Dinsdag 11 juli, naar Ioannina en het Pindosgebergte
We verlaten Ammoudia en gaan naar Perama bij Ioannina. Op zich kun je daar vrij snel zijn want er loopt een snelweg van Igoumenitsa naar Ioannina. Maar ik ga liever over kleinere wegen en wij slaan in Morfi af en de bergen in. Er zijn 3 bergruggen in Epirus, zoals dit deel van Griekenland heet, en ze worden naar het oosten toe steeds hoger. Op de wegen zien we regelmatig schildpadden oversteken en iedere keer stoppen we om die in de berm te zetten. Als Lies weer eentje naar de berm brengt, ziet ze daar nog een schildpad zitten temidden van bermafval. De stranden en toeristische oorden worden redelijk schoon gehouden maar het opruimen van afval zit de Grieken niet echt in het bloed, langs de wegen is veel zwerfvuil te vinden.
Onze eerste stop is in Paramythia, wat volgens mijn kennis van het Grieks 'sprookjes' betekent maar het woord wordt wat anders geschreven, het is enkelvoud en heeft de klemtoon op een andere lettergreep. Volgens de Engelse wikipedia is het 1 van de namen die voor Maria wordt gebruikt en betekent het 'trooster'. Ik vond Sprookjes als naam mooier. Het dorp ligt tegen een helling van de berg Gorilla aan en de meeste mensen werken in de grote vallei ervoor waar vooral landbouw is gevestigd. We wandelen even rond maar erg bijzonder is het dorp niet. Rond 1790 is er wel een grote schat met bronzen beeldjes uit de Grieks-Romeinse tijd gevonden maar die zijn allemaal naar het buitenland verdwenen. Slechts 14 beeldjes zijn nog in het British Museum te zien.
Ten noorden van Paramytia zien we ver beneden ons de tolweg van Igoumenitsa naar Ioannina lopen, de Egnatia Odos die helemaal doorloopt tot aan de Turkse grens, 670 kilometer bij Igoumenitsa vandaan. Een deel van de weg loopt paralel aan de oude Romeinse Via Agnatia die van Albanië helemaal tot aan Istanboel liep. Deze snelweg is onderdeel van de E90, de Europese route van Lissabon naar de Turks-Iraakse grens. Snelwegen zijn handig om snel op te schieten maar het liefst rijd ik toch op de bergweggetjes waar we ons nu bevinden.
Maar dan moet die weg wel heel blijven! Op deze plek vlak voor het dorp Petousi is een wegdeel letterlijk weggegleden na een aardbeving. Waar de weg oorspronkelijk liep is nu een zandpad en een deel van de weg is helemaal het ravijn ingerold. We komen het wel vaker tegen en soms zelfs vlak na een bocht waardoor je het pas op het laatste moment ziet. Een enkele keertje staat er zelfs een waarschuwingsbord of lint bij maar vaker niet. We komen op deze weg nog een paar van die wegverschuivingen tegen en 1 keer ga ik zelfs de auto uit om te kijken of het overgebleven pad wel stevig genoeg is. De hellingen hier zijn behoorlijk steil en de dieptes erg diep.
In de buurt van Typia gaan we de snelweg op en daarna zijn we redelijk snel in Ioannina, de hoofdstad van Epirus met iets meer dan 100.000 inwoners. Twee jaar geleden waren we hier ook al een paar dagen maar we vonden het wel een prettige omgeving en er zijn nog genoeg dingen in de buurt die we willen zien. Ioannina ligt weliswaar op ongeveer 500 meter hoogte maar ook hier is het bijzonder heet en we zoeken al snel een terrasje op langs het Pamvotis meer. We doen een poging om de VVV te vinden maar die is helaas gesloten, ondanks het feit dat een bordje met de openingstijden aangeeft dat het open zou moeten zijn.
We wandelen nog een stukje langs het meer ter hoogte van de middeleeuwse vesting, het centrum in de Byzantijnse en Ottomaanse tijd, maar mijn knie doet steeds meer pijn en af en toe kan ik er bijna niet op staan. Erg irritant, zeker in een stad. Langs het Pamvotis meer zijn diverse standbeelden en bustes te vinden zoals hier van de Griekse dichter Lorenzo Mavilis die meermaals tegen de Turken vocht. Hij stierf in een gevecht bij Ioannina, een jaar voordat deze regio eindelijk deel ging uitmaken van het onafhankelijke Griekenland. Grieken zijn gek op hun helden en dit zouden laatste woorden van Lorenzo gewesst zijn: ik had eer verwacht van deze oorlog, maar niet de eer om mijzelf op te offeren voor Griekenland. De woorden heroïek en het Engelse hero komen uiteraard uit het oude Grieks, toen waren de myhen en sagen al vol helden.
Aan het einde van de dag gaan we naar ons appartement in Perama waar we 2 jaar geleden al eens waren bij Zisis Studios. De eigenaren herkennen ons meteen als ze eraan komen hoewel we bij de boeking niet gezegd hadden dat we er al eerder waren geweest. Chrissy spreekt uitstekend Engels (ze is opgegroeid in Australië) maar haar man alleen Grieks. Maar dit keer snap ik er tenminste iets meer van en kan ik ook een beetje terug praten. Ik grijp echt elke mogelijkheid aan om te oefenen.
