Vrijdag 07 september, een lange autorit door Bosnië (Mostar, Sarajevo)
Vandaag gaan we een trip maken door Bosnië. We zijn heel benieuwd naar dit gebied dat we zo goed uit het nieuws kennen maar waarover we maar weinig kunnen vinden in reisgidsen. Er zijn al heel wat Nederlanders, voornamelijk Dutchbatters geweest, maar we willen ook graag eens zelf meemaken hoe het er nu is. De tomtom werkt hier niet en de kaarten die we bij ons hebben zijn tegenstrijdig: verschillende namen voor plaatsen en ook de kilometers komen niet overeen. Achteraf bekeken hebben we een verkeerde route gekozen, maar dat weten we vandaag nog niet. Eerst rijden we een stuk naar het noorden in Kroatië om gas te tanken want dat zou in Bosnië niet te krijgen zijn. We zijn al bijna 2 uur onderweg voordat we bij de grens van Bosnië-Hercegovina in Metkovic staan waar het een chaos is van personen- en vrachtauto's is. Toch passeren we de grens binnen een half uur en Lies is vooral teleurgesteld omdat we geen stempel in ons paspoort hebben gekregen. En wat zien we vrij snel na de grens: een tankstation met lpg! Gedurende de dag zien we heel wat meer lpg-stations dan je bijvoorbeeld in Duitsland tegenkomt.
In Neum, het kleine stukje kust dat Bosnië bezit langs de Adriatische kust, hebben we alvast wat Bosnisch geld gepind want we hebben geen idee of dat in het binnenland ook mogelijk is.
In Neum, het kleine stukje kust dat Bosnië bezit langs de Adriatische kust, hebben we alvast wat Bosnisch geld gepind want we hebben geen idee of dat in het binnenland ook mogelijk is.
Al snel bevinden we ons in een steeds bergachtiger en vooral prachtig gebied. Maar wat ons het meeste opvalt zijn de kamikaze-automobilisten; geef ze een doorgetrokken streep (verboden in te halen) en een onoverzichtelijke bocht en je weet zeker dat iemand gaat inhalen! Terwijl wij proberen te genieten van het uitzicht en respect krijgen voor de wijze waarop veel monumenten weer zijn herbouwd worden we rechts en links ingehaald door automobilisten die blijkbaar geen vrees voor hun eigen dood hebben, of die van een ander.
In eerste instantie denken we dat het allemaal wel jonge jochies zullen zijn die zo rijden, maar als we beter opletten blijken het allemaal 40-ers en 50-ers te zijn die als gekken over de tweebaansweg rijden en inhalen waar het niet mag en waar het eigenlijk ook niet kan. Ik kan me geen land herinneren waar ik beter op de mede- (tegen-) weggebruikers heb moeten letten als in Bosnië! Zou het een soort post-oorlogstrauma zijn waardoor deze chauffeurs weinig respect meer hebben voor een mensenleven? Dat je gewoon risco's moet nemen voor je eigenbelang? Voer voor psychologen maar feit is wel dat in de voormalige staten van Joegoslavië gevaarlijker gereden wordt dan wij gewend zijn. Zelfs in Noord-Afrika, waar het verkeer nog veel chaotischer is, voelt het veel veiliger. Daar kun je uit de voeten met 1 regel: let alleen op het verkeer voor je, dat van achter moet maar met jou rekening houden. Maar hier moet je werkelijk op alles letten want ook de tegenliggers gaan graag de uitdaging aan om vooral in bochten in te halen en op jouw weghelft terecht te komen.
Vlak voor de middag komen we aan in Mostar, een stad waar we heel graag de herstelde oude brug willen zien. Maar eerst worden we uitgebreid geconfronteerd met de vele zwaarbeschadigde gebouwen, vol kogelgaten. Hoe meer we lezen over deze laatste oorlog, hoe meer we beseffen dat geen enkele partij in dit conflict onschuldig was. Serviërs, Bosniërs, Kroaten, Montegrenijnen, degenen die in de politiek of in het leger zaten, ze zijn allemaal schuldig aan massamoorden en zinloos geweld.
We rijden een hele tijd om de oude brug te vinden en we zien steeds meer sporen van het oorlogsgeweld en hoe meer we ervan zien, des te minder snappen we ervan. Hoe kan het dat buren die altijd vredig naast elkaar hebben geleefd elkaar ineens naar het leven kunnen staan. Indoctrinatie via de media, een inspelen op nationalistische gevoelens, angst inboezemen, zoiets moet het geweest zijn. Maar dan nog is ieder individu verantwoordelijk voor zijn/haar eigen daden en hoe kan geweld tegen een ander nu ooit iets oplossen? In Mostar is nog zoveel geweld te zien dat we snappen dat het heel veel tijd gaat kosten voordat mensen in deze regio elkaar ooit kunnen gaan vergeven. Maar kunnen ze ook naar zichzelf kijken en zichzelf vergeven? Maar natuurlijk is het overgrote deel van de mensen gewoon slachtoffer geweest van relatief kleine groepen die elkaar bevochten hebben. Maar die hebben anderen wel weer gedwongen om partij te kiezen en zo is er heel veel haat ontstaan die nog steeds tastbaar in de lucht hangt.
