Donderdag 13 januari, een luie stranddag
Vandaag is het stranddag voor ons, al laat de zon het de meeste tijd afweten. Er hangen nevelige zandwolken in de lucht maar het is heerlijk warm, ruim boven de 30 graden en alleen al door het licht worden we steeds wat bruiner. We worden meteen opgevangen door onze 'vaste' beachboy, Moses. Hij brengt ons kussens voor de ligbedden, maakt een praatje en laat ons dan weer met rust. In tegenstelling tot de vele verkopers van zakjes water, rolexen, pinda's, kranten, souvenirs, fruit, drankjes en noem maar op. We slaan iedereen beleefd en glimlachend van ons af. Gambia wordt wel de Smiling Coast genoemd vanwege de vorm van de Gambia rivier op de kaart die op een lachende mond lijkt, maar de Gambianen zelf lachen ook continue, zelfs wanneer je niets van ze wilt.
Honden zie je hier regelmatig rondzwerven en we hadden al het idee dat net als in de Arabische wereld honden niet echt op prijs gesteld worden of als huisdier gehouden, tot we opeens dit beeld zien: een Gambiaan die uren met z'n hond aan de lijn op het strand wandelt, speelt en uitrust. Er komt zelfs nog een andere Gambiaan langs met eveneens een hond aan de lijn!
Af en toe duiken we even tot ons middel de zee in, maar de meeste tijd besteden we toch aan het lezen van de vele boeken die we meegenomen hebben of we kijken gewoon wat rond naar alles wat zich op het strand afspeelt. We vervelen ons echt niet.
Een opvallend verschijnsel is de aanwezigheid van blanke, wat oudere vrouwen die een jonge Gambiaan bij zich hebben. Ze lijken alles over te hebben voor de vrouw in kwestie: langdurige massages van teen tot kruin, het ophalen van eten en drinken, soms zelfs het voeren. Volgens ons zijn de jongens allang blij dat ze iemand hebben die hen af en toe een maaltijd geeft en misschien ook wat geld, maar volgens Moses is het allemaal True Love en is er geen sprake van geldbejag. Wij hebben er zo onze bedenkingen over, zeker wanneer je een 60- of 70-jarige ziet lopen met een jonge knul van nog geen 20 aan de arm.Voor we terug lopen naar het hotel hebben we met Moses een heel gesprek over het milieu. Hij vindt het normaal om papiertjes en flesjes gewoon op het strand te gooien en snapt niet waarom wij daar zo moeilijk over doen. Pas wanneer we hem uitleggen dat er misschien wel geld te verdienen valt met het opruimen van troep raakt hij geïnteresseerd. We vertellen hem van de boetes die er bij ons staan op het overtreden van bepaalde milieuregels en hij kan het nauwelijks geloven. We stellen voor dat hij eens gaat proberen toeristen aan te spreken op de rotzooi die ze achterlaten en dat hij ze aanbiedt om het tegen een kleine vergoeding voor hun op te ruimen. Het idee spreekt hem wel aan, dus wie weet, misschien zijn binnenkort de stranden weer helemaal mooi schoon.
Aan het einde van de dag gaan we nog wat drinken bij Berend en Agnes op de veranda. Zij trekken er af en toe op uit met een jongen van het hotel en beleven ook heel wat. Het zijn aardige mensen en we kletsen wat af onder het genot van een lauw biertje. Je kunt hier een koelkastje huren, maar dat kost zo'n € 6 per dag.
Vanaf hun veranda hebben we mooi uitzicht op het pad waar regelmatig wasvrouwen langslopen in vaak kleurrijke kleding. De grote wasmanden worden soms vastgehouden met 1 hand, maar vaak ook gewoon los op het hoofd.
Het is een wonder dat in een toch niet al te schoon land de mensen er steeds in zulke schone kleren bijlopen. We voelen onszelf behoorlijk uit de toon vallen in onze bestofte kloffies.
Wanneer we 's avonds de deur naar onze veranda openen zien we ineens een grote krab die probeert binnen te komen. Als we het licht aandoen schuifelt hij langzaam zijwaarts weg. Het is een kanjer van bijna 20 centimeter lang.
Teije gaat nog een uurtje naar Salifu om te praten. Hij vertelt van alles over zichzelf: zoals zoveel jongens is hij geboren en getogen in het oosten van Gambia en naar de westkust verhuisd om werk te zoeken. Van het weinige geld dat hij verdient, spaart hij ook nog voor zijn ouders die nog steeds een boerderijtje hebben in het oosten van het land. Hij is van de Fula stam die zo'n 13% van de bevolking uitmaakt. Andere stammen zijn de Mandinka (40%), de Wolof (12%) en de Jola (8%) plus nog een aantal kleinere stammen.