Woensdag 12 juli 2017, naar Vouvousa in het Pindosgebergte
Dankzij de airconditioning hebben we een goede nachtrust en na een ontbijt op ons balkon gaan we op pad, naar Vovousa in de bergen ten oosten van ons. Langs de noordkant van het Pamvotis meer rijden we omhoog en hebben nog lang zicht op Ioannina dat aan de andere kant van het meer ligt. Op de voorgrond zie je Ioannina eiland waar de beruchte lokale heerser Ali Pasha heenvluchtte nadat de Ottomaanse regering hem tot verrader had verklaard. Hij zocht toevlucht in het klooster daar maar werd alsnog vermoord. Zelf was hij ook nogal een wrede heerser geweest en een typisch voorbeeld van een oosterse despoot.
De wegen worden al snel smaller, bochtiger en slechter. We rijden nu het Pindosgebergte binnen, een groot bergmassief in het noordwesten van het land. Er zijn hier diverse stenen boogbruggen te vinden uit de 18e en 19e eeuw die vaak door lokale sponsors werden gebouwd zodat men ook in de winter de onstuimige rivieren kon oversteken. Ze staan vaak mooi in het landschap hoewel deze, de Tsipiqani brug, vlak naast de moderne brug staat.
Iets voorbij Greveniti zien we een bordje naar het meer van de waterlelies en uit nieuwsgierigheid rijden we erheen. Het blijkt een klein vennetje te zijn dat langzamerhand aan het dichtgroeien is. Een groot deel van het ven is bedekt met waterleliebladen. Waterlelies zouden bloeien tussen juni en augustus maar we zien maar een handjevol witte bloemen. Het is wel een idyllisch plekje in het bos, we hebben ook vaak genoeg plekken gezien waar in de zomer een meertje volledig was opgedroogd.
Hoe meer we Vovousa naderen, des te slechter worden de wegen en erg snel komen we niet vooruit. En Lies heeft pech want ze zit regelmatig aan de kant van het ravijn en vangrails staan er niet. Maar na ruim 2 uur rijden hebben we de 70 kilometer overbrugd en arriveren we in Vovousa, een Vlach of Aromanisch dorp. Dat wil zeggen dat de bewoners oorspronkelijk uit (waarschijnlijk) Roemenië kwamen. Er wonen momenteel nog geen 100 mensen die voornamelijk van het toerisme en de houtkap leven. Als wij het dorp inrijden is het net na de middag en het centrale plein is helemaal leeg, ook hier schuilt iedereen waarschijnlijk voor de warmte, ook al zitten we hier op 1000 meter hoogte.
Het dorp wordt gespleten door de rivier de Aoos (maar ook wel Vovousa genoemd) en eroverheen ligt een imposante stenen boogbrug die in 1748 werd gebouwd en nog steeds als voetgangersbrug in gebruik is. De houten reling is pas veel later aangebracht maar Lies is blij dat die er zit. Vouvousa is een van de 46 traditionele dorpen van Zagoria, de streek ten noorden van Ioannina met een ruige natuur. Nog 44 dorpen zijn bewoond en de huizen hebben een eigen stijl, de Zagori-bouwstijl, met alleen natuursteen. Nieuwbouw is verboden en ook bij restauraties moet het huis in de oude stijl worden herbouwd.
Als we de brug oplopen zien we dat de jeugd van het dorp afkoeling zoekt in de rivier. Wij zien het niet zo zitten om de steile helling af te dalen naar het water en wandelen een stukje door het stille dorp. De brug gaat hoog over de rivier heen maar in de winter en het voorjaar staat het water vaak vele meters hoger dan nu en schijnt de stroming nogal woest te zijn.
Aan het einde van de maand juli wordt hier het 3-daagse Vovousa festival gehouden, met de bergen en natuurbehoud als thema's.
Aan het einde van de maand juli wordt hier het 3-daagse Vovousa festival gehouden, met de bergen en natuurbehoud als thema's.
Wij zoeken de verkoeling op het enige terras op het dorpsplein en we zijn de enige gasten. Vovousa is een ideale startplaats voor een heleboel wandelingen door de ongerepte natuur van de Pindos en je kunt er zelfs bruine beren tegenkomen. Maar je kunt in de buurt ook mountainbiken, kayakken en bergbeklimmen. Allemaal activiteiten waar mijn zere knie even niet aan moet denken. Ik ben allang blij dat het autorijden geen problemen oplevert. Maar zelfs het lopen is momenteel lastig en daarom zien we jammer genoeg veel te weinig van dit pittoreske dorp.
Met nog een rit van 2 uur te gaan zijn we toch een groot deel van de dag op pad geweest. Als we de bergen weer afdalen merken we dat het boven in Vovousa wel koeler was dan beneden want de temperatuur gaat weer omhoog. En 's avonds kunnen we nog lang op ons balkon zitten en bedenken wat we morgen gaan doen.