Zaterdag 17 januari, met de felouka naar Kitchener's island en Elephantine
Zoals vrijwel altijd op vakantie hebben we weer heerlijk geslapen en de zon staat vandaag stralend aan de hemel. Na het ontbijt gaan we eerst op het terras van het Old Cataract een bak koffie drinken en lopen dan de tuin in naar de aanlegsteiger die onderaan de rotsen ligt.
We hebben bij de receptie al geïnformeerd of de bootlui daar normale prijzen hanteren en volgens hun is dat wel het geval.
Maar de kapiteins beginnen met € 15 per uur! Dat is bijna 120 pond terwijl op de boulevard tussen de 20 en 30 de aanvangsprijs is. We lachen ze dan ook in hun gezicht uit. De kosten zijn zo hoog geworden roepen ze: diesel voor de motorboot € 0,10 per liter en een felouka heeft alleen onderhoudskosten. Bij een gemiddeld maandsalaris van een ober (200 pond) is 120 pond echt wel een belachelijke prijs. Misschien zijn er gasten (tenslotte is dit een 5-sterren hotel) die dit wel betalen. Wij niet en we hebben niet eens zin om te onderhandelen en lopen lachend weg. Wat ze uiteraard niet leuk vinden en ze komen ons nog een hele tijd achterna.
Op de boulevard hebben we ruime keus, iedereen wil wel wat geld verdienen nu het zo rustig is wat toeristenaantallen betreft. Uiteindelijk gaan we met kapitein Gelal op zijn felouka die 'Elizabeth' heet. Hij vindt het prachtig dat ik dezelfde naam heb.
Er staat een stevig briesje (vrijwel altijd uit het noorden terwijl de stroming van zuid naar noord gaat) en het is heerlijk op het water, zeker in de felle zon. We laveren eerst naar het noorden van Elephantine waar we de graven der edelen op de westoever zien liggen, in het hete woestijnzand.
Op Kitchener's eiland stappen we af om even rond te kijken. Hier is een grote botanische tuin aangelegd. Erg mooi maar het is ook duur geworden: 10 pond per kop thee, dat is € 1,35, de prijs die ze in een 5-sterren hotel niet eens rekenen. En voor het gebruik van een smerige en stinkende wc willen ze 1 pond. En dame verspert me de weg wanneer ik er uit kom en loopt me achterna wanneer ik maar 50 piaster geef. Een volgende keer gaan we eens uitleggen dat we best geld willen betalen wanneer de wc's ook schoon worden gehouden, maar dit doen we dus mooi niet ondanks het geschreeuw van de wc-dame.
Vanaf het eiland hebben we een mooi uitzicht op de omringende eilandjes en de woestijn die op de westoever soms tot aan de Nijl loopt. De overgang van bomen naar zand gaat heel abrupt.
Wanneer we teruglopen naar de felouka zien we een mannetje de mast van een andere boot inklimmen. Wanneer hij ziet dat we een foto maken roept hij om baksjiesj. Nou, we dachten het niet. Ze zijn hier al net zo erg als in Luxor hoewel Teije zegt dat dat vroeger niet zo was.
Aan de zuidkant van Elephantine manouvreren we tussen eilandjes en verraderlijke rotsen door en zien vanaf de Nijl de ruïnes van de tempels liggen. Chnoem en Satet waren twee goden die bij dit stadje hoorden.
Ook hier leggen we aan, om het Aswan museum te bezoeken. We moeten de tas inleveren maar mogen de camera mee naar binnen nemen. Terwijl Teije wat verhalen vertelt (hij beweert er immers wat van af te weten), worden we steeds lastig gevallen door een bewaker die ongevraagd precies naverteld wat er op de bordjes staat. Hij is behoorlijk boos wanneer we hem aan het eind geen fooi geven en we leggen precies uit waarom niet. Terwijl we naar het gebouwtje ernaast lopen schreeuwt hij naar z'n collega daar waarschijnlijk iets lelijks over ons en de bewaker houdt ons alleen maar in de gaten en doet geen enkele moeite iets te vertellen. Hij kijkt alleen bijzonder zuur.
Het is een klein en overzichtelijk museumpje met vondsten van het eiland dat in de prehistorie al een nederzetting kende en steeds belangrijker werd in de loop van de Egyptische geschiedenis als zuidgrens van het Egyptische rijk en handelsplaats met donker Afrika.
