Woensdag 21 juni, naar Argalasti en de zuidwestkant van de Pilion
Vandaag gaan we het rustig aan doen, geen opgravingen of musea en na een zelfgemaakt ontbijt maken we eerst een wandeling door het dorp en de omgeving. Kalamos is een klein gehucht langs de kust en ons appartement is maar 50 meter vanaf de zee. Er is een smal strand dat voornamelijk uit dikke stenen bestaat, niet echt lekker om je handdoekje op te leggen of de zee in te lopen. We gaan later wel op zoek naar een geschikter strandje. Her en der staan huizen verspreid en de meeste lijken voor de verhuur aan toeristen te zijn. Ons appartement staat aan het laatste stukje verharde weg, daarna zijn het allemaal zandpaden.
Naast wat huizen zijn het vooral olijfgaarden die het landschap sieren en we zien ze in alle vormen en maten, van jonge en dunne stammetjes tot knoestige oude bomen. Olijfbomen groeien erg grillig waardoor je bijzondere vormen krijgt en ook het hout heeft daardoor mooie nerven wanneer je de bomen kapt. Maar dat mag niet zomaar in Griekenland en een olijfboom is als leverancier van olijven en olijfolie ook heel wat waardevoller dan als hout. Door de grillige groei en het feit dat alleen de korte stam dik is, kun je er niet echt grote voorwerpen van maken, laat staan planken.
We zwerven uitgebreid rond door de olijfgaarden achter het dorp, er staan veel meer huizen dan we verwacht hadden. Toch zien we heel weinig mensen en ook nog niet veel toeristen. Het vakantieseizoen begint op 1 juli pas echt, dan gaan tenminste de meeste prijzen van appartementen omhoog, soms wel 50%. Nu is Kalamos wel een heel verstopt dorpje, er gaat maar 1 weg in en uit en de wegen ernaartoe en die in het dorp zijn niet veel soeps. Langs de boulevard vind ik het zelfs eng met de auto, zo smal is het en je rijdt direct langs de kade dus je moet niet even over de rand met je wielen.
Na onze wandeling rijden we naar Argalasti, een wat groter dorp dat op een plateau op 200 meter hoogte ligt. Het is een gemoedelijk dorpje en in de reisgidsen lezen we dat je goed op de gebouwen moet letten omdat er veel bewerkte stenen uit de Byzantijnse periode in verwerkt zijn. Het is een prettig dorpje om even te wandelen en wij proberen uiteraard ook een terrasje uit. En er zijn hier wat winkeltjes dus we kunnen boodschappen doen. Jammer is wel in dit soort dorpjes dat auto's overal mogen komen, ook op het centrale plein. Met een autoluw centrum zouden dit soort dorpjes nog gemoedelijker zijn.
Daarna maken we een korte rit naar de oostkant van het schiereiland. Kort wat kilometers betreft maar je schiet niet op over de bochtige wegen, 30 tot 50 kilometer is het meeste wat we per uur halen en later komen we er wel achter dat dat voor het hele schiereiland geldt. We rijden door de heuvels die bedekt zijn met struiken en lage bomen, het is overal groen. Aan de oostkust vinden we bij Paltsi een leuk strand maar niet zo'n mooi zandstrand als we gewend zijn. Nu pas lezen we in onze reisgidsen dat de stranden aan de westkust van het schiereiland nogal rotsachtig zijn en dat de betere aan de oostkust liggen. Gelukkig hebben we een auto.
Aan het einde van de middag zoeken we in het dorp een restaurant op en nemen een salade. Maar zelfs hier krijgen we na afloop een gratis toetje maar wel een hele lekkere dit keer: aarbeien, geserveerd op ijsblokjes.
Aan het einde van de middag zoeken we in het dorp een restaurant op en nemen een salade. Maar zelfs hier krijgen we na afloop een gratis toetje maar wel een hele lekkere dit keer: aarbeien, geserveerd op ijsblokjes.
