Maandag 16 december, Westport - Kinvarra (door de Connemara)

Vandaag krijgen we ontbijt, dus gewoon 2 gebakken eitjes met toast voor mij. Het wordt pas tegen 9 uur licht, dus heel vroeg hoeven we niet op pad.
We rijden eerst langs de kust van Murrisk en de bergen die veel aan Schotland doen denken, doemen meteen al voor ons op. Heel wat anders dan de vlakten van Nederland! En tegen alle verwachting in begint de dag zonnig, terwijl we meer op somber weer en zelfs misschien wat regen hadden gerekend. Wat hebben we weer een mazzel.

Al gauw zijn we in Connemara, een bergachtige en ruig gebied, het soort landschap waar we allebei van houden. Het is er zo ongerept en rustig en overal waar je kijkt is het mooi. Af en toe komen we een dorpje tegen dat verscholen ligt tussen de bergen, maar ook staan overal huisjes midden in de natuur.
Het valt me op dat alle (bewoonde) huizen zo groot zijn en ook heel goed onderhouden. Ik had gedacht dat Ierland veel 'armoediger' zou zijn, maar dat is het totaal niet. Door heel Ierland blijkt dat de huizen zo groot zijn: wat moeten ze met al die ruimte? En bij makelaars waar we naar de prijzen kijken, blijkt dat het echt niet goedkoop is hier een huis te kopen, beneden de ton (euro's) vind je echt niets!

Dit is Kylemore Abbey, nu een meisjesschool. Het ligt als een sprookjeskasteel aan het meer tegen de heuvel op gebouwd. Maar we komen ook veel ruïnes tegen, vaak gewone huizen die niet meer bewoond zijn en aan hun lot overgelaten worden. Eens woonden er 8 miljoen mensen in Ierland (midden 19e eeuw), maar door hongersnood en emigratie werd dat aantal snel kleiner. Momenteel leven er nog ongeveer 5 miljoen mensen in de republiek en Noord-Ierland samen.

Ik krijg geen genoeg van landschappen als hiernaast en iedere keer weer denk ik: wat mist Nederland toch veel! Geen bergen, zelfs bijna geen heuvels, alles moet netjes volgens de regels en zelfs de natuur die we nog hebben moet 'onderhouden' worden. Terwijl de natuur zo goed voor zichzelf kan zorgen, zonder mensenregeltjes.

Vlak voor Clifden nemen we een lifter mee, een Fransman. Er staan regelmatig lifters langs de weg en deze jongen stond zo midden in de woestenij dat we hem wel mee moeten nemen. In Clifden passeren we toevallig dit kasteeltje.

En iets verderop komen we een huis tegen die bij een ruïne is gebouwd. Leuk om zo je eigen burchtmuur en poort te hebben.

Het blijft zonnig en best warm. Vanaf Clifden nemen we de kustroute aan de zuidkant van de Connemara: smalle wegen met mooie uitzichten. Wel mogen ze wat verbeteren aan die wegen, je moet continue uitkijken voor gaten in de weg en de zijkanten met grote inhammen in het asfalt.

In Roundstone lunchen we in een pub en gaat de eerste palmboom op de foto. Ik vind het geweldig dat hier zoveel palmbomen groeien in de buitenlucht. Bij mij staan ze op de vensterbank, maar wanneer ze ooit zo groot worden, dan moeten we toch ergens ruimte hebben om ze buiten te planten.

Turen tegen de zon in, zonder jas en dat in december, heerlijk... En alweer zo'n gekleurd huisje. Wanneer het regent en bewolkt is, zal het hier vast somber zijn. Geen wonder dat ze dan de huizen zo kleurrijk maken. Nog zoiets waar ze in Nederland wel wat van kunnen leren.

Net als in Engeland liggen hier keien zat en zijn overal muurtjes gebouwd om de stukken land onder te verdelen. Geen ruilverkaveling en nette rechte vlakken hier, maar allemaal chaotische stukjes land, afgezet met een keienmuurtje.
Wanneer we de woeste omgeving van Connemara verlaten, rijden we om Galway heen, hoewel het een leuk oud centrum moet hebben. Maar we zijn hier maar zo kort en we willen zoveel mogelijk van het hele land zien. We rijden verder naar het zuiden, richting The Burren.

Vlak voor Kinvarra komen we deze burcht tegen, Dunguaire Castle, een klein maar geheel gerestaureerd kasteel. In de zomer worden hier middeleeuwse banketten gehouden.
Kinvarra zelf lijkt een redelijke plaats en we hopen hier ons volgende hotel te vinden. Maar het enige hotel blijkt (net die dag) gesloten te zijn en in de B&B's waar we vragen mag niet gerookt worden (en we zijn nog steeds verslaafd).
Het is al bijna donker dus rijden we snel terug, richting Galway. Maar al na een paar kilometer zien we een pub met B&B erop en Teije gaat toch even vragen. 'Tuurlijk mag je roken', zegt de man in de pub en al gauw zitten we op een kleine, maar prima kamer.
Een groot deel van de avond zitten we in de pub beneden en hebben leuke gesprekken met de aanwezige Ieren, vooral de barman, die het helemaal met ons eens is dat je zoveel mogelijk moet reizen wanneer je niet werkt. Al pratend krijgen we het ook over de Euro en we vertellen dat we voor kennissen Ierse eurosetjes aan het verzamelen zijn, maar nog helemaal geen 1 en 2 centstukken hebben. De barman wil er wel 20 van elk met ons ruilen. Zo, die hebben we alvast binnen. Teije probeert de streek whiskey (Powels) en is zeer tevreden. Wanneer we de trap buitenom naar boven opgaan lijkt het een beetje te vriezen
