Maandag 18 juni, dorpjes in de Pilion
Net als gisteren gaan we eerst ontbijten in Agios Ioannis, dat is ons goed bevallen. Daarna stappen we de auto in en rijden de bergen weer in richting Zagora. Het is nog geen 18 kilometer ver (hemelsbreed zelfs maar de helft) maar de reistijd is langer dan 3 kwartier volgens de navigatie. De wegen slingeren op en neer en af en toe komen we door een dorpje. Op een bepaald moment heb ik een lokale boer achter me hangen, een echte bumperklever. Als ik kan stoppen doe ik dat ook en maak een gebaar van 'rij maar door', maar de boer kan me natuurlijk nauwelijks ontwijken en hij blijft naast ons staan en schreeuwt iets. Ik vraag in mijn beste Grieks waarom hij zo dicht op me rijd en we krijgen bijna ruzie. Gelukkig heb ik nog niet veel scheldwoorden geleerd... Uiteindelijk rijd ik maar weer weg, voor hem uit en dit keer neemt hij wat meer afstand.
We komen regelmatig over wegen waar hele stukken van afgebroken zijn, zo het ravijn in geschoven. Vaak zijn die plekken alleen afgezet met een lintje. Ook zien we regelmatig monumenten langs de weg want de Grieken kennen natuurlijk een lange geschiedenis en de diverse oorlogen van de laatste twee eeuwen leven nog sterk in de nationale psyche.
En een enkele keer zien we een schildpad op de weg, die, als we hem in de berm zetten, zich omdraait en gewoon de weg nog een keer oversteekt.
En een enkele keer zien we een schildpad op de weg, die, als we hem in de berm zetten, zich omdraait en gewoon de weg nog een keer oversteekt.
Zagora is het grootste dorp in de Pilio regio en is bekend van de appels die hier gekweekt worden en worden verwerkt in allerlei traditionele gerechten, snoepjes en drankjes. Er zijn, zoals in zoveel Griekse dorpen, meerdere dorpskernen, eigenlijk verschillende dorpjes, die zijn samengevoegd tot 1 nieuw dorp. We wandelen wat rond één van de pleinen en de smalle omringende straten met winkeltjes vol lokale producten. De oude bibliotheek is beroemd vanwege de duizenden oude manuscripten en trekt veel bezoekers.
Ook hier zien we weer aardbevingsschade aan de wegen maar eigenlijk zien we zelden dat zulke plekken gerepareerd worden. We hebben geen idee hoe men omgaat met zulke schade en wie verantwoordelijk is voor het herstel. Vaak is er niet eens een waarschuwingsbord en je kunt er flink van schrikken als de weg ineens gedeeltelijk ophoudt vlak na een bocht.
Vanuit Zagora dalen we langzamerhand af naar Chorefto aan de kust, via alweer een hele mooie maar ook spannende (enge, volgens Lies) weg.
Vanuit Zagora dalen we langzamerhand af naar Chorefto aan de kust, via alweer een hele mooie maar ook spannende (enge, volgens Lies) weg.
Aan de kust van Chorefto is het rustig, er zijn vrijwel geen bezoekers en we hebben de keuze uit vele lege restaurants. 's Zomers zal het hier ongetwijfeld veel drukker zijn. We drinken wat en zoeken daarna een plekje op het lege strand. Het is niet erg heet maar heel aangenaam om een uurtje te liggen lezen en wat te zwemmen.
Aan het einde van de dag hoeven we nog maar 10 kilometer terug te rijden naar Agios Ioannis maar daar doen we bijna een half uur over. Zo ging het de hele dag: dit is een prachtig gebied maar je moet geen haast hebben, de wegen gaan op en neer en er zijn veel scherpe bochten. Ik vind het heerlijke wegen om te rijden hoewel ik wel wat last van mijn nek krijg door het vele draaien met al die bochten.
In Agios Ioannis zoeken we een restaurant uit en worden bediend door Vasilis die uit Larissa komt. Het is niet druk dus hij heeft alle tijd om te praten en vindt het leuk om Grieks met mij te praten, weer een goede mogelijkheid om te oefenen. Hij vertelt dat hij 6 dagen per week werkt, zo'n 10 uur per dag (met wat pauzes) en daar 800 euro per maand voor krijgt. Wel heeft hij ook gratis kost (wat er overblijft in het restaurant) en inwoning (een klein kamertje). We hebben het ook over de Griekse crisis en we horen hetzelfde als we vaak van anderen horen: de gewone Griek moet opdraaien voor de vele fouten die vroegere politici hebben gemaakt.
Als we terug zijn in het hotel zitten de Macedonische dames achter onze kamer en hun lawaai wordt op een bepaald moment zo erg dat ik er toch wat van ga zeggen. Niet veel later moeten ze zich wel binnen terugtrekken want het begint te regenen en niet zo'n klein beetje ook. Ik heb nog een klein stukje waar ik droog buiten kan zitten maar als het ook flink begint te onweren, vlucht ik toch maar naar binnen.