Na een tijdje rondrijden vinden we toch een plekje vlakbij de oude stad en als we erheen wandelen worden we overal vriendelijk aangesproken, zelfs in het Nederlands! De oude binnenstad staat vol kerken en moskeeën terwijl we gelezen hadden dat die vrijwel allemaal verwoest waren tijdens de laatste oorlog. Blijkbaar zijn ze allemaal weer herbouwd. De oude binnenstad ziet er desondanks nog steeds uit alsof het honderden jaren geleden gebouwd is met kinderkopjes en oude gebouwen. Er zijn veel café's en restaurants en we zijn verbaasd over het grote aantal toeristen dat hier rondloopt.
De oude brug uit de 16e eeuw (Stari Most waar ook de naam Mostar vandaan komt) was een symbool voor de muliculturele samenleving in Bosnië, een brug tussen oost en west, tussen christenen en islamieten. In 1993 werd deze brug als laatste in Mostar vernietigd door Bosnische Kroaten. Ondertussen is de brug herbouwd met veel buitenlandse (o.a. Turkse en Nederlandse) steun, maar wel zoveel mogelijk met oude stenen van de brug die men nog in de rivier heeft weten terug te vinden.
We hebben al wel op meer historische plekken gestaan maar hier is het gewelddadige verleden nog zo tastbaar en we merken aan iedereen dat men in gedachten verzonken is en dat dit meer is dan een toeristische trekpleister. Dit is een monument met een geschiedenis die ons iets te vertellen heeft. Wij zijn in ieder geval diep oner de indruk en hopen dat de herbouw van de brug ook helpt om de kloven tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de stad helpt te overbruggen.
Ook de twee torens aan beide kanten van de brug zijn opnieuw opgebouwd en de hele binnenstad trekt weer toeristen. We gunnen het de bewoners van harte dat ze op deze manier weer een bestaan kunnen opbouwen en kopen hier en daar een souveniertje. We hebben helemaal geen documentatie bij ons over Bosnië, maar nu we hier zijn beginnen we pas iets te begrijpen van de situatie. Die is ingewikkeld!
Eerst zoeken we een terrasje langs de Neretva op, vlakbij de brug, voor een lunch. Voor een paar Bosnische Mark hebben we een prima lunch met een mooi uitzicht. De mensen zijn alleraardigst en spreken Engels, Duits en alweer een woordje Nederlands. Het is druk maar de ober neemt alle tijd voor een praatje over het verleden en zegt dat de verstandhouding tussen de bewoners als vanouds (goed) is nu de oorlog is afgelopen en dat degenen die het leed hebben aangericht vooral fanatieke buitenstaanders waren.
Daarna maken we nog een korte wandeling door de oude stad en we zijn erg onder de indruk van de herstelwerkzaamheden. Na het verdrag van Dayton in 1995 is de republiek Bosnië-Hercegovina verdeeld in 2 delen: de Moslim-Kroatische federatie en de Servische republiek Srpska. Daarnaast is er ook nog een 3e district, Brcko, dat tot beide entiteiten behoort. En wij maar denken dat Bosnië-Hercegovina één staat is!
Het is al ruim na de middag als we Mostar uitrijden en we willen eigenlijk ook nog naar Sarajevo. Dat is ruim 120 kilometer van hier en daarna nog de weg terug van circa 200 kilometer. Een hele rit, maar we denken dat het wel te doen is. Ook hier zijn onze twee kaarten van dit gebied het niet eens wat het aantal kilometers betreft, maar we gokken erop dat de waarheid wel ergens in het midden zal liggen.
Ondanks de vele maniakale wegpiraten kunnen we ook nog ruimschoots van het berglandschap genieten op de kronkelende weg die op zich best redelijk goed is. Maar overal zijn nog de sporen van de oorlog te vinden, verwoeste dorpjes, kapotgeschoten huizen, maar ook zijn overal de tekenen van het herstel te vinden: nieuwe huizen, moskeeën en kerken.
Als we om 4 uur bij Sarajevo aankomen staan we al snel in de file op de zesbaans snelweg die de stad inleidt. Stapvoets rijden we een uur verder en het centrum lijkt maar niet in zicht te komen. De stad ligt in een vallei omringd door een aantal bergtoppen vanwaar de Serviërs hun aanvallen op de stad uitvoerden, maar wat ons nu vooral opvalt is de oude communistische bouwstijl waarin de uitgestrekte buitenwijken zijn gebouwd, torenflats (vaak met de kogelgaten nog zichtbaar) en lelijke nieuwbouw.
