Donderdag 15 juni, naar het noorden, Gorges de la Truyere
In de loop van de ochtend, na een rustig ontbijt en wat lanterfanteren, rapen we onszelf weer bij elkaar en gaan op pad. Eerst maar eens even kijken bij het kasteel hier vlakbij dat we al een paar keer gezien hebben, bij het plaatsje Boyne.

Een smal, steil weggetje brengt ons naar het dorp en we zijn blij dat we geen tegenliggers tegenkomen. De ruïne is zo op de rots gebouwd dat je van afstand het kasteel niet van de rots kunt onderscheiden. In de 13e eeuw begon men eraan te bouwen, maar in 1633 werd het verwoest op last van kardinaal en staatsman Richelieu.

We gaan het kasteel niet naar binnen (we hebben even genoeg kastelen gezien), maar rijden door de Gorges du Tarn naar het noorden en dan ziet het er toch weer anders uit dan toen we aankwamen en naar het zuiden reden. Ook staat de zon nu anders en dat maakt toch veel uit wat de kleuren en tinten van het landschap betreft.

Deze kloof is toch echt de meest indrukwekkende van alle kloven die we in dit gebied gezien hebben en dat vinden vele andere toeristen, voornamelijk Nederlanders, ook. Zonder toeristen zouden hier waarschijnlijk alleen de postbode en wat goederenvervoerders doorheen rijden, maar het is echt druk op de weg.

Halverwege de kloof, in Les Vignes stoppen we om een paar foto's van de natuur, de rivier en het dorpje te maken en we nemen een bak koffie op het hete terras. Het is de afgelopen dagen steeds warmer geworden en dat merken we goed als we even stil zitten in de zon. Een gebied als dit ziet er het mooiste uit in de zon, dus ons hoor je niet klagen, we vinden het heerlijk!

Vanuit Les Vignes rijden we via de D995 naar het westen, richting snelweg en hier komen we ook weer door een gebied met af en toe prachtige stukjes en meer bergachtig landschap dan we verwachten. Wanneer we op de snelweg zijn merk je daar toch minder van ook al zien we aan de bordjes langs de weg die de hoogte aangeven dat we steeds flink dalen en stijgen. We rijden noordwaarts naar St. Flour.

De oude stad ligt op een 100 meter hoge basaltrots en we kijken er kort rond. We wilden eerst naar de Monts du Cantal, een oude vulkaanketen waarvan we de besneeuwde toppen in het westen zien liggen, maar we hebben al wel door dat we daarvoor vandaag niet genoeg tijd hebben. Alweer een slechte planning, dit gebied hadden we beter kunnen bekijken toen we vlakbij Clermont-Ferrand zaten.

Daarom rijden we nu terug naar het zuiden, eerst door de vallei van de Truyere, een rivier waarin meerdere stuwdammen zijn aangelegd. We komen ook een paar leuke kasteeltjes tegen zoals het Chateau d'Alleuze dat op een eenzame heuveltop in het rivierdal ligt.

De weg is best wel mooi en we komen hele mooie plekken tegen, zeker langs de stuwmeren, en de Gorges de la Truyere zijn zeker de moeite waard. Maar het is erg warm en we moeten nog weer een heel stuk terugrijden, eigenlijk een veel te grote afstand voor 1 dag. En daardoor stoppen we wat minder vaak om een foto te maken of om gewoon even van het landschap te genieten.
We zijn dan ook pas vrij laat op de camping terug; er is nog veel te zien in dit gebied, maar dan moeten we op een wat centralere plek gaan kamperen. We hebben eerst in het noorden van het Centraal Massief bij Clermont-Ferrand gezeten en nu in het zuiden. Een volgende keer maar in het midden of we moeten gewoon kleinere gebieden gaan verkennen. Misschien willen we ook wel veel te veel zien. Op een kaart van Frankrijk ziet dit gebied er wel overzichtelijk en 'te doen' uit, maar Frankrijk is groot en dit gebied duidelijk ook. Daarnaast loopt er eigenlijk maar één snelweg van noord naar zuid doorheen en op de overige wegen moet je er toch rekening mee houden dat je veel reistijd kwijt bent.Dan nog maar even een pilsje op het terras en naar bed, morgen trekken we naar het volgende gebied!
