Woensdag 05 september, van Split naar zuid-Kroatië (Dubrovnik)
Na een hernieuwde poging in de douche kom ik er ijskoud uit, geen druppel warm water, we hebben vast ergens een boilerknop gemist. Maar het goede nieuws is dat het weer droog is en wij drinken ons kopje koffie op een terras waar de Engelsen om 10 uur al aan het bier zitten. We blijven een uurtje wachten op Josko maar als hij er dan nog niet is besluiten we verder te gaan, we bellen hem later wel.
De nieuwe snelweg naar het zuiden houdt echter al gauw op, en dan volgt weer de lange en langzame weg langs de kust vanaf Brela, maar die is wel heel erg mooi! Vanaf de bergen zagen we de versgevallen sneeuw op de bergen liggen maar hier bij de kust loopt het kwik al gauw op naar t-shirt temperatuur.
Onderweg belt Josko ons op, hij ligt ziek in bed met koorts. Wij zijn ook zwaar verkouden door het wisselvallige weer maar hij klinkt echt beroerd. We proberen hem weer te ontmoeten op de terugweg.
De kuststreek is hier iets minder rotsachtig dan in het noorden maar de tegenstellingen tussen rustieke vissersdorpjes en dan ineens weer supertoeristische betondorpen zijn veel groter. De meeste dorpjes hebben maar een paar honderd inwoners and het aantal toeristen is er waarschijnlijk vele malen hoger.
Vlakbij Ploce komen we langs het glimmend blauwe water van het Bacinska meer waar we niet de enigen zijn die stoppen. Lies meldt dat dat ook aan de toiletten te zien is, één van de smerigste die ze ooit op onze reizen gezien heeft, we zullen verder maar niet in details treden.
Vlakbij Ploce komen we langs het glimmend blauwe water van het Bacinska meer waar we niet de enigen zijn die stoppen. Lies meldt dat dat ook aan de toiletten te zien is, één van de smerigste die ze ooit op onze reizen gezien heeft, we zullen verder maar niet in details treden.
Al een eind naar het zuiden komen we ineens in een heel vlak stuk land, we zijn helemaal verbaasd. Het kost bijna een half uur om de vlakte bij Klek te ronden en het ziet eruit alsof het erg vruchtbaar is, zo groen is het, weer wat anders dan de vooral rotsachtige streken in Kroatië. Er worden vooral fruitbomen gekweekt en dat blijkt ook wel uit de vele verkopers die met ladingen fruit langs de weg zitten te venten. Voor we het weten staan we ineens voor een grenspost.
Dan kunnen we ons eerste nieuwe land op onze bezochte landen-lijst toevoegen: Bosnië en Herzegovina. Bij Neum bezit Bosnië een stukje kust van zo'n 20 kilometer lang, het gevolg van een verdrag uit 1699 waarbij de Republiek Dubrovnik onder andere dit stukje land kado gaf aan het Ottomaanse Rijk om te voorkomen dat de Republiek Venetië, die veel land bezat langs de Adriatische kust, over land Dubrovnik kon aanvallen. Kroatië overweegt om een brug naar het schiereiland Peljesac aan te leggen zodat Kroatië weer 1 geheel wordt en je niet door Bosnië hoeft te rijden, maar dat gaat natuurlijk niet van een leien dakje en wij moeten eerst 20 kilometer door Bosnië om in het zuiden van Kroatië aan te komen. We passeren moeiteloos de grens en het valt ons op dat de reclameborden langs de weg allemaal Kroatisch zijn, de websites waarnaar ze verwijzen eindigen namelijk op .hr; daar krijgt Bosnië vast veel geld voor. Maar voor we het weten zijn we het land ook al weer uit, op weg naar Dubrovnik.
De eerste aanblik op Dubrovnik is schitterend en ondanks de bewolking is het alweer ruim 25 graden. Gelukkig zijn we verlost van de Bosnische kamikazechauffeur die met een bus vol passagiers op de drukke weg inhaalde op plekken waar het absoluut niet kon, het liefst voor een onoverzichtelijke bocht. Later meer over deze kamikazes! We genieten eerst van het prachtige uitzicht dat we over deze mooie stad hebben, één van de mooiste van Europa volgens de reisgidsen.
Het wegenplan is ons in het begin wat onduidelijk maar al snel zijn we langs de muren van de oude stad gereden en we hebben nu al zin om die één dezer dagen te bezoeken met zijn prachtige muren en torens die afsteken tegen het helderblauwe water. Rond de oude stad is het allemaal eenrichtingsverkeer en al snel zijn we enigszins verdwaald in het nieuwe gedeelte van de stad waar we op zoek gaan naar een camping. Stapvoets rijden we door de stad en we zijn anderhalf uur bezig om de stad weer uit te komen.
We zoeken nog even naar een hotel met een internetcafé om de weersberichten te bekijken, maar daar passen de hotels die we bezoeken voor. Eerst een kamer reserveren, dan pas internetten. Ach, het is 27 graden, we gaan wel een camping zoeken, maar wel liever iets verderop buiten de stad.
De weg stijgt weer als we eindelijk de stad uit zijn (ook het nieuwe gedeelte is best wel een bezoekje waard!) en als we omkijken hebben we een goed uitzicht over de zee, de eilanden en Dubrovnik, fenomenaal. Wat een prachtig land is het toch en hoe triest sommige stukken van de geschiedenis. We hebben net weer gelezen over de oorlogsmisdaden die (sommige) Kroatiërs hebben verricht en dan kijk je soms toch met een vragende blik naar de bewoners: wat voor iemand was/ben jij? Meer dan in de naburige landen worden (veroordeelde) Kroatische oorlogsmisdadigers uit de jaren 90 nog steeds als helden gezien. Dan is het nu stukken beter: ze delen hun land met de toeristen en krijgen er nog voor betaald ook zonder dat het levens kost!
In Kupari zien we een camping die bijna leeg is (op een buslading Nederlandse jongeren na) en we zoeken een rustig plekje op om de tent neer te zetten. De wc's zijn te vies om naar te kijken en er is geen warm water maar toch kost het nog € 16. Maar we hebben een echt rustig plekje en de tent is dit keer zo opgezet. Wel zakt de temperatuur heel snel en de lucht is zo helder dat we bijna bang zijn dat het gaat vriezen. Gelukkig hebben we vorig jaar een iets grotere tent gekocht zodat we nu ook binnen kunnen zitten.
Door de kou gaan we al vroeg naar bed. Veel kilometers hebben we niet afgelegd maar door de drukte is het toch een erg vermoeiende dag geweest. Maar wel heel mooi!