Donderdag 25 augustus, Caerlaverock Castle en naar het Lake District
We zijn niet zo heel ver bij het Lake District vandaan, ons eerste reisdoel in Engeland, dus we kunnen ook nog wat van Schotland bekijken. Door Dumfries rijden we naar de zuidkust om het Caerlaverock kasteel te bekijken. De dag begint met lekker zonnig en warm weer, dus we kuieren op ons gemak over het terrein met hiernaast een blijde, een soort katapult waarmee zware stenen tegen of over de muur van een kasteel konden worden geworpen bij een belegering.
Het kasteel zelf ziet er indrukwekkend uit met z'n driehoekige vorm, heel apart. Het lijkt niet zo heel groot, maar van binnen zie je dat er heel wat kamers geweest moeten zijn. Het kasteel is in 1290 gebouwd, in de 17e eeuw verbouwd maar ook weer verwoest zoals zoveel kastelen in het grensgebied met Engeland.
Tekeningen geven aan hoe de indeling in de verschillende tijdperken geweest is en daaruit blijkt dat in 400 jaar tijd er misschien iets meer luxe is bijgekomen, maar dat er verder niet eens zo'n groot verschil was. Ons leven is dan toch heel wat geriefelijker, al was het maar door de centrale verwarming, stromend water en afvoer (denk aan de wc en douche!).
Na dit uitgebreide bezoek rijden we langs de kust verder naar Gretna waar deze kathedraal staat. Iets zuidelijker ligt Gretna Green, een grensplaatsje met Engeland. Ondanks het feit dat Schotland en Engeland gefuseerd zijn in het Verenigd Koninkrijk, heeft Schotland op een aantal gebieden zijn eigen wetgeving behouden, waaronder die van het huwelijk. In Engeland golden strenge regels: je moest toestemming hebben en in de kerk trouwen terwijl dat in Schotland helemaal niet nodig was en meisjes op hun 16e al in het huwelijk mochten treden.
Daardoor ontstond een soort van huwelijkstoerisme naar Gretna Green en andere dorpen langs de grens. De dorpssmid voltrok de huwelijken zoals hier in de Old Blacksmith's Shop, nu een bezoekerscentrum. We mogen echter even niet naar binnen omdat er net een huwelijk wordt vertrokken.
Dan verlaten we Schotland en gaan Engeland binnen, het Cumbria distict. De meeste mensen zullen beter de naam kennen van het gebied dat hier in het centrum ligt: het Lake District. Via Carlisle rijden we naar Keswick waar we weer gas moeten tanken. Alleen op de eerste dag hebben we 80 kilometer op benzine gereden, maar dat was meer luiheid dan noodzaak. Zowel in Schotland als Engeland zijn er tegenwoordig veel meer tankstations waar autogas verkocht wordt. Vroeger moest je nog vaak een verlaten industriegebied opzoeken, tegenwoordig verkopen ook veel normale benzinestations gas. Dat is ook geen wonder met een benzine- en dieselprijs van rond de € 1,50 per liter. Soms staat het op een groot bord met de literprijzen, maar lang niet altijd. Er zijn in ieder geval minstens 3x zoveel tankstations met gas dan de Europa lpg-gids van de ANWB aangeeft. Ook is het niet meer nodig een Europa-nippel mee te nemen, alle aansluitingen passen op de Nederlandse bajonet-aansluiting. De prijs varieert van 45 tot 75 eurocent (30 tot 50 pence).
Wanneer we Keswick uitrijden, gaan we eerst langs de Castlerigg steencirkel die bovenop een heuvel ligt met mooi uitzicht op het omringende landschap, aan de noordkant van het merengebied. Deze foto is van een cirkel binnen een grotere cirkel, een soort speciaal heiligdom. Wat ons vooral opvalt is dat er zoveel mensen rondlopen, het is hier veel drukker dan in Schotland.
Daarna trekken we verder het Lake District in, door de Cumbrian Mountains richting Wasdale. De afstanden zijn allemaal niet zo groot, maar het schiet niet op: het is ontzettend druk op de weg, het weer wordt slechter en de wegen steeds gladder terwijl we de eerste hellingen met een stijgingspercentage van 25% oprijden. Op een bepaald moment begint het zelfs te hagelen en de temperatuur zakt onder de 10 graden. Het landschap is prachtig, maar we blijven toch liever even in de auto die het ondertussen ook niet meer zo gemakkelijk heeft met de hellingen.
Maar we vinden het landschap prachtig en we willen graag kamperen aan het Waste Water, tussen de hoogste bergen van het Lake District. Maar na een paar uur door het steeds slechter wordende weer rijden, besluiten we toch maar een hotelletje op te zoeken, want het is wel heel erg koud en nat. Uiteindelijk komen we aan in Nether Wasdale, aan de zuidwestkant van de bergen. Het hotel is niet supergoedkoop maar in ieder geval droog en warm en een mooi uitgangspunt voor de komende dagen. En als het warmer wordt kunnen we altijd nog de tent opzetten.We nemen een warme maaltijd in het hotel en we zijn blij dat er een kacheltje is, dat is wel nodig... In Schotland was het toch stukken warmer!