Maandag 17 september, naar de Plitvice meren
We hebben de afgelopen dagen niets meer van onze vriend Josko gehoord en na een aantal rustige stranddagen willen we nu toch wel weer op pad om wat te gaan doen. Het is wat grijs aan de lucht en als we de tent hebben opgebroken hebben en naar het noorden rijden verandert daar niet zo veel aan. Maar de temperatuur is lekker.
Al snel zijn we bij de het Plitvicka nationaal park waar we eerdere jaren al tweemaal aan voorbij gereden zijn. Het toegangsticket is nu wel ruim € 13 (110 kuna), het dubbele van een aantal jaren geleden. Maar nu hebben we de hele dag om ervan te genieten. We beginnen aan de noordkant bij de grote waterval, de Veliki Slap.
Dat dit het meest bezochte nationale park van Kroatië is wordt ons al snel duidelijk. Een smal pad leidt ons kronkelend omhoog en omlaag en vooral op de houten vlonders naar de grote waterval is het lastig elkaar te passeren. Het is al half september geweest en het is een maandag, wat moeten al die mensen hier?
Dit park bestaat uit 16 meren die door watervallen met elkaar verbonden zijn en wat het meeste opvalt is de heldere blauwe kleur van het water, variërend van turquoise tot zeegroen. Het water komt van een paar rivieren en vooral ondergrondse bronnen en zit vol mineralen. Het zal vast heel gezond zijn maar in tegenstelling tot het Krka nationale park mag je hier het water niet in.
De kalksteen, voornamelijk travertijn, is zacht en hoopt zich in het water op en vormt bij de rand van een meer muurtjes als het verhard, waardoor na verloop van (veel) tijd watervalletjes ontstaan naar een volgend meer. Het meest noordelijk valt de grote waterval 76 meter naar beneden vanuit de rivier Plitvice waar het park naar is vernoemd.
We hebben nog geluk als we naar de waterval kijken want als we teruglopen komen de horden toeristen ons tegemoet. Een eind verderop varen een paar boten op en neer tussen de beneden- en de bovenmeren en waarschijnlijk is er net weer een boot geland.
De wandeltocht naar de boten duurt echter veel langer dan we hadden gedacht, we zijn bijna een uur onderweg. Dat komt deels door de grote stroom toeristen maar ook omdat we vaak even blijven staan om het natuurschoon te bewonderen.
Dit is zeker een plek die je niet mag overslaan als je in de buurt bent, maar hoe rustig en sereen de meren er ook uitzien, op de wandelpaden is dat niet het geval, soms worden we gewoon meegezogen in de stroom en is het af en toe lastig om een plekje te vinden waar je rustig van de natuur en het mooigekleurde water kan genieten.
Als we dan eindelijk bij het grootste meer Kozjak aankomen vanwaar de boten vertrekken zien we een rij mensen waar we niet goed van worden. Een snelle rekensom leert ons dat in deze 200-meter lange rij minstens 1000 mensen staan. Eerst snel naar een vrije plek op een terras, even wat drinken en onze vermoeide benen wat rust geven.
Er varen heel wat boten af en aan en we houden het een beetje bij. De wachtij is ongeveer 3 kwartier en we hebben gelezen dat we vanaf de andere kant met een treintje terug kunnen. Lies gaat er lekker bij liggen terwijl ik probeer om de voordringers achter me te houden. Maar veel families hebben het goed bekeken: wissel af en toe af in de rij en als je bijna bij de boot bent staan er ineens 10 extra familieleden bij!
Als we eenmaal op de boot zitten valt de tocht op zich wat tegen. Het Kozjak meer is het grootste van de 16 en pas als we verder naar het zuiden zijn zien we weer wat watervallen. De belangrijkste attractie vanaf de boot zijn de eenden die laag aan komen vliegen om vlak langs de boten in het water te landen in de hoop op iets eetbaars.
Aan de zuidkant van het Kozjakmeer kun je bootjes bestellen om zelf het water mee op te gaan. Wij moeten nog en keer met een boot (allemaal bij de prijs inbegrepen) om weer aan de oostkant van de meren terecht te komen en gaan dan op zoek naar het treintje.
Dat brengt ons een stuk terug in de goede richting maar daarna moeten we toch nog een heel eind lopen waarbij we van bovenaf een heel mooi uitzicht hebben op de blauwgroene meren. Uiteindelijk is het bijna 6 uur later als we weer bij de auto aankomen, moe maar heel erg voldaan.
De rit naar de camping die we hier in de buurt hebben uitgezocht duurt maar een paar minuten en als we dan ook nog zien dat we een huisje kunnen huren voor € 28 voor een nacht (kamperen kost al bijna €20) is de beslissing snel gemaakt. Op naar ons huisje en snel even wat spullen uitpakken en dan van de laatste zonnestralen genieten.
Voor de zon ondergaat bezoeken we nog even het café van de camping terwijl we campers en carvans zien binnenstromen op de camping. Als we teruglopen naar ons huisje zien we dat de meeste huisjes ondertussen ook al bewoond zijn en dat de verharde parkeerplekken vol campers staan met ongeveer een meter tussen elkaar. Goede bussiness hier!
Maar het is ook logisch dat zo'n prachtig gebied zoveel mensen trekt en het is niet voor niets dat het nationaal park Plitvicka tot Unesco werelderfgoed is uitgeroepen, een natuurgebied dat al vanaf 1947 beschermd is. Toch vonden we Krka heel wat intiemer en rustiger, hoewel we ook op veel websites lezen dat het vast niet goed voor de natuur is dat mensen daar bijvoorbeeld wel mogen zwemmen op sommige plekken. Alsof autorijden of met de bus naar dit gebied gaan beter is... Wij denken nog steeds dat de natuur zich heel wat beter tegen mensen kan beschermen dan andersom het geval is. En ondertussen gaan we maar door met het verpesten van de natuur terwijl we aan de andere kant allemaal regeltjes bedenken om die te beschermen. En ook wij zijn gewoon heel egoïstisch: we willen van mooie plekken genieten zolang het nog kan. Vandaag hebben we in ieder geval zeker genoten!