Woensdag 24 juni, een stukje oostkust van Korfoe
Na een rustig Engels ontbijt (ja, ik krijg voor € 2,50 fried eggs met brood en een stukje spek) langs de zee gaan we op pad en doorkruisen het gebergte dat het noorden van Cyprus afscheidt van het zuiden. Een mooie route maar als je hem iedere dag moet rijden wel een lang stuk. We bezoeken eerst de overblijfselen van de Venetiaanse scheepswerf bij Gouvia aan de oostkust. Er staan nog 15 bogen van de 18e eeuwse werf waar schepen in de winter werden opgeborgen en gerepareerd. Niet echt boeiend maar Teije kan het weer van zijn lijstje afstrepen. Er is ook een monument ter ere van de Servische soldaten die hier in 1916 aan land kwamen en omkwamen.
Vandaag willen we de rest van de oostkust boven Kerkyra verkennen en vanuit Gouvia rijden we verder omhoog naar het noorden. Gouvia en Limni liggen aan een grote baai en bij Limni zien we een landtong met een kapelletje erop, de Ypapanti kerk. Vooral de ligging van het kerkje is mooi en het is dan ook niet verwonderlijk dat het erg in trek is als trouwlokatie. We kunnen het kerkje overigens niet in want het hek ervoor is afgesloten.
Maar de rest van het gebied tot aan het iets noordelijker gelegen Pyrgi spreekt ons niet bijzonder aan maar we stoppen in ieder dorpje wel even om rond te kijken. Er zijn veel hotels en toeristencomplexen, aangedreven door de steeds groeiende aantallen toeristen. Gelukkig zie je ook nog genoeg kleinschaligheid maar hoelang nog? Toerisme is al heel lang een massaproduct aan het worden en dat wordt waarschijnlijk alleen maar erger. Voor de lokale mensen is toerisme op zich goed maar als grote bedrijven en ketens zich erop gaan richten, is het voor de kleine ondernemer uiteindelijk niet meer rendabel.
En wij doen er natuurlijk evengoed aan mee, door zelf op pad te gaan en door onze verhalen te delen: we hopen door onze enthousiaste verhalen dat mensen ook willen gaan reizen en nu zullen wij wel niet zoveel invloed hebben, maar het geeft wel te denken: moeten we allemaal zo nodig naar punt B omdat we op punt A wonen en B nog niet kennen? Punt C tot en met Z ook nog niet, trouwens... We horen hier van eigenaren van appartementen wel eens verhalen over hoe het toerisme hier 20, 30, zelfs 40 jaar geleden was. Heel kleinschalig en er waren nog echte onontdekte plekken. Prachtige stranden, zoals we op Lefkada hebben gezien, waar alleen geiten en de herders kwamen, maar waar nu in de zomer dagelijks files staan. Het toerisme is een economie geworden en economie wil maar 1 ding: groeien, want stilstand is achteruitgang. Maar als je sommige bouwsels langs de Griekse kusten (en in de rest van de wereld) ziet kun je alleen maar een hekel aan massatoerisme krijgen: wie wil daar nou heen? Nou, de hele wereld blijkbaar!
En daarom gaan wij de bergen weer in, bij de kust vandaan. Een hele spannende weg, erg smal en vol haarspeldbochten en gelukkig heel weinig toeristen (dus ook weinig tegenliggers) brengt ons naar Sokraki. Er is meestal wel een (niet al te hoge) betonnen rand langs de weg maar persoonlijk vind ik dat het ravijn wel iets verder weg had mogen liggen. Ik heb geen idee waarom Teije dit zulke leuke wegen vind om te rijden. We kunnen wel vele tientallen kilometers in de verte kijken, het uitzicht is zeker de moeite waard. Daar beneden langs de kust moeten honderden, duizenden toeristen lopen, maar we zien ze niet.
Via Spartulas nemen we nog meer spectaculaire bergwegen terug naar de oostkust, hoewel de wegen wel weer wat breder worden. Veel van de wat luxere huizen die wat verder van de zee af liggen hebben uiteraard hun eigen zwembad maar er is ons verteld dat dat voornamelijk huizen van buitenlanders zijn, niet-Grieken en die werden in de klassieke oudheid barbaren genoemd. Huizen van barbaren dus. Maar tja, onze kinderen zeggen ook al dat, mochten we hier ooit een huis gaan kopen, er natuurlijk wel een zwembad bij moet. Barbaren, inderdaad!
Nu geven wij ons geld liever uit aan reizen naar verschillende plekken dan het kopen van een huis op 1 plek dus dat zwembad zal er niet snel van komen. We hebben er wel eens over nagedacht maar dan heb je meteen ook zoveel verplichtingen erbij: belastingen, onderhoud, je moet er toch regelmatig heen want je hebt het nu eenmaal enzovoorts. Terwijl vakantie juist moet zorgen voor een gebrek aan verplichtingen, lekker doen waar je zin in hebt, ook als je zo'n kerel als Teije bij je hebt die altijd met lijstjes vol bezienswaardigheden aan komt zetten. Gelukkig wordt hij ook wat ouder en wijzer en leert de waarde van ontspannen in te zien.
En zo komen we aan in Agios Stefanos waar we gisteren eindigden en rijden langs de noordkust naar ons strandje bij de baai van Apraos waar we de rest van de middag ontspannen op het strand doorbrengen, ik met mijn e-reader en hij met zijn papieren boek. Na al die drukke toeristische plekken die we hebben gezien is het een verademing hier op een langestrekt en bijna verlaten strand te liggen. Een mooi zandstrand ook nog met ondiep water waar ik lekker kan pootjebaden. Maar ook hier, net als op Lefkada, zijn maar weinig mooie schelpen te vinden.
Onderweg naar Roda eten we nog iets en we brengen de rest van onze avond rustig door op het balkon. We zitten zeker op een slechte plek want er zijn maar weinig andere toeristen, iets wat wij helemaal niet erg vinden.