Zondag 30 april, via de Biesbosch naar het oosten van Brabant
Tussen onze vakanties door hebben wij het altijd razend druk: druk met het werk, ons kleinkind waar we dol op zijn en dan hebben we al onze hobbies nog zoals de diverse websites die we bijhouden. Wanneer we dan eens weg zijn, en we geven toe dat dat best wel vaak is, willen we ook veel rust. Daarnaast willen we ook veel zien van de plek waar we op dat moment zijn, maar als we uitslapen tot 10 uur zoals vandaag, dan vinden we dat helemaal niet erg. Het heeft de hele nacht geregend maar daar hebben wij totaal niets van gemerkt. Na een eenvoudig ontbijtje verlaten we pas na elven het hotel.
Om de Amercentrale, die we noordelijk van Breda zien opdoemen, mogen ze van ons wel wat meer bomen zetten; hoe hard die energiecentrales ook nodig zijn, probeer ze in ieder geval een beetje aan de omgeving aan te passen. Maar al gauw bevinden we ons op smalle weggetjes met borden die we tot nu toe alleen maar in Schotland hebben gezien: passeer plaats. Zowel het bord als de tekst zijn gewoon gestolen uit Schotland! PP'tjes noemen we dit soort plekken, waar je elkaar even kunt passeren op de smalle weg. We missen alleen de bergen nog.
We proberen zoveel mogelijk kleine wegen te nemen, maar er lopen er niet zoveel door dit natuurgebied en zo komen we, via Werkendam, ook bij het pontje naar Kop van 't Land, aan de andere kant van de Nieuwe Merwede. We peinzen even of we ook meegaan maar besluiten dat we gewoon in Noord-Brabant blijven. Misschien een andere keer. Het is wel leuk om het pontje af en aan te zien varen en we blijven wel een tijdje kijken.
Vlakbij de pont zien we ook een duidelijke aanwijzing hoe het gebied aan zijn naam is gekomen: samengevlochten bossen van biezen. We dachten dat biezen gewoon een brabants woord voor riet is, maar dat blijk niet zo te zijn. Biezen hebben een soort sponsachtig materiaal aan de binnenkant terwijl riet van binnen hol is. Biezen werden ooit wel gebruikt om koffers mee te maken, vandaar de uitdrukking 'de biezen pakken'.
Het weer is stukken beter (vooral droger) dan gisteren, maar toch is het nog niet echt prettig om veel buiten te zijn. Bij het Biesbosch museum wandelen we wat rond, zelfs een echte berg op, maar we zijn niet in de stemming om al te aktief te worden. Het is ook nog te vroeg in het jaar, 's zomers moet dit een prachtig natuurgebied zijn; en wij zijn gewoon te verwend, te gewend aan de ruigere natuurgebieden in andere landen. Ondanks de vele vogels en andere dieren en de rust die er heerst komt het ons iets te geciviliseerd over, teveel duidelijk in stand gehouden door de mens en dus geen echte wildernis meer. En dat is toch wat wij graag willen zien in de natuur, stukjes aarde waar de mens het even niet voor het zeggen heeft, ook niet om te 'waken' over de natuur.
We keren eerst naar het zuiden terug en gaan dan oostwaarts en we komen door mooie stukjes natuur met menselijke invloeden, zoals deze molens. Vooral de molen in Uppel, die we zien als we over de dijk rijden, staat er prachtig bij. Rijdend door dit gebied hebben we niet het idee dat Nederland erg vol is, tussen alle stedelijke agglomeraties is er gelukkig nog erg veel landelijk gebied en dat ontkracht weer een vooroordeel van ons. Wij dachten echt dat alleen de noordelijke provincies zo leeg waren, maar dat blijkt dus echt een misverstand.
We rijden door kleine dorpjes naar het oosten van Noord-Brabant en als we door Oirschot komen zijn we verrast door het leuke centrum. Tijd om even uit te stappen en wat rond te kijken. En het is zelfs al aangenaam genoeg om (met de jas aan) buiten op een terrasje te gaan zitten. We hebben uitzicht over het sfeervolle marktplein en de Sint Pieterskerk, die wel heel erg groot is voor zo'n klein dorp. Sander uit Oirschoit heeft ons later gemaild dat het dorp voor de vrede van Munster een plaats van vrij grote betekenis was.
Op deze foto staat Lies voor de oorspronkelijke kerk die al in de 9e eeuw werd gebouwd (12e eeuw volgens andere bronnen), het Boterkerkje; de kerk werd zo genoemd omdat deze in de 17e eeuw als boterwaag werd gebruikt. Sinds 1800 is het echter een protestantse kerk en is in 1961 gerestaureerd. Prachtige stukjes cultuurgeschiedenis in een heel mooi dorp dat volgens sommigen de mooiste dorpskern van Brabant heeft. Wij hebben nog lang niet alles gezien, maar mooi is het zeker.
Aan het einde van de middag rijden we naar Vierlingsbeek waar we een huisje hebben geboekt, het zogenaamde Hans-en-Grietje-huisje. Toen we het op het internet zagen wisten we meteen dat we dat wel eens wilden uitproberen. David en Monique Rijnink hebben het in hun tuin staan, evenals nog een echte Pipo-wagen. We worden hartelijk door ze ontvangen en we voelen ons direkt thuis.
Van binnen is het huisje klein, met een houtkachel, 2 stoelen, minikeuken en een stapelbed, maar we kunnen prima buiten zitten als de zon zich meer en meer laat zien. Dit is toch veel lekkerder dan een hotelkamer waar je zo binnen opgesloten zit, zonder tuin. We hebben een rustige avond, praten wat met David, lezen een boek en als het donker wordt maken we de open haard aan die centraal in de tuin staat. Niet al te laat gaan we tevreden naar bed voor een goede nachtrust.