Maandag 12 januari, we bezoeken het Karnak tempelcomlex
Vandaag is bestemd voor een bezoek aan het grote tempelcomplex Karnak. Karnak ligt iets ten noorden van Luxor en het tempelterrein beslaat 1,5 vierkante kilometer, het grootste originele openluchtmuseum ter wereld. In ieder geval vanaf 1950 v.Chr. is hier gebouwd tot aan 150 v.Chr. Het zijn allemaal tempels en de belangrijkste is gewijd aan de plaatselijke god Amon die tijdens het Nieuwe Rijk staatsgod nr. 1 werd, als Amon-Ra. Samen met Moet (zijn vrouw) en Chonsu (hun kind) vormde Amon de drie-eenheid van Luxor.
Sfinxen met een ramskop in de tempel en geiten en bokken erbuiten, een goede kombinatie. Een enkele inscriptie duidt erop dat de farao-beelden onder de ramskop van Ramses II zijn, maar zeker is dat niet.
Nadat we door de immense eerste pyloon zijn gelopen komen we op de grootste tempelvoorhof die waarschijnlijk ooit gebouwd is: bijna 10.000 vierkante meter. Twee oudere tempels zijn gewoon opgeslokt door deze ommuring. Eigenlijk wordt in Karnak alles ouder naarmate je verder naar het centrum loopt. De oorspronkelijke tempels werden vervangen door nieuwe en iedere farao breidde het complex uit of verfraaide het meerdere glorie van de goden en vooral ook zichzelf.
Heel indrukwekkend is de zuilenhal, gebouwd door Seti I en Ramses II (13e eeuw v.Chr.). Bijna 150 zuilen van 16 tot 24 meter hoog vormen een waar woud van versteende papyrusstengels. Bovenop zijn de zuilen verbonden door reusachtige stukken steen. Wanneer het de bedoeling is geweest om je als mens hier klein te laten voelen, dan is dat zeker gelukt. Ook al zijn de Egyptische goden dood, toch verwonderen we ons over de pracht van het geheel en het technisch vernuft dat men toen al moet hebben gehad.
Ook Toetanchamon en zijn vrouw Anchesenamon hebben bijgedragen aan het complex. Hiernaast standbeelden van hen.
Een aardbeving in de 1e eeuw v.Chr. heeft een behoorlijke chaos van de tempels gemaakt en het is wonderbaarlijk dat er nog zoveel overeind staat. Ook wanneer je bedenkt dat veel steen is gebruikt voor latere huizen en dat de farao's er niet vies van waren elkaars tempels af te breken en de stenen voor hun eigen bouwplannen te gebruiken.
Oorspronkelijk waren de meeste zuilen en binnenmuren van tempels met heldere kleuren beschilderd. Vooral de kleuren okergeel, okerrood en diepblauw werden veel gebruikt. Nu is er niet veel meer van te zien, behalve bijvoorbeeld op deze zuil.
Hier een aantal standbeelden bij elkaar die op verschillende plekken zijn gevonden. Er is veel zandsteen gebruikt in de tempels maar standbeelden van farao's en obelisken zijn bijna allemaal uit graniet, een harde steensoort die vanuit Aswan (200 km. naar het zuiden) werd aangevoerd.
De twee hoogste obelisken zijn door Hatsjepsoet geplaatst, een van de weinige vrouwelijke farao's (Cleopatra is een andere bekende hoewel er nog een paar zijn geweest). Uit één stuk gehouwen, ruim 30 meter hoog, en op schepen meer dan 200 kilometer over de Nijl vervoerd, zijn ze in een krappe ruimte geplaatst. Haar opvolger heeft op allerlei plekken geprobeerd haar naam uit te wissen (maar pas aan het einde van zijn loopbaan, niemand weet waarom niet eerder) en rond de obelisken heeft hij muren gebouwd om ze onzichtbaar te maken.
Misschien heeft hij zelfs geprobeerd ze omver te halen. Rechts de punt van een omgevallen obelisk van haar die een eindje verderop ligt. Misschien durfde hij de 2e niet omver te halen omdat er een ongeluk gebeurde bij de eerste en heeft hij vervolgens muren eromheen gebouwd. Hoe dan ook, de staande en de liggende obelisk zijn nog steeds twee prachtstukken binnen het tempelcomplex.
Uren dwalen we rond, met een reisgids in de hand. Dit samenraapsel van tempels is niet eens de mooiste in zijn soort in Egypte maar het is wel erg indrukwekkend. Hoe zou het er wel niet uit hebben gezien in het oude Egypte zelf. Prachtige gekleurde tempels die in gebruik waren door honderden, misschien wel duizenden priesters, terwijl de werkzaamheden voor nieuwe gebouwen maar door bleef gaan.
Moeilijk puzzeltje, denkt Lies. Een groot terrein vol brokstukken van tempels, genummerd en in een computer ingevoerd die probeert aan elkaar passende stukken te vinden. Zo ziet het grootste oppervlak van het terrein eruit: stukken zuil, stukken standbeeld en niemand weet wat waar hoort. Het puzzelwerk wordt bemoeilijkt doordat farao's vaak elkaars tempels gebruikten en inscripties gewoon lieten overschrijven met andere tekst.
In het zuiden van het complex, waarlangs vroeger een sfinxenallee helemaal doorliep naar de tempel van Luxor (3 kilometer) staan nog twee jongere tempels uit de eerste eeuwen v.Chr.
Hier zijn de hiërogliefeninscripties veel verfijnder en beter bewaard gebleven dan in de meeste andere delen van Karnak.
Het is leuk weer eens uitgebreid door Karnak rond te dwalen. Ooit ben ik hier (1988) bijna uit Egypte gezet omdat ik mijn groepen toeristen liep te gidsen en dat mogen buitenlanders niet zonder speciale toestemming. Het was meneer Zahi Hawass (tegenwoordig vaak te zien op Natioal Geographic als hoofd van het Egyptische archeologische departement) zelf die me 'betrapte' en het land uit wilde zetten. Hij was destijds o.a. hoofd van de officiële gidsen van Luxor en was zeer snel op zijn teentjes getrapt. Een Egyptische vriend, Kamal Ali Doma, heeft me 'gered'. Ik heb de afgelopen dagen al een paar keer naar hem geinformeerd en toevallig komen we iemand tegen die hem ook kent en weet dat hij met zijn boot bij het Sheratonhotel ligt, waar we gisteren waren.Hier zijn de hiërogliefeninscripties veel verfijnder en beter bewaard gebleven dan in de meeste andere delen van Karnak.
Na dit uitgebreide tempelbezoek zijn we hard toe aan wat verfrissing. Die is er wel in de vorm van wind, want het waait de hele dag al hard, zelfs zo dat de lucht grijs is van het zand. Maar wat Egyptische thee gaat er nu ook goed in en we blijven een hele tijd zitten om onze voeten wat rust te geven.
Op onze wandeling erna worden we weer continue aangesproken en het is dan ook grappig om een etalage aan te treffen waarin in vele talen duidelijk wordt gemaakt dat er niet gezeurd wordt. We staan uitgebreid voor de winkel, maken een foto maar de eigenaar komt inderdaad niet naar buiten om ons naar binnen te lokken.
In de smalle straatjes achter de Luxortempel komen we deze prachtige moskee nog tegen, maar het straatje is te smal en de gebouwen staan te dicht opeen om er een volledige foto van te maken.
's Avonds zitten we nog wat op een terras en eten wat in het hotel. Al met al is het toch weer behoorlijk vermoeiend geweest en hebben we weer heel wat cultuur en indrukken opgedaan. Weer een geweldige Egyptische dag...