Woensdag 14 juni, een paar dagen in Paralia Dionisiou
We zitten in een ander gebouw in Paralia Dionisiou dan vorig jaar en vlakbij het strand aan de rand van het dorp. Nadat we eerst even gezwommen hebben, rijden we naar Nea Moudania waar we een wandeling door het stadje maken. De stad werd in 1922 gesticht door vluchtelingen uit Klein-Azië toen de Grieken daar door de Turken verdreven werden. Wel nadat eerst de Grieken hun legers erheen gestuurd hadden om hun rijk uit te breiden, mede op aandringen van Italië en de Engelsen. Uiteindelijk werd er in 1922 besloten tot een gedwongen volksverhuizing van Grieken en Turken en de meeste Griekse vluchtelingen uit Klein-Azië kwamen naar Chalkidiki, dit gebied. Nea Moudania is genoemd naar Mudanya, de plek in Turkije waar de inwoners in 1922 vandaan kwamen.
Nea Moudania is nu een modern toeristisch centrum hoewel er ook nog aan visvangst wordt gedaan. Het is de toegangspoort tot de 3 vingers van Chalkidiki, het eiland Kassandra en de schiereilanden Sithonia en Athos die als vingers de Aegeïsche Zee insteken (de drietand van Poseidon). Er wonen ongeveer 10.000 mensen en wij vinden het wel een prettige plek om langs de boulevard te lopen. Natuurlijk wil ik ook langs een boekwinkel om een Grieks boek te kopen en mijn Grieks uit te proberen. Vol enthousiasme ben ik vorig jaar na de vakantie aan een cursus Nieuw-Grieks begonnen maar het is een lastige taal (veel verbuigingen en verschillende werkwoordsvormen) en dit is pas de eerste keer dat ik mijn kennis in het echt kan gebruiken. En dat valt niet mee maar ik begin overal gewoon in het Grieks en zie dan wel waar het schip strand. Ook in de boekenwinkel lukt het me om op die manier, zonder een woord Engels, een boek te kopen. Het wordt de Zeemeeuw Jonathan Livingston van Richard Bach, een niet al te moeilijk boek waarvan ik thuis een Nederlands exemplaar heb.
Daarna rijden we door naar Kassandra dat door een smal kanaal van het vasteland gescheiden wordt. Er gaan 2 bruggen over het kanaal en al snel rijden we door het groene landschap. Er zijn veel leuke vissersplaatsjes maar je merkt overal dat het toerisme ook hier in opkomst is. Kallithea, aan de oostkant van het eiland, is het grootste toeristencentrum en hier zoeken we alvast de souvenirs uit die we mee terug willen nemen. Souvenirwinkels vind je overal in Griekenland maar we hebben ontdekt dat ze hier ook wat apartere dingen hebben en dat ze hier relatief goedkoop zijn in vergelijking met veel andere plekken. En natuurlijk nemen we een uitgebreide pauze op een terras.
Nadat we een rondrit hebben gemaakt, zoeken we het strand op want het is lekker warm. We gaan naar Kalyves waar we vorig jaar een groot en prettig zandstrand hebben gevonden, zeg maar ons stamstrand. Achter het strand wordt wel flink gebouwd en het is maar de vraag hoelang het hier rustig blijft. Maar vandaag is het strand vrijwel verlaten en kunnen we volop genieten van de zon en het water. Het strand loopt langzaam naar beneden en daardoor is het ondiepe water vlak voor de kust heerlijk warm.
's Avonds is er een Griekse muziekavond in het hotel. Of eigenlijk is het een appartementencomplex met ruime kamers die elk een groot balkon hebben. Dionisos Plams ligt ongeveer 100 meter van het strand af en de eigenaren Michael en Vasiliki zijn erg vriendelijk, we kunnen erg goed met ze opschieten en drinken iedere ochtend en avond wel even een bak koffie met ze.
Muziek speelde al een belangrijke rol in de oudheid tijdens de klassieke Griekse beschaving en hoorde het bij een goede opvoeding en zou het de geest stimuleren. De filosoof Aristoteles zei: 'De muziek dient tot verstrooiing, tot opvoeding, tot aansporing van geest en hart, en tot de bevrijding der ziel van de hartstochten'. Ons woord muziek komt ook uit het Grieks (moesiki) en betekende oorspronkelijk de 'kunst van de Muzen', 9 dochters van Zeus die de belichaming waren van de inspiratie en creativiteit in kunst, muziek en verhaal. Tempels voor de Muzen werden een Moesieon genoemd (ik schrijf het hier maar zoals je het uitspreekt) en daar is weer ons woord voor museum van afgeleid.
