Zaterdag 08 september, naar Montenegro, Kotor
Na de lange en vermoeiende rit door Bosnië gisteren hebben we heel lang geslapen in onze warme tent en het kost ons 's ochtends wat moeite om eruit te komen. Ik ben weer eens jarig, en als kadootje krijg ik weer een nieuw land op mijn lijstje, want we gaan vandaag naar Montenegro! Ik vind het helemaal niet erg om van deze te dure camping met zijn vieze toiletten weg te gaan en we zien wel waar we uitkomen. Toch duurt het over de drukke weg nog een hele tijd voor we bij de grens zijn waar norse douaniers ons tot Montenegro toelaten.
Onderweg komen we weer af en toe een Bosnische auto of bus tegen, en er is één die ons weer helemaal aan het verkeer van gisteren doet herinneren: een Bosnische bus vol mensen die op een levensgevaarlijke manier aan het inhalen is. Natuurlijk komen we de bus 50 kilometer later bij de grens gewoon weer tegen, dus waar zijn al die kamikazeacties voor nodig geweest?
Na de grens wordt het al snel nog drukker op de weg. Maar voorbij Herceg Novi, een superdruk stadje, rijden we helemaal om een groot en raar gevormd binnenzee heen, de baai van Kotor. Eigenlijk is het meer een fjord. Het weer is mooi opgeknapt en we kunnen weer eens in t-shirt rondlopen. Rondom de baai zijn diverse leuke plaatsjes en heel wat kerken en kloosters.
Het gebied is in 1979 door een aardbeving getroffen die heel wat schade aanrichtte maar toch blijft het veel toeristen aantrekken. Opvallend is het grote aantal toeristen en de voormalige oostblok-republieken en ook uit Rusland. De rit rond het meer duurt best lang maar de uitzichten zijn fantastisch, zeker nu het zonnetje ook weer meedoet.
In Kotor zien we al snel dat we hier moeten uitstappen om rond te kijken. Er is een dikke vestingswal die tegen de bergen omhoog loopt en erbinnen schijnt een perfect bewaarde middeleeuwse binnenstad te zijn. Het is zaterdag en marktdag. Niet alleen de toeristen zijn in grote getale op de plaats afgekomen maar ook de lokale bevolking vecht om ieder parkeerplekje zo dicht mogelijk bij het centrum.
Wij hebben geluk en vinden een plekje vlakbij de haven, een paar minuten lopen van het centrum. In de haven liggen weer een paar dure jachten, ook hier komen miljonairs naar toe! Groente, fruit, schoenen en heel veel plastic, dat wordt te koop aangeboden op de markt. Het zijn bijna allemaal vrouwen die hun spullen aan de man proberen te brengen.
Eenmaal door de poort zijn we verrast dat de reisgids niet heeft overdreven, het is inderdaad een heel mooi bewaard gebleven centrum met smalle straatjes en geplaveide pleintjes waar we eerst eens gaan zitten voor een bak koffie. Grappig is dat we hier gewoon in euro's kunnen betalen. Pas op 3 juni 2006 werd Montenegro een zelfstandige staat (de 193e op de wereld, ik ben pas aan mijn 30e toe...) door zich los te maken van Servië. Gelukkig was er dit keer geen ingrijpen door Servië zoals dat het wel deed bij de onafhankelijkheidsverklaringen van Slovenië, Kroatië en Bosnië-Hercegovina.
Maar de euro had Montenegro al langer in gebruik (vanaf 2002 en daarvoor vanaf 2000 de Duitse Mark), officieel illegaal. Een nieuw EU-land moet aan strenge eisen voldoen voordat ze de euro mogen invoeren, maar Montenegro is (nog) geen lid van de EU en kon dus gewoon besluiten om de euro als geldig betaalmiddel te nemen zonder enige vorm van overleg met de EU. Wij vinden het wel handig maar de EU vindt het uiteraard niet prettig en het zal nog wel een heikel punt worden in de onderhandelingen om EU-lid te worden. Maar je kunt je niet voorstellen dat de EU Montenegro vraagt eerst de munt af te schaffen en een aantal jaren later weer opnieuw in te voeren.