Donderdag 22 juni 2017, naar het zuidwesten van Pilion
Vandaag rijden we naar het zuiden langs de kust. Het schiereiland heeft de vorm van een gekromde vinger en de kromming ligt helemaal in het zuidwesten. We komen door diverse kleine dorpjes waar niet echt veel te beleven valt. Er staan wel veel huizen te huur maar het schijnt dat in dit deel veel huizen zijn opgekocht door makelaars en bedrijven die op die manier de hele verhuurbusiness in handen willen krijgen en daardoor hogere prijzen kunnen rekenen.
Het landschap blijft ontzettend groen, de bomen groeien tot aan de rotsige kust. Er zijn aan deze kant inderdaad maar weinig stranden en dan ook nogal rotsachtig. Maar we zien af en toe wel hele mooie plaatjes zoals deze huizen op een landtong bij Tzasteni. Het wit van de huizen met de rode daken steken mooi af tegen de blauwe zee en lucht. Als we bijna aan het einde van het schiereiland komen willen we via de zuidkant een rondje rijden maar we stranden op een parkeerplaats voor Agia Kyriaki. De weg erna wordt een smal zandpad langs de kust en ziet er niet goed uit.
Dan maar via de andere kant en we rijden de kromming van het schiereiland langs het noorden. In dit gebied zijn minder doorgaande wegen en via Trikeri gaan we naar Agia Kyriaki. In Trikeri erven de vrouwen grond en huizen omdat (in ieder geval vroeger) alle mannen er zeelui zijn en overerving via de vrouwelijke lijn daarom logischer is aangezien er nogal eens zeelui niet terugkwamen. Maar waarschijnlijk zullen tegenwoordig meer mensen, dus ook mannen, in het toerisme werkzaam zijn.
Agia Kyriaki is een dorp met heel veel naamgenoten, er zijn werkeijk honderden dorpen in Griekenland met die naam. We zoeken langs de haven een restaurant op en Teije kan zijn Grieks weer eens oefenen want ook hier komen we terecht bij een traditioneel Griekse taveerne. Een eindje verderop zit een Nederlands stel dat hier met de boot is, maar de boot te koop heeft staan en een koper enthousiast probeert te maken. Dat zou niks voor mij zijn, hoewel je natuurlijk wel gemakkelijker rustige strandjes kunt opzoeken.
Wanneer we weggaan, vraagt Teije de baas of we met de auto ook de andere kant van het dorp uitkunnen en zo dus uitkomen op het zandpad bij de parkeerplaats waar we eerder gekeerd zijn. Hij kijkt naar onze auto, toch een behoorlijk brede Volvo en knikt: het zou net moeten kunnen. En in de eerste bocht van het dorp komt een Griek op ons afgehold die aanwijzingen komt geven. Het is draaien en keren maar uiteindelijk rijden we, met de spiegels bijna tegen de muren van de huizen, door de smalle straatjes van het dorp waar verkeer van beide kanten is toegestaan. Gelukkig komen we niemand tegen! Ik zou zo'n weggetje nooit rijden maar Teije is er dol op en zoekt ze speciaal op.'s Avonds eten we weer bij Yannis en terwijl Teije na het diner Griekse les krijgt van Yannis, loop ik naar zijn zoon, de kok om hem te vragen of hij misschien iets speciaals heeft voor Teije, want die is jarig vandaag. Het duurt een tijdje en ik heb geen idee of hij snapt wat ik bedoel maar op een bepaald moment schrijft Yannis een paar regels in het Grieks op de hij moet vertalen. Dan hoor ik hem verbaasd iets uitroepen in het Grieks: de laatste zin die hij moest vertalen was: ik ben jarig. Wat grappig, roept hij, het is toevallig echt mijn verjaardag. En dan komt de zoon van Yannis met een soort taart aanlopen en een fles champagne. Gefopt, daar heb ik hem mooi te pakken, want hij vindt het niet leuk om iets aan zijn verjaardag te doen.
De taart is mierzoet en met moeite weten we een stukje weg te werken en met de smoes dat we nog vol zitten van het eten, nemen we de rest mee naar de kamer. De familie vindt het ook een prachtige grap maar de fles champagne, waar ze ongevraagd mee aankwamen, moeten we wel betalen.