Er zijn vele soorten Griekse muziek maar het beroemdst is wel de Rebetika, een soort orientaalse blues en nog steeds populair. Er worden diverse instrumenten gebruikt maar tegenwoordig is vooral de bouzouki bekend, hoewel het eigenlijk pas in de 20e eeuw weer populair werd. Voor toeristen wordt vaak aangepaste muziek gemaakt maar vanavond krijgen we vooral traditionele Griekse muziek te horen en al snel danst een groepje tussen de tafeltjes met lekkere hapjes door. Muziek maken en dansen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in Griekenland en als er niet gedanst wordt op een muziekavond moet er wel iets mis zijn.
Wij hebben in ieder geval een leuke, gezellige avond waar we in contact komen met mensen uit allerlei landen en Grieken zelf natuurlijk. Allemaal kansen om mijn taalkennis te oefenen.
Donderdag 15 juni 2017, naar Polygyros
De volgende 2 dagen rijden we veel in de omgeving rond. We hebben dat vorig jaar ook al uitgebreid gedaan maar er zijn van die gebieden waar je dat kan blijven doen. Een favoriet plekje van ons is ook Polygyros dat centraal in Chalkidiki in de bergen ligt. Het ligt op zo'n 550 meter hoogte en vooral als het bij de kust erg heet is, is het er koeler. En we kennen er een leuk restaurant waar we graag eten, dat doen we nu ook. De Albanese serveerster wil graag een foto van ons beiden maken en zo staan we ook weer eens samen op de foto. Na de val van het IJzeren Gordijn zijn er meer dan 200.000 arbeidskrachten uit Albanië naar Griekenland gekomen op zoek naar een beter leven hoewel ze vrijwel altijd de slechtst betaalde baantjes hebben.
Polygyros is de hoofdstad en het administratieve centrum van Chalkidiki en is in de vorm van een amfitheater tegen de helling van de berg Cholomondas aangebouwd. Er is een klein voetgangersgebied in het centrum en erachter staat de St. Nikolas kerk, een traditionele Grieks-ortodoxe basiliek met een losstaande klokkentoren. We willen nog steeds het archeologisch museum bezoeken dat hier staat, maar net als vorig jaar is het nog steeds of alweer gesloten. Maar Polygyros is ook een leuk stadje om doorheen te lopen met de vele traditionele gebouwen.
Wanneer we Polygyros uitrijden en even stoppen om op de kaart te kijken, stopt een pickup met Nederlands kenteken naast ons. De bestuurder vraagt in het Engels of we hulp nodig hebben. Hij blijkt een Griek te zijn die getrouwd is met een Nederlandse vrouw die hier een winkeltje heeft. Tja, dat zou ik ook wel willen, een of andere bussiness hier.
Vanuit Polygyros rijden we naar Galatista, een traditioneel bergdorp aan de voet van de berg van de profeet Elias (daar zijn er heel veel van in Griekenland, vaak staat op de top een heiligdom of kerkje gewijd aan deze heilige). In het dorp staat een Byzantijnse toren waar verder weinig over bekend is. Het onderste deel werd in de 11e eeuw gebouwd en het bovenste deel in de 14e eeuw. Binnen is een expositie over de torens van Chalkidiki.
Wanneer we terugrijden naar de kust komen we langs één van zulke torens. Deze staat ergens midden in het landschap en we weten niet precies meer waar. Er is geen informatiebord bij, maar ook het bord in Galatista vertelde niet veel meer dan dat er eigenlijk maar weinig bekend is over deze torens. Ook deze reis hebben we een camera bij ons die in principe wel gps-coördinaten zou moeten opslaan maar daar toch wat moeite mee heeft. Soms zijn er helemaal geen coördinaten of lopen ze een beetje achter. Bij deze foto denkt de camera dat we nog in Galatista zijn, een half uur verderop.
Zo hebben we een paar heel ontspannen dagen waarbij we veel op het strand liggen, rondrijden of terrasjes bezoeken. Voor boodschappen gaan we naar de supermarkten in Nea Moudania en de terrasjes zoeken we in de diverse leuke kustdorpen. Dat zijn ze trouwens niet allemaal want het plaatsje waar we nu zijn, Paralia Dionisiou, is echt een toeristendorp. De gebouwen worden bijna allemaal aan toeristen verhuurd en de eigenaars wonen vaak in Thessaloniki en 's winters is het een spookdorp.