Sarajevo is natuurlijk bekend als de plek waar de aartshertop Frans Ferdinand werd doodgeschoten in 1914 wat het begin van de eerste wereldoorlog betekende. Maar daarna werd het na Belgrado de belangrijkste stad van de republiek Joegoslavië en woonden er bijna een half miljoen mensen. En later lezen we dat in 1999 Sarajevo de eer kreeg dat er volgens de VN de 6 miljardste wereldburger is geboren, een symbolisch gebaar om aan te geven dat Sarajevo zich in een hoopvolle herstelperiode bevond.
Ondertussen staan wij maar in de file en na een uur keren we om, een mooi stadscentrum hebben we niet te zien gekregen en we hebben een beetje spijt dat we hierheen zijn gereden. We hadden beter een paar kleinere steden kunnen bezoeken. Maar als we de stad naar het oosten uitrijden (het fileprobleem in de Randstad is er niets bij!), zien we ineens allerlei verkeersborden met Cyrillisch schrift, noem het maar Russische letters. Eerst staat het nog tweetalig vermeld, maar niet voor lang.
Gelukkig heb ik ooit een blauwe maandag Russisch gestudeerd, maar ik moet goed mijn best doen om de letters snel te kunnen vertalen. Ondertussen wordt de lucht steeds donkerder en we beginnen ons steeds een beetje meer te haasten, geen tijd meer voor stops of foto's. En hadden we op de website van het ministerie van buitenlandse zaken niet gelezen dat je vooral niet in het donker door de bergen van Bosnië moet rijden... We bevinden ons nu in de Servische republiek Sprska maar we beseffen nu eigenlijk pas dat Bosnië ook nog steeds een Servisch gedeelte heeft waar het Cyrillisch schrift wordt gebruikt. Onze eerste reactie was: de Bosniërs zullen die Servische manier van schrijven toch wel direct na de oorlog hebben afgeschaft! Nu beginnen we pas te beseffen hoe fragiel de Bosnische staat is, met 3 verschillende volkeren (Kroaten, Bosniërs en Serviërs) in 1 land. Persoonlijk vinden we dat dat niets zou moeten uitmaken, het zijn tenslotte allemaal Slaviërs (klinkt beter dan 'Slaven'), maar hier ligt dat natuurlijk erg gevoelig met alle ethnische zuiveringen in het verleden. Van wereldburgers hebben hier nog niet veel mensen gehoord, voor velen gaat de ethnische achtergrond zelfs voor de nationaliteit. Maar wij zijn bezig met onze rit terug via een andere weg en met verkeersborden die we maar net kunnen ontcijferen. De wegen in dit deel van Bosnië zijn veel slechter en we schieten totaal niet op. Nadat we Foča zijn gepasseerd wordt het snel donkerder en komen we weer door een bergachtig gebied met veel slingerende wegen. Gelukkig krijgen we op een bepaald moment een voorganger waar we ruim 150 kilometer op gepaste aftsand achter kunnen rijden. De uren gaan voorbij en het wordt helemaal donker en af en toe hebben we kilometers lange omleidingen waarbij de weg ineens een zandweg wordt. In de lucht hangen 2 heldere lichtjes waar ik me maar op richt met het rijden, waarschijnlijk Venus en Mercurius er vlak onder. Zolang we maar een beetje die kant opgaan rijden we naar het zuiden. Maar regelmatig vragen we ons af of we niet verdwaald zijn.
Als onze voorligger eindelijk in een stad afslaat denken wij dat we bijna bij de grens zijn, maar het tegendeel is waar. We zijn helemaal gaar van deze lange dag en het vele autorijden en dan blijkt dat we nog 40 kilometer moeten, alleen door de bergen in het donker. En dan staan we om 19 uur 's avonds ineens voor een slagboom. En er is niemand te zien als we de auto stoppen. Na een tijdje stap ik maar uit en ga op verkenning, want het zal toch niet zo zijn dat ze de grenzen hier 's nachts sluiten...Gelukkig komt er dan een douanier naar buiten die zich verontschuldigd voor het feit dat hij nog aan het eten is en mogen we doorrijden. Nog geen 10 minuten later zijn we weer bij onze tent. Als we toch geweten hadden dat er een grensovergang zo dichtbij was dan hadden we een heel andere route gepland!
We hebben vandaag 580 kilometer gereden en zijn bijna 15 uur op pad geweest en we zijn blij dat we een klein stukje Bosnië hebben kunnen verkennen. Maar we hadden en stuk beter voorbereid kunnen gaan met heel wat minder kilometers. Helemaal bekaf slepen we ons het koude bed in en vallen heel snel in slaap. Maar wel in vrede, dus we hebben niets om over te klagen wat veel bewoners hier jarenlang wel anders hebben meegemaakt. Het is een indrukwekkende dag geweest.