Wanneer we uitgekeken zijn geven we deze bewaker 1 pond en leggen hem uit dat dat is voor het feit dat hij ons rustig heeft laten kijken. We zijn heel nieuwsgierig wat hij na ons vertrek tegen zijn ontevreden collega heeft gezegd. Misschien moeten we dit vaker doen, fooi geven aan wie ons met rust laat en niet aan mensen die zich proberen op te dringen.
Hoewel we uren op de Nijl hebben gevaren lijkt de boottocht toch al weer snel voorbij en staan we weer op wal. Captain Gelal doet niet moeilijk over z'n geld wat al weer veel goed maakt, geen gezeur om extra fooi. Op het terras van het Panorama restaurant drinken we dan wat om tot de ontdekking te komen dat ze wel heel erg goedkoop zijn: 3 pond (€ 0,40) voor een thee en een 7-up. Een beminnelijk oud mannetje bedient ons en spreekt ons in het Nederlands aan. Hij beweert het van Nederlandse toeristen te hebben geleerd maar hij spreekt het heel goed.Wanneer we uitgekeken zijn geven we deze bewaker 1 pond en leggen hem uit dat dat is voor het feit dat hij ons rustig heeft laten kijken. We zijn heel nieuwsgierig wat hij na ons vertrek tegen zijn ontevreden collega heeft gezegd. Misschien moeten we dit vaker doen, fooi geven aan wie ons met rust laat en niet aan mensen die zich proberen op te dringen.
We lopen terug naar het Old Cataract waar we verder gaan met genieten van de Nijl en de hele omgeving eromheen. Teije blijft maar foto's maken van de bootjes, de rotsen, de woestijn aan de overkant. Het is inderdaad een heel mooi geheel met al die felle, natuurlijke kleuren.
Vanaf dit terras hebben we gistermiddag de zonsondergang gezien, nu lopen we weer naar het New Cataract om het vanaf ons balkon te bekijken. We hebben vanaf 6 hoog wel een prachtig uitzicht op Elephantine eiland en de tuinen van het hotel.
Maar de zon krijgen we net niet te zien, wel hoe de laatste stralen over het Old Cataract heenglijden en langzaam verdwijnen. De Nijl kleurt van blauw naar zwart en binnen 30 minuten is het ook echt donker.
Aan de horizon kleurt de lucht rood en het lijkt alsof er wolken hangen maar in werkelijkheid is het de kleur van opwaaiend stof. Juist met zonsopgang en zonsondergang gaat het ineens harder waaien en zodra het donker is valt de wind helemaal weg.
We lopen weer naar het Panorama restaurant om het eten daar eens te proeven. Onderweg komen we Ishmael weer tegen, een Egyptenaar die ons de eerste avond aansprak en met wie we een leuk gesprek hadden. Hij is een goedlachse oude baas die 's middags een eindje fietst voor zijn konditie en dan naar de zonsondergang gaat kijken vanaf een park vlakbij ons hotel. Hem weer tegen te komen maakt veel goed na al die zeurderige en hebberige toeristenlokkers. We spreken af morgenvroeg bij hem thuis thee te gaan drinken.Het eten in het Panorama is redelijk goed en spotgoedkoop: € 4 voor 5 drankjes en 2 hoofdmaaltijden. Een goede plek voor de komende avonden. Op de terugweg naar het hotel komen we nog meer goede 'vrienden' tegen en ontmoeten nieuwe. Vooral het feit dat we proberen Arabisch tegen ze te spreken lijkt goed te werken, maar het leukste is wel dat ze helemaal niets van ons hoeven en alleen maar gastvrij willen zijn. Gelukkig maar, want soms krijg je het idee dat er alleen maar oplichters rondlopen die snel rijk willen worden, maar bij deze: dat is dus niet zo! Helaas werken deze 'oplichters' vooral in de toeristenbranche dus kom je die het meest tegen.
Vanaf onze kamer en het balkon kijken we neer op het verlichte Elephantine, een van de mooiste uitzichten in Aswan. Sterren fonkelen aan de blauwdonkere hemel en we vluchten naar binnen wanneer het te koud wordt.