Na de koffie wandelen we uitgebreid door de steegjes en het wordt steeds rustiger naarmate we verder van de poort af zijn. Er staan heel wat kerken in de stad die eeuwenlang een kolonie van Venetië is geweest. Uiteraard zijn er in de loop van de tijd heel wat verbeteringen en restauraties uitgevoerd, maar het schijnt dat het centrum wat layout betreft nog vrijwel precies zo is als in de 12 eeuw en dat zie je maar zelden in Europa. Dubrovnik is nog zo'n stad. Geen wonder dat de Unesco ook Kotor op de lijst van werelderfgoederen heeft geplaatst.
Het is maar een klein gebied maar als je alles wilt zien zwerf je toch nog een hele tijd rond. Hier en daar wonen mensen, maar er zijn ook veel winkeltjes en vooral restaurants. Na ruim 2 uur wandelen wordt het tijd voor onze dagelijkse pizza; we hebben nog nooit zoveel pizza (een stuk of een hele) gegeten als op deze reis, veel meer dan bv. op onze reis door Italië.
We besluiten om maar niet de berg op te klimmen, daar zou mijn rug zeker spijt van krijgen. Het schijnt wel een mooie wandeling bergop te zijn over kronkelende paadjes en een magnifiek uitzicht vanaf de vesting over de Kotorbaai. Maar ons bezoek hier was zo al zeker de moeite waard. De markt buiten de stadspoort wordt alweer afgebroken en in een kioskje zie ik dat ik hier wel wat sigaretten moet inslaan: € 0,50 voor een pakje! Eerst maar even 1 proberen. Niet gezond, ik weet het, maar een verslaving moet je wel onderhouden natuurlijk!
Op de weg verder naar het zuiden lijkt het steeds drukker te worden. En we zien veel ongelukken, de meeste gelukkig maar kleine aanrijdingen. Ook staat de politie op meerdere plekken met een lasergun (en gisteren in Bosnië hebben we ook al een aantal flitscamera's gezien!). Zo lijkt het hier aardig modern! En toch schijnt meer dan 25% van de beroepsbevolking werkeloos te zijn. Maar zo te zien gaat het hier goed met het toerisme dus dat wordt vast een nieuwe economische motor. Budva is ook één van de bekende badplaatsen langs de kust, maar daar rijden we nu aan voorbij.
We zijn al bij meerdere campings gestopt om een plekje te vinden maar de meeste zijn erg vies (vooral de toiletten), er is geen warm water en je komt eigenlijk nooit in de buurt van de zee en het strand. Heel veel strand is er ook niet, dat ligt voornamelijk vlakbij of in de kustdorpen. Vlak voor Budva zien we wel een grote camping langs het strand maar die zit echt helemaal vol. Op sommige plekken is men bezig meer strand te creëren, want tenslotte betekent dat meer ruimte voor toeristen, meer geld en meer werkgelegenheid.
Een paar kilometer ten zuiden van Budva hebben we heel mooi zicht op Sveti Stefan (St. Stefan), een dorpje op een schiereiland waar je alleen maar tegen betaling naar binnen mag. Vijftig jaar geleden werd dit vissersdorp omgetoverd in een soort Adriatisch Monaco; het is een hoteldorp kompleet met casino.
Maar ondanks al het moois dat we zien hebben we nog steeds geen slaapplaats. We zijn van plan hier een dag of 3 te blijven en besluiten dan maar een hotel op te zoeken. In Petrovac rijden we eerst het centrum in naar het strand en we zijn verbaasd om te zien dat het om 6 uur nog steeds helemaal vol ligt! Stoel aan stoel, handdoek aan handdoek. Geen strand voor ons dus de komende dagen, dit is gewoon massatoerisme! Maar de boulevard is wel erg leuk met zijn vele restaurantjes en winkeltjes. Dat de toeristen nog volop aanwezig zijn merken we ook als we diverse hotels bij langs gaan: alles zit vol. Tja, zegt een manager: holiday here is until November! Nou inderdaad, het lijkt er wel op...
Na heel wat heen en weer geloop vinden we uiteindelijk een kamer in een hotel dat een mooi uitzicht over de zee biedt. Voor zo'n € 60 per nacht hebben we een ruime kamer met een groot balkon. Prijzen die we hier niet zo verwacht hadden, maar op de hele Balkan is het duurder dan je zou denken. Het is niet meer het low-budget gebied dat het vroeger was. En we hebben wel een pracht van een gratis zonsondergang! Een mooie afsluiting voor mijn verjaardag.