Vanuit Parijs bezoeken we Brugge

In Brugge rijden we direct maar naar het centrum zodat we nog met daglicht wat kunnen rondlopen. We zijn hier ooit een keertje doorgekomen, geen idee meer wanneer en ik herinner me alleen dat ik het erg leuk vond. We hebben toen wat op de markt gedronken en moesten daarna weer verder, nu hebben we wat meer tijd. Maar een cafébezoek moet nu nog even wachten, zolang het nog daglicht is willen we rondkijken. Het historische centrum staat op de Unesco werelderfgoedlijst en ik ben het daar helemaal mee eens.

We beginnen onze wandeling op de markt van Brugge, het centrale plein. De meeste gebouwen in het centrum stammen uit de middeleeuwen maar in de 19e eeuw werd veel verbouwd in neogotische stijl waardoor ze er jonger uitzien dan ze zijn, een architectonische facelift. Heel grappig vind ik het winkeltje op de linkerfoto dat nu een snackbar lijkt te zijn wat ik totaal niet vindt passen bij het uiterlijk.
We lopen eerst naar de rand van het centrum, naar de Smedenpoort, 1 van de 4 overgebleven middeleeuwse poorten van de stad.

De naam Brugge wordt voor het eerst vermeld in de 9e eeuw en dankzij de haven groeide de stad snel uit tot een internationale handelsstad. Tussen de 13e en 15e eeuw werd het zelfs beschouwd als de economische hoofdstad van Noordwest-Europa.
Vlakbij de Smedenpoort zien we een grappig klein huisje ingeklemd tussen twee modernere huizen en via kleine achterafstraatjes lopen we naar Het Zand, net als de Grote Markt een groot plein waar het concertgebouw staat en nog meer oude herenhuizen die nu voornamelijk in gebruik zijn als restaurant of winkel.

Ook Brugge maakt zich op voor de kerst en het hele stadje is versierd, er staan kerststalletjes en er is een kleine kermis in het Koning Albert I park dat iets ten zuiden van het Zand ligt. Het park is helemaal versierd en zelfs op de struiken zijn lampjes geplaatst om een kerstsfeer te creëren.

De Sint-Salvatorskathedraal torent hoog boven de stad uit mar begon ooit als een klein romaans stenen kerkje in de 9e eeuw. Pas in de 19e eeuw werd het een kathedraal en moest flink uitgebreid worden omdat ze minder indrukwekkend was dan de dichtbij gelegen Onze-Lieve-Vrouwenkerk.
Wij lopen door de Sint-Jan in de Meers straat richting de site Oude Sint Jan waar 1 van de eerste ziekenhuizen in Europa stond.

Er zijn tientallen hofjes te vinden in Brugge. Vaak stonden daar zogenaamde godshuizen, groene hofjes met witte huisjes eromheen die oorspronkelijk waren gebouwd voor arme ouderen. Nog steeds wonen er mensen en de meeste hofjes worden netjes bijgehouden. Bij de ingang van een hofje staat vaak een bord waarop staat of je er zo naar binnen mag lopen en of er regels zijn waar je je aan moet houden.
Daarna lopen we eens om de Sint-Salvatorskathedraal heen. In de kerk worden heel wat kunstwerken bewaard en in 2009 is er ingebroken waarbij veel onschatbare topstukken uit de edelsmeedcollectie werden geroofd.

We zien geen moderne toeristenbussen in Brugge, wel koetsjes die de toeristen door de smalle straatjes voeren voor een rondleiding.
Wij lopen naar de kerstmarkt op het Simon Stevinplein waar het een gezellige drukte is. Ook hier is alles met lampjes versierd en nu het snel donker wordt, komt er bijna een sprookjesachtige gloed over het stadje, het was een goed idee om hier nog een dagje heen te gaan.

Maar nu wordt het tijd om ergens te gaan zitten en wat te eten en drinken en daar is gelegenheid genoeg voor. Deze voormalige handelsstad is nu helemaal ingericht op het toerisme met 90 hotels, honderden restaurants en eettentjes en tientallen musea. Waaronder het chocolademuseum want Brugge staat ook bekend als chocoladestad en ieder jaar is er zelfs een chocoladefestival.
Wij vleien ons op een halfoverdekt en verwarmd terras en zitten daar nog een hele tijd voor we naar het van der Valk hotel net buiten de stad gaan.