijn allerlei winkeltjes vol souvenirs te vinden.
Het koninklijk paleis en de kathedraal staan op de Wawel, een heuvel aan de zuidkant van het centrum. Het zijn imposante gebouwen maar door het slechte weer besteden we er niet veel tijd aan.
Na enkele uren verlaten we Krakow en gaan op weg naar Wieliczka, zo'n 15 kilometer ten zuidoosten van de stad. Onder dit plaatsje ligt een zoutlaag van bijna 400 meter dik, met een lengte van 10 kilometer en een breedte variërend van 500 tot 1300 meter. Al 5500 jaar geleden werd hier zout gewonnen, eerst door verdamping van het zilte water, later door mijnbouw.Het koninklijk paleis en de kathedraal staan op de Wawel, een heuvel aan de zuidkant van het centrum. Het zijn imposante gebouwen maar door het slechte weer besteden we er niet veel tijd aan.
De entree voor 2 personen met 1 camera bedraagt circa € 20. De tocht duurt 2 uur en begint met een afdaling van maar liefst 394 treden tot 64 meter onder de grond. Lies begint meteen al bang te worden dat we die straks ook weer omhoog moeten.
In totaal zien we maar 2% van het geheel, maar het is fascinerend om te zien hoe komplete zalen, een kapel en zelfs een kerk is uitgehouwen. Overal staan standbeelden uit zoutblokken gehouwen, waarvan de meeste uit de 19e eeuw dateren. Behalve mijnwerkers zijn hier ook kunstenaars aan het werk geweest. Er is een enkele rondleiding in het Engels of Duits, maar wij moeten het doen met een Poolse gids, dus veel snappen we niet van zijn uitleg.
De 'kerkzaal' ligt op ongeveer 100 meter diepte en bevat hele mooie reliëfs die in de wanden zijn aangebracht, alles uit zout.
Op een diepte van 125 meter eindigt de tocht en met opluchting zien we dat we met een lift omhoog kunnen. Voordat we het weten worden we in een klein mijnwerkersliftje gepropt met 8 mensen op een halve vierkante meter die met grote snelheid ratelend door het donker omhoogflitst. Het lijkt wel een kermisattractie, maar de meesten zijn blij wanneer ze weer uit kunnen stappen. Terwijl wij onder de grond zaten is het buiten schitterend weer geworden en na een kleine pauze om van de zoutmijn te bekomen, rijden we over landelijke weggetjes naar het zuiden, het Tatra-gebergte in. Het is een prachtig gebied en het ziet er ook welvarend uit. Overal worden nieuwe huizen gebouwd en de huizen die er al staan zijn groot en goed onderhouden.
Tegen de avond naderen we Zakopane, het meest toeristische plaatsje van Polen. De lucht is weer betrokken en af en toe valt er regen. We bereiden ons voor op een dure overnachting. Langs de kant van de weg zien we een nieuw teken van het vrije ondernemerschap: dit keer mensen met bordjes 'nogleci' en 'wolne pokoje' die naar de automobilisten zwaaien. We zoeken het op in het woordenboek en ja hoor, 'slaapplaats' en 'kamers vrij' is de betekenis ervan. Wij rijden naar een camping waar een motel bij is, zo'n 4 kilometer van het centrum en we krijgen een mooie kamer voor € 15 per nacht. Een koopje dus.
We blijven hier 2 nachten. Morgen gaan we de omgeving verkennen en de dag erna zullen we richting Slowakije vertrekken. Maar nu eerst een goede nachtrust.