Zondag 16 juli, slecht weer en terug naar huis
Het is nog wel lekker warm maar behoorlijk bewolkt als we wakker worden. We hebben niet echt een plan wat we de laatste dagen willen doen maar door mijn knie zitten langere wandelingen er niet meer in. Daarom rijden we naar de oostkust van het schiereiland Sithonia waar we weer eens een ander strandje opzoeken dan die waar we meestal zitten. Behalve de mooie kust en leuke dorpjes en stranden heeft Sithonia een ongerepte natuur en al wandelen we dan niet, ook vanuit de auto genieten we volop.
We vinden een leuk strandje waar we niet al te lang blijven want het wordt al wat frisser en zoeken daarna een plekje in een restaurant vanwaar we de berg Athos in de verte zien liggen. Athos de berg die het schiereiland met dezelfde naam domineert en waar veel kloosters staan. Het is een semi-autonoom gebied waar alleen mannen worden toegelaten. Je moet wel een toegangspas hebben!
Langs de weg zien we een aantal natuurlijke bronnen waar water omhoog gepompt wordt en op sommige plekken staan mensen grote waterflessen te vullen. Handig als je met een camper rondreist.
Als we terugrijden, begin het te regenen, eerst langzaam maar het wordt steeds heftiger en in de paar meter die we van de auto naar het hotel moeten lopen, worden we kletsnat. De straten, die niet berekent zijn op zulke hoeveelheden water, staan al snel blank en er komt ook steeds meer wind zodat ik zelfs nauwelijks meer op het overdekte balkon kan zitten.
Langs de weg zien we een aantal natuurlijke bronnen waar water omhoog gepompt wordt en op sommige plekken staan mensen grote waterflessen te vullen. Handig als je met een camper rondreist.
Maandag 17 juli 2017, vanwege de regen gaan we eerder terug
De volgende ochtend regent het nog steeds pijpestelen en we hangen een beetje rond in het overdekte deel van het appartementencomplex op de begane grond en praten met Kiki en Michael, de eigenaren. Als we de weersvoorspellingen nog eens bekijken, blijkt dat de medousa (de 'kwal') zoals ze deze stortregens noemen nog wel dagen kan aanhouden en besluiten we vandaag al richting Nederland te gaan. We nemen dus vrij onverwacht afscheid en zitten snel op de drukke weg naar Thessaloniki. Men rijdt daar altijd ontzettend hard maar dit keer gaat het gelukkig hooguit 40 kilometer per uur want de weg is volledig overstroomd.
En zo rijden we langzaam naar het noorden en tenslotte de grens met Noord-Macedonë over. Vlak voor we weggingen hebben we nog snel een hotel in het noorden van Macedonië geregeld want we gingen ervan uit dat we niet zo ver konden rijden vandaag omdat we pas tegen de middag vertrokken. Halverwege het land klaart de lucht ineens op en heel af en toe laat de zon zich zelfs weer zien. Het wordt buiten ook wat warmer en als we bij ons hotel aankomen in Kumanovo begint schijnt de zon zelfs volop.
We hebben een totaal leeg balkon dus ik zet er maar een stoel uit de kamer neer maar dat zit toch niet zo lekker met een kaarsrechte leuning. Maar gelukkig staan bij het zwembad overdekte picknickbanken waar ik met de laptop kan zitten. Ik vind het wel jammer dat we zo plotseling en een paar dagen eerder uit Griekenland vertrokken zijn dan gepland maar met alleen regen is er toch niet zoveel aan. En ik heb vandaag zolang mogelijk de Griekse radio in de auto aangehad om naar de taal te luisteren. Ik heb deze vakantie in ieder geval heel wat kunnen oefenen en heb veel bijgeleerd. Thuis ga ik verder leren en volgend jaar weer in Griekenland zelf oefenen!
Dinsdag 18 juli 2017, de terugreis naar Groningen
Vanochtend schijnt het zonnetje heerlijk en het voelt buiten erg aangenaam. We krijgen een bijzonder ontbijt in het hotel: we zijn de enige gasten en speciaal voor ons hebben ze een klein buffet neergezet in een grote kale zaal met wat broodjes en een paar verschillende soorten beleg. Het ziet er niet echt appetijtelijk uit maar er is heel veel zorg aan besteed en men houd ons goed in de gaten of we niet iets nodig hebben. We eten een broodje, drinken de koffie en vragen in gebarentaal of we wat fruit mogen meenemen. Dat vinden ze prima en tegen 9 uur zitten we in de auto richting de Servische grens.
Bij de grens hoeven we niet zo lang te wachten en dan moeten we nog een paar honderd kilometer naar het uiterste noordwesten van het land. Onderweg stoppen we bij een tankstation en daar worden we overspoeld door een groep straatverkopers die hun goedkope I-phones en dergelijke graag aan ons willen verkopen. Ik ga nog een gesprek aan met een wat oudere man die maar blijft aandringen en laat hem mijn goedkope telefoon vol barsten zien: kijk, zeg ik, deze werkt nog prima, wat moet ik met zo'n I-phone? Natuurlijk weet ik ook wel dat het geen echte I-phones zijn, voor 50 euro gaat dat echt niet. De eerste vraagprijs was trouwens € 200 dus hij is al flink omlaag gegaan. We zijn benieuwd of er mensen zijn die er wel intrappen. Zelfs als we naar de auto teruglopen blijven ze proberen ons iets aan te smeren.
We hoeven vandaag nog geen 600 kilometer over voornamelijk erg goede snelwegen dus we zijn mooi op tijd in het hotel Vinski Dvor waar we op de heenreis ook al waren. Toen voelde Lies zich erg beroerd maar nu kan ze wel genieten van het sprookjesachtige decor van het hotel en van het lekkere eten dat ze er hebben. We hebben weer dezelfde grote rode kamer en inclusief een warme maaltijd voor 2 personen, drankjes en 1 overnachting zijn we ongeveer € 50 kwijt. Een prima plek om te verblijven dus.
De dag erna rijden we tot aan Dresden en vervolgens naar Groningen. Het is een lange rit, vanaf Paralia Dionysiou 2.400 kilometer. En de auto begon ook steeds meer mankementen te vertonen. Onderweg wilde hij na het tanken soms niet meer op lpg rijden, de cruise control was in Griekenland al uitgevallen, de ontwrichte passagiersdeur na een poging tot inbraak, de nieuwe krassen (deels door mezelf veroorzaakt) op de lak en op het laatste stukje komt er nog een dikke barst in de voorruit bij door een steen die ertegenaan ketst.Maar ach, de auto kunnen we later inruilen, de mooie herinneringen aan 6 weken vakantie blijven. En volgend jaar gaan we gewoon opnieuw met de auto naar Griekenland, we zijn daar nog lang niet uitgekeken.