Vrijdag 16 juni, via Albi naar de Middellandse Zee kust bij Narbonne
Het voelt lekker aan als we wakker worden, maar als we de tent afbreken begint het ineens wat te regenen en de temperatuur lijkt snel omlaag te gaan. De Nederlandse buren helpen ons met het inpakken van de laatste spullen zodat we alles niet al te nat in de auto krijgen. En zodra we klaar zijn is het natuurlijk ineens weer droog hoewel de lucht er erg dreigend uitziet. We maken nog een praatje en gaan dan op pad, de temperatuurmeter in de auto geeft aan dat het 21 graden is, 10 graden minder dan de afgelopen dagen!
We rijden het gebied Rouergue en Albigeois in en hoe verder we naar het westen rijden hoe warmer het weer wordt. Tegen de tijd dat we in Albi aankomen is het buiten 35 graden, de heetste dag die we tot nu toe hebben gehad.In Albi komen we de rivier de Tarn weer tegen en vanaf de Rue Porta hebben we een mooi uitkijkje op de rivier en de middeleeuwse stad. Ook de boogbrug dateert nog uit de Middeleeuwen.
Gelukkig kunnen we onze auto in de schaduw parkeren, vlakbij het oude centrum van Albi. Het eerste wat bij ons opkomt bij het horen van die naam zijn de Albigenzers en de Albigenzer kruistochten, gericht tegen de katharen die zich verzetten tegen de Middeleeuwse geestelijken die meer van weelde en macht genoten dan werkelijke liefde predikten. Vooral in de Languedoc kregen de katharen veel aanhangers.
De strijd tegen de katharen leverde ook de inquisitie op, een orgaan met zeer veel macht. De bisschop van Albi Bernard de Castanet was bijvoorbeeld heilige inquisiteur en mocht iemand aanklagen en veroordelen. Heel wat mensen met geld werden door hem beschuldigd van ketterij en vervolgens door hem veroordeeld. Hij maakte het zo bont dat zelfs zijn superieuren van hem afwilden: hij werd weggepromoveerd. Is er iets veranderd in deze wereld in 800 jaar?
Terwijl we ons zo opwinden over de vele onrechtvaardigheden in de geschiedenis maken we een wandeling tussen de restanten van diezelfde geschiedenis. Het is een compact geheel, maar je bent zo een paar uur zoet met het rondlopen en bekijken van alles. In de schaduw van de smalle steegjes is het heerlijk wandelen, maar in de volle zon is het bloedheet en af en toe zoeken we verkoeling bij een fonteintje.
Vanuit Albi rijden we naar het zuiden en komen ondermeer door Saissac, een schilderachtig dorpje met oude straatjes en uiteraard een kasteel. We zitten nu in de Zwarte Bergen, een gebied waar ooit veel katharen leefden en Saissac was één van de schuilplaatsen. Mensen die van Middeleeuwse literatuur houden kennen ongetwijfeld de naam van de troubadour Peire Vidal, en het schijnt dat hij vaak te gast was op het kasteel hier.
Ook nu zijn we net op tijd, vlak voor zeven uur, om ons bij de receptie in te schrijven. We zijn best wel moe van de lange dag en de lucht ziet er steeds dreigender uit. We zoeken snel een plekje, maar erg ondoordacht. Als we de tent beginnen op te zetten, begint de regen eveneens te vallen en dan blijkt dat de grond uit pure rotsen bestaat, de haringen gaan niet verder dan 1 a 2 centimeter de grond in. Dan begint het te stormen en maken we er maar het beste van, met een dikke steen rammen we de haringen zover we kunnen tot we er zere handen van hebben en schuilen dan snel in de tent. Als de storm even iets afneemt ontdekken we dat we geen stroom bij de hand hebben, geen water en omdat de tent alle kanten uitwaait besluiten we morgenvroeg een andere plek te zoeken. We balen best wel, maar het is niet anders en morgen is er weer een dag.
En zo is het een heel andere dag geworden dan we ons hadden voorgesteld: de heetste dag van de vakantie, maar we vertrokken vanochtend met regen en 21 graden en we eindigen met regen en dezelfde temperatuur. En toch was het vanmiddag de heetste dag van de vakantie. En nu maar hopen dat we nog wel wat lekker strandweer krijgen, want dat is toch de belangrijkste reden dat we hier zijn!





