Dinsdag 08 juli, via Italië bereiken we de Oostenrijkse Alpen, de Grossglocknerstrasse
Na een laatste kop koffie bij Joško en het onvermijdelijke afscheid gaan we op pad. Eerst even bij de supermarkt in Nin langs en warempel, onze portemonnee is gevonden en ligt klaar bij de kassa. Scheelt toch weer.
Dan volgt de lange rit langs de kust terug. Het is nog geen 300 kilometer via Rijeka naar de Sloveense grens maar we doen er bijna 6 uur over.
Dan volgt de lange rit langs de kust terug. Het is nog geen 300 kilometer via Rijeka naar de Sloveense grens maar we doen er bijna 6 uur over.
Na een halfuur door Slovenie zitten we al in Italië, bij Triëste, en krijgen een stuk snelweg. Voor we het weten zijn we aan de voet van de Alpen en zien het hoge massief voor ons opdoemen. De temperatuur is ondertussen ook al flink gezakt en er is veel bewolking.
Het gebergte rijst ineens op vanuit het vlakke landschap, er is niet zoiets als een aanloopje. De toppen gaan ook direkt al tot boven de 2000 meter hoogte. Via smalle kronkelweggetjes bereiken we de grens met Oostenrijk op de Plöckenpas (1360 meter hoog).
We rijden richting Lienz, maar slaan ervoor af, het Mölltal in. Dit dal leidt naar de Grossglockner, de hoogste berg van Oostenrijk. Hoewel we al eerder in de Alpen zijn geweest blijft het een machtig en indrukwekkend schouwspel.
Tegen de avond bereiken we de camping, bij Döllach. Hoewel de zon er nog een klein beetje schijnt en we nog in t-shirt lopen is het stukken kouder dan de afgelopen dagen. Wanneer de zon achter de bergen verdwijnt, wordt het voor ons gevoel ijskoud. Een trui is niet genoeg en Teije duikt de nog warme auto in, Lies de tent. Het is hooguit 15 graden. Brrr...
Buiten is het koud en vochtig, de lucht is vol insekten dus we liggen vroeg in bed, maar ook daar is het koud. We zijn gewoon niets meer gewend na de afgelopen week.
Woensdag 09 juli 2003, Grossglocknerstrasse, het is koud maar wel heel erg mooi
Na een erg koude en vochtige nacht op een leeglopend luchtbed worden we wakker onder een grauwe hemel. Het luchtbed hebben we 's nachts nog opgepompt en bleek een beetje te lekken bij de dop. Niet echt lekker wanneer je op de koude en natte grond ligt. Maar wanneer we wegrijden bij de camping vergoeden de eerste plaatjes van watervallen al weer heel veel.
Ons doel vandaag is het Grossglocknergebied en het nationale park Hohe Tauern. Daarvoor rijden we eerst naar het plaatsje Heiligenblut dat ruim 1300 meter hoog ligt.
Ons doel vandaag is het Grossglocknergebied en het nationale park Hohe Tauern. Daarvoor rijden we eerst naar het plaatsje Heiligenblut dat ruim 1300 meter hoog ligt.
Met de kabelbaan (€ 13,50 p.p) gaan we omhoog naar Schareck, een top die op 2604 meter hoogte ligt. Ondanks het grote hoogteverschil zijn we binnen een kwartier boven en we zijn blij dat we onze truien aanhebben. Het is er 12 graden.
Het landschap is overweldigend groots en het is jammer dat het zo bewolkt en koud is. Vanaf deze plek zijn 40 toppen hoger dan 3000 meter te zien, waarvan de Grossglockner met 3797 de hoogste (en tevens van Oostenrijk).
Teije loopt nog een stuk verder omhoog en laat zich door een medetoerist (een Nederlander uiteraard, zoals de meerderheid van de toeristen hier) op eenzame hoogte fotograferen.
En neemt nog een sneeuwbal voor Lies mee, waar ze zich echter geen raad mee weet. Het is al zo koud!
En neemt nog een sneeuwbal voor Lies mee, waar ze zich echter geen raad mee weet. Het is al zo koud!
's Middags rijden we de Grossglocknerstrasse en bezichtigen onder meer de Pasterze gletsjer met een lengte van 9 kilometer. De wegen zijn bochtig maar zeer goed en we komen met de auto tot op hoogten van ruim 2500 meter. Maar wat is het koud... Desalniettemin blijven de panorama's fantastisch, hoewel we € 26 tol toch wel wat veel vinden.
Wanneer we tegen de avond terug op de camping zijn breekt de zon af en toe even door en dan wordt het meteen lekker warm. Jammer genoeg duren die periodes hooguit 5 minuten.
Om niet de hele avond in de kou hoeven te vernikkelen gaan we Döllach in, eten wat in een vriendelijke Gaststübe en lopen wat rond in dit leuke dorpje. Huizen waarin hout is verwerkt hebben voor ons iets speciaals, het maakt ze een stuk levendiger op de een of andere manier.
Het blijft hier langer licht dan in Kroatië maar veel hebben we er niet aan. Tegen 9 uur is het al niet meer te doen om met trui en jas aan buiten te zitten en we hebben maar een klein tentje. Dat wordt dus weer vroeg naar bed.
Om niet de hele avond in de kou hoeven te vernikkelen gaan we Döllach in, eten wat in een vriendelijke Gaststübe en lopen wat rond in dit leuke dorpje. Huizen waarin hout is verwerkt hebben voor ons iets speciaals, het maakt ze een stuk levendiger op de een of andere manier.